Zuid Noorwegen (deel 3)

Share

Als ze dit thuis zullen lezen, zullen ze het amper kunnen geloven, dacht ik bij mezelf terwijl ik de ER-6f zuidwaarts en spelenderwijs van de ene in de andere bocht stuurde. Wie me kent, weet namelijk dat ik een hekel heb aan grootsteden en dus normaliter nooit vrijwillig naar zo'n broeinest zou gaan indien niet strikt nodig. De Grote Hoeren noemde ik steden als Brussel, Parijs, Londen en consorten wel meer en ook Oslo had - normaal gezien - in dat rijtje moeten passen. Ook al betekent de naam Oslo in onze taal "de vlakte der goden" en was het de geboortestad van onder meer Trygve Gulbranssen.

't Had met die goden ook niets te maken dat ik beslist had de meer dan een half miljoen inwoners tellende stad aan te doen en nog minder met het Eurosong Festival dat er momenteel aan de gang was. Des te meer met opmerkelijke Noren, zowel uit een lang als een nabij verleden. Ook een beetje met het verwezenlijken van enkele jongensdromen moest ik mezelf bekennen. Na vandaag zou ik weer een paar zaken van mijn denkbeeldig lijstje kunnen schrappen. Net als elk weldenkend mens heb ik namelijk niet alleen een garage waarin ik me kan terugtrekken als ik dat wil, maar heb ik ook een lijstje met dingen die ik ooit wil(de) doen. Vele daarvan zijn al gerealiseerd, dus beschouw ik mezelf al bij al als een gelukkig man. Met de reis naar Noorwegen in het vooruitzicht had ik me dat bewuste lijstje nog eens voor de geest gehaald en er een paar zaken op aangevinkt. Bovenaan stond nu een bezoek aan het Vikingskiphusetmuseum, de plaats waar onder andere de meest vermaarde, authentieke Vikingschepen ter wereld te zien zijn. De slanke, rank gelijnde romp van het Gokstadschip, het zo mogelijk nog sierlijker Osebergschip, ik had als kind al foto's ervan kapot gestaard, beduimeld tot op de rand af van het idiote. Binnenkort zou ik ze in levende lijve zien, hopelijk werd dat geen teleurstelling.
Teleurstellingen, 't leven heeft me geleerd dat ik ze - als het even kan - maar beter kan vermijden. Tegenwoordig ga ik ze dan ook doelbewust uit de weg en dat lukt me meestal nog aardig ook. Daarom ga ik ook niet naar grote steden en stuur ik mijn kat naar andere gedoodverfde attracties. Meestal is hun reputatie namelijk schromelijk overdreven en gelijken ze maar amper op het beeld dat via allerlei kanalen van hen wordt opgehangen. Je kunt het een beetje vergelijken met de deelname van België aan Eurosong; 't was beter enkel te weten dat Tom Dice ons daar vertegenwoordigde dan die gast zijn act te zien. Sprak men vroeger in verband met een bekende voetballer van een koorknaap met een leeuwenhart, nu sturen we een soort mannelijke Sœur Sourire naar wat sterk lijkt op een muziekschool; de meesten die daar aan de bak komen, moeten ook nog leren zingen. Maar dat terzijde, de Kawasaki behoefde helemaal geen zangles, want ook deze keer zong die zijn lied beheerst, maatvast en zonder ook maar één blik op de partituur te moeten werpen. In zijn plaats had ik niets anders gedaan, want de wereld was mooi vandaag. Onder een prachtige lentezon was het groen van het gras en de bomen bijna surrealistisch van kleur, de bij wijlen als zilver oplichtende waterpartijen groots en indrukwekkend en in sterk contrast met de egaal gekleurde staalblauwe hemel. 't Hield de belofte in dat deze rit memorabel zou worden en dat zat er ook dik in. 't Was lang geleden dat ik me mentaal zo sterk had gevoeld. De rust, de kalmte, de tijd en de plaats om de dingen in hun juiste perspectief op een rijtje te zetten. Ook op dat gebied had het noorden nog maar eens zijn reputatie bij mij waargemaakt.
Motorrijden in Noorwegen; als ze me morgen zouden vragen hoe dat voelt, zou ik er met zekerheid een flinke boom kunnen over opzetten. Onder andere over hoe gemakkelijk het is om er te rijden. Ondanks het ontbreken van snelwegen die naam waardig (naar onze begrippen) zet je er bijvoorbeeld echt wel knappe gemiddelden neer. Door het luwe verkeer kan je er namelijk uren aan een stuk met een mooi tempo blijven rijden en verkeerslichten kom je er zo goed als nooit tegen. Probeer het maar eens in België om via secundaire banen 135 kilometer af te leggen zonder één keer een voet aan de grond te zetten, behalve om een foto te nemen. Als je dat lukt, eet ik mijn laptop op, maar het lukte me wel toen ik die bewuste dag naar Oslo reed en ook nog eens op de weg terug. De Zweedse vrachtwagenchauffeur waarmee ik van Gent naar Brevik had gereisd, had me nochtans gewaarschuwd; het verkeer in Oslo zou er heel druk zijn. Dat alles echter relatief is, werd me nog maar eens bewezen toen ik het centrum van de stad naderde. Op de snelweg die dwars door de stad leek te lopen, was er wel verkeer maar druk kon je het bepaald niet noemen, tenminste niet naar Vlaamse begrippen. Nu ja, we zijn dan ook wel wat gewoon, Brussel is niet voor niets onlangs nog als een van de moeilijkst bereikbare steden van Europa uit de bus gekomen. Wellicht was ik iets te weinig geconcentreerd, feit is dat ik plotseling door madam gps terug naar het noorden werd gestuurd. Tijd dus om langs de kant te gaan staan en die trien de levieten te lezen. 't Zou de eerste keer niet zijn dat ze mij met haar wispelturigheid voor de gek hield. "Satellietverbinding verbroken", 't scheen de laatste tijd zowat haar lijflied te zijn en ook nu bleek dat haar smoes om me aan de kant te zetten. Gelukkig maar, want er was duidelijk wat meer loos dan enkel een gestoorde satellietontvangst. 'k Had nauwelijks de motor afgezet of een overweldigende stank sloeg me in de neus. Had ik zo'n slechte adem vandaag? Nee toch? 'k Had toch geen vis gegeten? Met het vizier van de helm open werd het alleen maar erger, dus mijn spijsvertering kon deze keer niet de oorzaak zijn. Misschien iets doodgereden dat nu onderaan de Kawasaki hing te bakken? Zo te zien was ook dat ook niet het geval en ook van een lek was op het eerste gezicht niets te bespeuren. De stank bleek bovendien niet alleen van geur te veranderen, maar ook in intensiteit te variëren. Zo ruikt het dus langs een drukke baan als je enkele dagen in de pure natuur in de Noorse bergen hebt doorgebracht.
't Adres van het Vikingskiphusetmuseum onder madam Garmin haar neus geduwd en enkele niet mis te verstane bedreigingen aan haar adres geuit; 't bleek voldoende om haar terstond te overreden om me de snelste weg naar Bygdøy te wijzen. Een vrouw laten weten dat als het zo verder gaat je ze door een jonger model gaat vervangen; 't is een doeltreffende remedie, zelfs voor een oud zeer. 't Schiereiland in de Oslo-fjord dat in de wandelgangen 't museumeiland wordt genoemd, bereikte ik dan ook voor ik pap kon zeggen. Voor de liefhebbers van weetjes: 't heette vroeger Ladegårdsøen, wat naar het schijnt "schiereiland" wil zeggen. Je raadt nooit waarom, en ik weet het ook niet, want oorspronkelijk was het een eiland. Heden ten dage is Bygdøy een opmerkelijk stukje Oslo. De beau monde van Noorwegen heeft er zijn optrekjes. Héél oppervlakkig kan je het dan ook een beetje vergelijken met het oorspronkelijke Knokke-Zoute, maar dan wel netjes en met veel meer stijl. 't Water errond is ook veel properder, in plaats van het (gelukkig) alles verbergende gore zeewater van de Belgische kust zwemt Bygdøy in glashelder water dat vergeven zit van mossels en vis. 't Is eens wat anders dan die maandverbanden en tampons die er vanaf ons zandstrand nog te vangen zijn.
Naast een gezonde zeebries en een mooi zicht op de skyline van Oslo is er op Bygdøy ook heel wat interessants te zien; 't zou anders niet het museumeiland heten. Voor ik het goed en wel wist, stond ik voor de eerste bezienswaardigheid; ik herkende het gebouw van het Noors Universiteitsmuseum, het Vikingskiphusetmuseum, van de foto's ervan die ik op het internet had gevonden. 't Leek ook in realiteit sterk op een kerkgebouw, een centrale toren en vier vleugels tot één geheel in een kruis gevat. Er vlakbij parkeerplaats vinden voor mijn parelmoerwitte bolide bleek geen probleem, op de parking van het museum stonden welgeteld zeven auto's, dus daar kreeg ik de twin, zelfs met zijn koffers, nog net tussen. De jongedame achter het loket schakelde van zodra ze me zag meteen over van het Noors naar vlekkeloos Engels. Blijkbaar was het mij aan te zien dat ik hier geen ingezetene was. 60 Noorse Krone vroeg ze mij om me binnen te laten, en die heb ik haar ook zonder meer betaald. Er zijn dromen die veel meer kosten om ze te realiseren in dit leven. Als ik ooit moest uitrekenen wat alle vrouwen die ik ooit heb liefgehad me hebben gekost; 't is geen mens die dat wil geloven, laat staan dat ik de grootte van die boete voor mezelf wil weten.
Ook vanbinnen bleek het museum veel weg te hebben van een kerk. In plaats van met ettelijke rijen stoelen, crucifixen en heiligenbeelden werd ik er echter meteen geconfronteerd met één van de meest indrukwekkende van Gods schepsels die ik ooit heb gezien. Inderdaad, schepsels, want de eerste indruk die het Osebergschip op me losliet, was dat het hier niet om een oud houten schip ging maar om een levend wezen, een vriendelijke, mythologische draak die zich parmantig liet bewonderen, zich wentelend in de aandacht die men voor haar had, als een reusachtige tweekoppige zwarte zwaan zittend op het droge. Pakweg 1300 jaar had deze schoonheid begraven gelegen; generaties lang had men haar bestaan niet geweten, dit was een getuige uit een heel andere tijd, een tijd waarvan we niet eens zo heel veel weten, en 't was de oude dame allemaal nauwelijks aan te zien…
Met mijn ogen tastte ik haar enorm sierlijke, elegante lijnen af, streelde met mijn blikken haar hoog oplopende boeg en haar al even hoog verheven achterschip. De details van het houtsnijwerk waren schitterend en gaven het onweerlegbaar iets vrouwelijks. En dat is op zich helemaal niet zo vreemd, want dit vaartuig maakte tussen de 7de en de 20ste eeuw deel uit van een grafheuvel waarin twee vrouwen waren begraven.
De resten laten vermoeden dat het om een oude, heel belangrijke vrouw ging die samen met een jongere vrouw (haar bediende?) op deze majestueuze wijze werd begraven, samen met een indrukwekkend arsenaal aan gebruiksvoorwerpen, een wagen, een slede, ja, zelfs met compleet opgetuigde paarden. Net als de Egyptenaren geloofde men in het oude Noorwegen namelijk in een leven na de dood, en daartoe moest de overledene dus ook uitgerust worden op haar of zijn laatste reis. In het geval van de eigenares van het Osebergschip was een budget hiervoor blijkbaar geen probleem. De kunstig versierde wagen, de dito slede, ze zijn werkelijk uniek en worden in hetzelfde gebouw tentoongesteld.
In een tweede beuk staat het sober en ontegensprekelijk dreigend ogend Gokstadschip. Ik behoefde me de uitleg over dit vaartuig niet voor de geest te halen om te weten dat dit schip een mannenschip is en voor een grote krijger een graf vormde. De lijnen zijn dan wel bijna even gaaf, de flanken zijn enkele planken hoger opgetrokken dan bij het Osebergschip, hetgeen aangeeft dat het met de zeewaardigheid wel goed zat. Moest ook wel, want ook dit schip dateert uit het begin van wat in Europa het Vikingtijdperk wordt genoemd.
Vikings, afkomstig uit hoofdzakelijk Noorwegen en Denemarken, voerden gedurende enkele eeuwen strooptochten uit langs de kusten van de toen gekende wereld. Het ene bloedbad na het andere veroorzakend bezorgde hen dat een plaats in de geschiedenis van zowel Europa als Rusland en het Nabije Oosten. Niets om fier op te zijn, ook niet als Noor, maar elk land heeft wel zo ergens een erfzonde op zijn rekening. Onlangs verklaarden bijvoorbeeld betrouwbare bronnen dat om "de Kongo" te kolonialiseren 35.000 zwarte zieltjes zijn gesacrifieerd. 't Zal je als christelijk vorstenhuis maar overkomen dat de hobby van één van je leden zo uit de hand loopt. Maar wie weet, misschien waren sommigen van de hooggeplaatsten van de kerk ook toen al te ziek om dat te weten en lagen ze in plaats daarvan met een snotneus in bed…
Het derde schip dat in het Vikingskiphusetmuseum te zien is is duidelijk minder goed bewaard. Een en ander zou te maken hebben met de grondgesteldheid van de verschillende graven. Kleigrond zorgt voor een betere conservering van het hout terwijl zandgrond, zoals in het westen van Noorwegen meer voorkomt, het verval sneller laat verlopen. Achter het levensloze lichaam van deze arme, vermoeide draak liggen echter enkele mooie, kleine vaartuigen. Ze zijn naast het Osebergschip gevonden en zijn tijdoos van vorm. Nu nog zijn bijna identieke vaartuigjes quasi onveranderd in gebruik in Noorwegen.
Ik schoof zwaar onder de indruk van wat ik gezien had naar buiten. 't Zonnetje scheen verleidelijk en ik had dorst, dus besloot ik op het terras voor het museum iets te gebruiken. Belgische wafels, stond er op een uithangbord bij de kiosk, maar bij nader inzien bleken die veeleer weg te hebben van misbakken suikerwafels dan van echte wafels van bij ons. Dan maar een hotdog, een mens moet tenslotte toch iets eten. Terwijl ik het armzaligste excuus voor een hotdog ooit in de handen kreeg gestopt, samen met een al even pover gemonteerde cappuccino, en daarvoor een klein fortuin aan Kronen betaalde, viel het me op dat de twee mannen in de kiosk met elkaar in het Frans communiceerden. Ze bleken inderdaad afkomstig te zijn uit Frankrijk en gedroegen zich ook daarnaar (wat een cliché!). Al wat geen piemel had was voor hen niet veilig zo te zien. En dan kwam er zowaar eentje naast me zitten en sprak me aan. Had ik me dan toch vergist?!
Vlamingen willen geen Frans spreken vertrouwde hij me samenzweerderig toe. Als 't dat alleen maar was, dacht ik bij mezelf maar in de plaats van op zijn poging tot verbroederen in te gaan vroeg ik hem hoe hij in Noorwegen was terecht gekomen. Dertig jaar geleden een Noorse leren kennen, was zijn antwoord en daarbij keek hij met een plots afwezige blik in de verte. 't Lag op mijn tong om hem te vragen of ze het achteraf bezien waard was geweest, maar 'k hield me in. Tenslotte, wat is geluk in dit leven, dat is voor iedereen iets anders. 't Is gelijk met vioolspelen, voor de een is dat het wrijven met paardenhaar op gedroogde kattendarmen, voor de ander de hoogst mogelijke kunstvorm… Wordt vervolgd... Met dank voor de samenwerking bij het verwezenlijken van dit project: Visit Norway
Kawasaki Benelux
Hogevarde
Nuttige links: DFDS Tor Line: http://www.dfdstorline.com Vassfaret-bjornepark: http://vassfaret-bjornepark.no/ Oslo: http://www.visitoslo.com/en/?x=1 Vikingskipshuset: http://www.khm.uio.no/museumsbutikk/engelsk/vikingskipshuset.html Kon-Tiki museum: http://www.kon-tiki.no/e_aapning.php Fram museum: http://www.fram.museum.no/en/ Brusletto: http://www.brusletto.no/index.php?sprakID=eng& Maihaugen museum: http://www.maihaugen.no/en/ Art van Riet: www.noemedbilder.com