Rondje Middellandse Zee (deel 1)

Share

Tekst & beelden: Thierry Dricot
Ons project ten voordele van Télévie was het maken van een rit langs de boorden van de Middellandse Zee en dat gebruik makend van de wegen zo dicht mogelijk langs de kust. De totale afstand van die rit zou 23.000 kilometer bedragen en ons door 20 landen voeren. Eén motor, één piloot, één passagier en geen enkele ondersteuning onderweg was ons recept voor een drie maanden durend avontuur.
28 april, 8 uur 's ochtends. Voilà, na een jaar van voorbereiding staan we aan de start van onze reis in Marseille. We vertrekken vanop de terreinen van helmenfabrikant Shark en ik sta echt te popelen om uit de startblokken te mogen schieten. Om half tien geef ik toe aan de lokroep van het avontuur. 't Is echt wel een emotioneel moment als de wielen van de motor aan het rollen gaan. Waar ik al maanden van droomde, wordt nu werkelijkheid. De volgende drie maanden zullen ongetwijfeld vol zijn van avonturen die ik me voor altijd wil herinneren. Snel de stad uit, weg van de drukte, om de weg in te slaan richting Spanje. Die is ruim en rijkelijk voorzien van mooie bochten en vormt dus een ideaal kanaal om het Spaanse grondgebied te bereiken.
't Is 30 april als de kilometerteller aangeeft dat de eerste duizend kilometers erop zitten. Eén van mijn vrienden heeft me postertjes meegegeven om onderweg de belangrijke mijlpalen aan te geven. Ik leg ze op de grond, zet ze vast met wat keien en laat ze als een symbool voor de overwonnen kilometers achter. We rijden nu op kleine baantjes door het Spaanse hinterland dat ons werkelijk sublieme taferelen schetst. 't Is het begin van de lente en de sinaasappelbomen staan in bloei; ganse dagen worden we dus vergast op welriekende geuren die daarvan afkomen. Morgen vatten we de weg aan naar Tarifa om vandaar over te steken naar Tanger.
Als we van de boot rijden in Tanger staan er Italiaanse motorrijders te wachten om in te schepen naar Spanje. We raken in gesprek en ze vragen ons waar we naartoe gaan. Als we te kennen geven dat we uiteindelijk ook in Italië willen belanden en we onze reisroute uitleggen, worden we voor gek versleten. Ze geven ons nog wat tekst en uitleg om deze visie te staven maar de taalbarrière zorgt ervoor dat ik daar niet veel van wegdraag. Wat ik er wel uit begrepen heb is dat ze ons voor gekke Belgen aanzien. En misschien is dat ook wel een beetje zo… Tanger is niet alleen mooi maar doet ook mysterieus aan. Deze stad, die beladen is met een rijke geschiedenis, draagt een charmante sfeer in zich. Met name het oude stadsgedeelte is erg verleidelijk om zich te laten ontdekken. Daarna gaat het naar kaap Spartel, de plaats waar het water van de Atlantische Oceaan dat van de Middellandse Zee tegenkomt. 't Is gewoon evident dat deze plaats zich op onze reisroute bevindt. Tenslotte is het een natuurlijke grenspaal die de uiterste grens van de Middellandse Zee aangeeft.
Daarna rijden we verder naar Tétouan, ook al een stad vol geschiedenis met bovendien een oud stadsgedeelte dat deel uitmaakt van het Unesco Werelderfgoed. Tussen Al Hoceima et Oujda rijden we over een snelle verbindingsweg. Het slingerende, grip biedende asfalt verschaft veel rijplezier en samen met mijn passagier en de KTM geniet ik er met volle teugen van. Aangekomen in Oujda, wil ik met eigen ogen de grenspost zien die zoveel van zich laat spreken. We bieden er ons aan maar krijgen te horen dat we maar beter meteen rechtsomkeer kunnen maken. Dan maar richting Nador gereden, daar de boot genomen naar het Spaanse Almeria om dan naar het Algerijnse Ghazaouet over te steken. 't Kost ons tijd en geld, maar 't is de enige manier voor ons om in Algerije te geraken nu de grenzen met Marokko gesloten zijn.
Algerije, here we come! Het eerste visuele contact met de haven van Ghazaouet is een beetje gek, want boven de gebouwen steekt zowaar een kerk uit. We zijn bij de eersten die aan wal gaan en ik haast me om bij het douanebureau te komen. Onze paspoorten worden er aan een grondig onderzoek onderworpen en de voor de hand liggende vragen worden gesteld. Waar we gaan overnachten? Wie weet dat? Hoe lang we in het land zullen blijven? Je ne sais pas! Maar ondanks alles komt alles toch in orde dank zij ons vriendelijke optreden.
Zeer gemakkelijk vind ik de kleine weg die ik van plan was te nemen en dat blijkt een goede keuze geweest te zijn. Als een slang kronkelt de baan zich door een heuvelachtig landschap, welke een gradioos decor vormt tussen de bergen en de zee. Na een twintigtal kilometer gereden te hebben, geeft het asfalt er de brui aan om de fakkel door te geven aan een goed onderhouden piste. De KTM geeft geen krimp en voelt er zich meteen thuis op. Een betere start kan men zich maar moeilijk wensen.
De lucht oogt grijs als we uit Oran vertrekken. Na enkele kilometers passeren we de meridiaan van Greenwich. De dag wordt ontsierd door ontelbare politiecontroles. Aan elk dorp staan zowel aan de in- als uitgang controleposten. Meer dan een groet en een monsterende blik op de motor en de berijders houdt de controle meestal niet in, maar toch… In een klein dorpje waar we even afgestapt zijn om op een terrasje onze dorst te lessen, vraagt een politieman onze papieren. Hij loopt ermee naar zijn wagen en komt terug met de boodschap dat hij de paperassen gaat meenemen naar zijn kantoor ter verificatie. Ik maak hem duidelijk dat ik het daar absoluut niet mee eens ben en volg hem van dichtbij naar het commissariaat. Daar gaat het van het ene bureau naar het andere… om iedereen te groeten. We zijn een bezienswaardigheid. Tot slot van deze komedie inviteert de "chef" ons om bij hem thuis de maaltijd te gebruiken en te overnachten. 't Getuigt allemaal van de warme gastvrijheid der Algerijnen, maar tevens van een cultuur die ons niet eigen is.
Een dag voor niets 't Is negen uur, ik laat Algiers achter me. Ondanks het vroege uur heb ik al vier controleposten achter de rug als men me bij de vijfde diets maakt dat de weg die ik wil nemen afgesloten is. Noodgedwongen verleg ik mijn reisweg naar meer landinwaartse wegen terwijl de regen onvermoeibaar verder valt; 't regent al de gehele ochtend. Al snel sta ik voor een nieuwe controlepost. Papieren, vragen, opnieuw de hele zwik om dan te horen te krijgen dat we om veiligheidsredenen niet verder mogen. Blijkbaar ziet men er graten in dat twee buitenlanders via deze kleine wegen reizen. We worden verplicht om rechtsomkeer te maken. Een gigantisch onweer vergezelt ons op onze terugweg naar Algiers. Nat tot op het blote lijf komen we er klokslag 20 uur aan. Op de teller staat 414 kilometer, maar we zijn uiteindelijk geen stap verder gekomen op ons traject. De pakweg dertig politiecontroles ten spijt. De dag daarop dan maar de snelweg genomen naar Tunesië. We kruisen de grens omstreeks 18 uur en we zakken af naar Tabarka. Op dit uur wacht er ons een fantastisch schouwspel. Het licht is prachtig boven het berglandschap als de zon ondergaat in de zee.
Tunesië Wat een contrast en dat al na enkele meters! Zijn er op de kruispunten ook in Tunesië politiemannen te zien, ze zijn er alleen om het verkeer in goede banen te leiden. 't Is een opluchting om niet om de haverklap onze papieren te moeten voorleggen. Tunesië dient zich bovendien heel anders aan dan in de catalogen van de reisbureau's, de landschappen zijn heel mooi en worden doorsneden door een degelijk, doch niet zelden pittoresk aandoend wegennetwerk. Taferelen van primitieve waterputten en kleinschalige landbouwactiviteiten zijn nooit ver weg; hier leeft men nog in nauwe samenwerking met Moeder Aarde. Er zijn ook weinig of geen sporen van pollutie. Dat blijkt eens te meer tijdens een ritje naar Cap Bon. Vanavond vertrekken we naar Medenine, gelegen op ongeveer 75 kilometer van de grens met Libië.
Libië Aan de grens met Libië heb ik er goede moed in. Ik voel me klaar om de volgens andere reizigers moeilijke etappe door Libië aan te vangen. Tegen alle verwachtingen in sta ik echter na drie uur al op Libisch grondgebied. De KTM is nu voorzien van een Libische kentekenplaat. Deze ochtend had ik hem al voorzien van een voor deze streken modieus accessoire; over het zadel heb ik een echte schapenvacht bevestigd. De motor heeft er een geheel eigen voorkomen door gekregen dat goed past bij de streek die we doorkruisen.
Eens op weg besef ik al snel dat we hier niet onopgemerkt voorbij rijden aan het andere verkeer. We worden er begaapt als kwamen we van een andere planeet en heel dikwijls begroet men ons door het knipperen van de koplampen. 't Is duidelijk dat hier niet echt veel motoren plegen te passeren. 440 kilometers rijden in quasi één rechte lijn, rijdend tussen de vrachtwagens, oude 404 Peugeot's en recente grote wagens die ons passeren met snelheden van soms meer dan 200 kilometer per uur - benzine kost hier maar 18 cent per liter! - blijkt vermoeiend. Het enige opmerkelijke dat er te melden valt, is een lege benzinetank in the middle of nowhere. Ik zegen mijn idee om vijf liter benzine in een aparte tank mee te zeulen sinds ons vertrek uit Spanje. Ze besparen me een lange, vermoeiende wandeling met de motor aan de hand.
De totale afwezigheid van ook maar een spoor van bewegwijzering geeft niet meteen gelegenheid opmerkelijke plaatsjes met een bezoek te vereren. Rijdend op deze weg missen we met zekerheid heel wat moois dat dit land te bieden heeft. De Libische woestijn is dan wel naar verluidt één van de mooiste ter wereld, wij zullen ze niet ontdekken, want we hebben ervoor gekozen om zonder gids te reizen en in dat geval is het verboden om die woestijn te doorkruisen. We bereiken Benghazi na een uitputtende tocht die de laatste 180 kilometer gesierd is geworden met een zandstorm en winden die constant op de flanken van de motor inbeuken. Plat op de motor gaan liggen was de enige mogelijkheid om overeind te blijven… De laatste etappe in Libië maakt door het mooie landschap dat we doorkruisen alles meer dan goed. Het is 150 kilometer naar Tobrouk, een mooie dagtrip. We doen er een uur over om zelfs met de hulp van enkele ingezetenen een hotel te vinden, maar vangen nog steeds bot. Tot er eentje ons zegt dat er een complex is voor reizigers op de weg naar de grens. Hoe ver weg? … 120 kilometer! Na pakweg 40 kilometer gereden te hebben verdubbelt de wind zijn inspanningen en werpt een mooie zandstorm op tafel die ons bij tijden noopt tot stapvoets rijden. 't Rijden is moeilijk onder deze omstandigheden maar wat een belevenis! Het enige wat jammer is dat we er geen beelden van kunnen maken. Het delicate materiaal nu bovenhalen is niet wenselijk. Egypte
En dan staan we aan de grens met Egypte. In een uurtje slagen we erin om Libië te verlaten. De douaniers bieden ons zelfs thee aan om ons moed te geven voor onze trip door Egypte. Dat belooft! Met mijn vriendelijkste "Good morning" probeer ik het ijs te breken met de Egyptische douaniers, maar het enige wat me dat oplevert, is een strenge "passports please". Het spel van vraag en antwoord kan weer beginnen. Het draait erop uit dat we naar de bank moeten om er twee visa's te kopen. Daarna lopen we in het gezelschap van een officier van het ene bureau naar het andere. Zo komen we aan een geldig rijbewijs, een verzekering en twee (!) nieuwe nummerplaten voor de KTM. 't Neemt allemaal veel tijd in beslag maar na ongeveer drie uur paperassen staan we klaar om door Egypte te reizen.
Eenmaal onderweg steekt de zandstorm die ons gisteren gezelschap hield opnieuw de kop op. De storm is echter sterker dan ooit tevoren en begeleidt ons alsof dat nog niet genoeg was gedurende de gehele afstand van de etappe. Een ware hel voor een motorrijder! Bij onze aankomst is het eerste wat ik doe de motor zoveel mogelijk ontdoen van al het zand, in de hoop dat die gekke wind ons morgen met rust zal laten. Morgen naar de piramides en Cairo!
Het verkeer is hels in Cairo. We vertrekken in de richting van de oevers van de Rode Zee en het klooster van Sainte Catherine in het hart van de Sinaï. Daar aangekomen wordt het landschap verbazingwekkend. Tot nog toe is dit voor ons de mooiste etappe. Jordanië Onze eerste dag in Jordanië. Deze ochtend zijn we de weg opgegaan in de richting van Petra en doen daarbij de zeer mooie woestijn van Wadi Rum aan. Jordanië is werkelijk schitterend. Vandaag, tussen Petra en Amman, hebben we schitterende landschappen doorkruist. De weg klom op sommige plaatsen naar een hoogte van 1.700 meter. 't Was dus een hele afdaling naar de Dode Zee, die op een hoogte van min 388 m ligt volgens mijn Garmin. Eén van de andere opmerkelijke feiten van deze dag is het ronden van de kaap van de 10.000 kilometer. We zijn nog niet eens halfweg en we hebben al zoveel mooie herinneringen…
Maar terug naar de Dode Zee. Heeft het reizen met een motorfiets beslist zijn charmes, eens je met je hebben en houden naar het strand moet, wordt het allemaal iets minder leuk. Niettemin vinden we voor ons materiaal een veilig onderkomen en dan zijn we niet meer te houden. We gaan het water in.
't Is gek, het is gewoon onmogelijk om kopje onder te gaan. De regels zijn duidelijk; niet plonzen, het hoofd niet onder water steken en elk contact tussen het water en de ogen vermijden. 't Water is opmerkelijk kalm en iedereen drijft er rustig in rond met een glimlach op zijn gezicht. Met het gezicht, de voeten en de handen boven water. In Amman aangekomen vinden we zonder problemen een hotel. We registreren er ons terzelfdertijd als een Canadees koppel dat we leerden kennen tijdens onze drijfpartij in de Dode Zee. We dineren samen met hen deze avond; reizen, dan leer je pas mensen kennen.
Syrië 't Is met plezier dat we de banden in de Syrische bodem laten bijten op weg naar de hoofdstad Damascus, die meteen ook de langst bewoonde stad ter wereld is. Reeds 4.000 jaar voor onze tijdrekening was er een woonkern. De korte verkenningstocht door Damascus speelt zich af in een oven die in de namiddag 40 graden warm is. Als de avond valt richten we onze schreden in de richting van de hoger gelegen stadsgedeelten. We worden er vergast op een onvergeetbaar panorama over de stad. Milioenen lichtjes flikkeren in de nacht die een dak draagt dat gekleurd is met een donkerblauw dat je alleen in de Oriënt aantreft.
We keren naar de boorden van de Middellandse Zee terug. Aldus doende trekken we toch nog even tijd uit om het befaamde fort van Krak Des Chevaliers te bezoeken. Het is gebouwd ten tijde van de eerste kruistochten en is een prominente getuige van de veelvuldige conflicten tussen de kruisvaarders en de muzelmannen. We staan op het punt om Turkije binnen te rijden... Wordt vervolgd.