Isle of Wight - New Forest (deel 6)


Met een ietwat verveeld gevoel trek ik de deur van The Annexe, ons verblijf in Brockenhurst, achter ons dicht. Ik adem de frisse ochtendlucht diep in, zet de laatste bagage op zijn plaats en knik bevestigend naar Bondgenote als ze me vraagt of ik klaar ben om te vertrekken. We rijden over de A337 pal noord, passeren zo Lyndhirst en slaan daarna rechtsaf op de A31. We zijn op weg naar huis maar willen desondanks alles uit ons nog korte verblijf in Engeland halen.
Het prachtige, tijdloze landschap van The New Forest maakt al snel plaats voor de drukke, moderne wereld als we Southampton passeren op weg naar de historische dokken van Portsmouth, onze eerste halte van de dag. Na amper een uurtje rijden komen we bij die dokken aan, zoeken een passende plaats om te parkeren en nemen dan de omgeving in ons op. De gebouwen die er staan zijn allemaal relatief jong, en op het eerste gezicht hebben slechts drie van de oude huizen hebben de tand des tijds overleefd. Twee van die oude huizen worden ingenomen door The Ship Anson, een traditionele Engelse pub met daarnaast een boekenwinkeltje dat ook soeveniers verkoopt. We nemen ons voor om als de tijd het toelaat straks iets te gebruiken in The Ship Anson, maar weten eigenlijk nu al dat de kans daarop -gezien ons strakke schema- heel gering is.
We lopen door Victory Gate de Historic Dockyard op. Hier bouwt men bijna 500 jaar lang oorlogschepen voor de Royal Navy. Dat Porthsmouth op militair vlak zeer belangrijk is blijkt als we op een informatiebord lezen dat het de grootste marinebasis is van Europa. 't Is dus bijna een wonder dat je er als gewone sterveling toegelaten wordt. Dat een en ander scherp in het oog wordt gehouden blijkt al snel als we twee tot de tanden bewapende politieagenten tegenkomen. Gewapend met zowel een ultramodern machinegeweer als een dubbele kin komen ze echter alles behalve agressief over. Yep, we zijn gelukkig in Engeland en niet in Amerika waar dergelijke kwasten zichzelf wel érg au serieu nemen…
De historische dokken van Portsmouth zijn blijkbaar populair want ondanks het vroege uur heeft er zich al een lange rij bezoekers gevormd die gediciplineerd voor de loketten aanschuiven. Als ons gevraagd wordt wat we willen bezoeken geven we aan dat we vooral interesse hebben in een bezoek aan de H.M.S. Victory, het vlaggeschip van de Navy dat admiraal Nelson voer tijden de historische zeeslag bij Trafalgar. We weten dat er hier heel wat meer op ontdekking ligt te wachten maar kunnen ons niet veroorloven om alles te bezichtigen, daar komt men zelfs met een volle dag niet aan toe! Als we naar buiten lopen worden we meteen geconfronteerd met een prachtig zeilschip dat statig zijn boegspriet naar de wal uitsteekt. Het is de H.M.S. Warrior, een oorlogschip dat te water ging in 1860 en de trots was van koningin Victoria's vloot. Niet van buiten te zien is dat dit schip zowel met stoom als met windkracht aangedreven werd.
We schieten enkele beelden maar lopen dan verder, langs oude, maar intakte bakstenen gebouwen, in de richting waarin we de H.M.S. Victory vermoeden. En dan staan we plots oog in oog met wellicht één van de meest vermaarde schepen uit de wereldgeschiedenis. De machige romp heeft een ietwat verrassende vorm en draagt een diep beige kleur welke wordt afgewisseld met zwarte stroken en hemelsblauwe aksenten.
Teleurstellend voor mij is dat van de drie originele masten momenteel gerestaureerd worden en tijdelijk vervangen zijn voor veel lagere dummy's en het schip dus in het geheel niet het majestueuze tuigwerk draagt dat zo karakteristiek is voor dergelijke zeilschepen. We lopen om het schip heen en komen zo bij de loopplank terecht die naar een rijk versierde ingangsdeur in de scheepswand leidt.
Terwijl we aan boord gaan zien we dat het schip niet meer in het water ligt maar in een droogdok hetgeen het onderhoud en de restauratie van de van de romp die in 1765 te water ging vergemakkelijkt. Van zodra we aan boord zijn worden we ondergedompeld in een wereld die niet meer van deze tijd is. Zware kanonnen kijken door luiken in de romp naar buiten, de witgeschilderde zoldering is laag en alles is gemaakt van hout, ijzer, brons of touw. Het vurenhouten dek is gepolijst door de naakte voeten van de zeelui die hier benedendeks de dienst uitmaakten in moeilijke omstandigheden. Men at, sliep en leefde in deze ruimte en maakte daarbij van elke vierkante centimeter gebruik. Voeg daarbij dat H.M.S. Victory een 850 koppige bemanning had en je kunt je voorstellen dat er een ijzeren dicipline nodig was om het overbevolkte schip te laten functioneren.
We zoeken met verbaasde blikken onze weg naar het bovendek. De aanblik die we daar krijgen kan niet tippen aan de sfeer die er benedendeks hangt; je voelt met je motorlaarzen aan dat het schip niet in zijn natuurlijk element is met al die gebouwen om zich heen. Maar als we de het dubbel uitgevoerde stuurwiel in het oog krijgen maakt dat veel goed en als we even later de Master's Cabin betreden gaan we meteen 200 jaar terug in de tijd.
Hier leefde de meester van het schip, boog zich over de zeekaarten, nam beslissingen, vergaderde met zijn officieren en at en sliep in dezelfde kwartieren. Ondanks het feit dat de vertrekken heel polyvalent gebruikt werden is men er in geslaagd een elegante luxe aan de dag te leggen. Prachtige meubels uit mahoniehout en blinkend gepoest brons zorgen voor een warm en gezellig interieur.
Dat ook hier de kunst van het oorlogvoeren op de eerste plaats stond blijkt uit het feit dat het bed van de meester boven een kanon hangt en alle tussenwanden met een ingenieus systeem konden weggeschoven worden. Rondvloegende houtsplinters ten gevolg van een kanonskogel die de wanden penetreerde waren destijds minstens even gevaarlijk als een welgemikt schot van de tegenpartij.
Als afsluiter bezoeken we het laagste dek van de Victory. We krijgen er uitleg van de instrumenten die de scheepsdokter gebruikte en horen ook in grote lijnen hoe destijds amputaties en dergelijke uitgevoerd werden. Ook krijgen we tekst en uitleg over de wijze waarop het lichaam van admiraal Nelson, die tijdens de zeeslag bij Trafalgar om het leven kwam, bewaard werd tijdens de terugreis naar Engeland. Geheel volgens de destijds gangbare gang van zaken is het lichaam van Horatio in een vat vol brandy gestopt waardoor het niet alleen het ontbindingsproces werd afgeremd maar ook de kans op infectie voor de levenden gevoelig verminderde. Inderdaad, je moet er maar op komen!
Tengevolge van de opgedane indrukken loop ik met een wat duizelend hoofd kort daarna op de kades. Als we -raar maar waar!- binnen de gronden van de historische dokken een grote antiekzaak aantreffen is Bondgenote niet te houden en wil op onderzoek uit. Ik volg haar aanvankelijk wegens de beperkte beschikbare tijd ietwat schoorvoetend maar ben amper binnen of ik wordt dol enthousiast: alles wat er te koop staat staat rechtstreeks in verband met de maritieme geschiedenis … ik kan me maar nauwelijks inhouden om niet naar huis te gaan met een pracht van een antieke sabel die ik uit het grote aanbod opdiep.
Als we de historische dokken verlaten leert een blik op de klok ons dat we inderdaad maar beter van een natje en een droogje in The Ship Anson afzien willen we onze dagplanning aanhouden. We rijden even later over de A27 in oostelijke richting en houden er flink de pas in. De GPS geeft aan dat we ongeveer 150 kilometer te rijden hebben naar onze volgende stopplaats en schat dat we daarvoor dik twee uur zullen nodig hebben. De rit verloopt vlot maar de zon begint zich af en toe achter wat lichtgrijze wolken te verschuilen. Net voorbij Lewes draaien we af in noordoostelijke richting en beginnen de B2192 te volgen. We rijden eventjes verloren en genieten zo al snel weer van de rust van het landschap dat zich vlak naast de drukke wegen uitstrekt.
Zo komen we op de A229 terecht die ons netjes aan de voordeur van Sissinghirst aflevert. Ook hier treffen we op de parking enkele prachtige oldtimers aan, wat dat betreft kom je in het zuiden van Engeland volop aan je trekken!
Bondgenote, die Sissinghirst ooit al eens bezocht, neemt terstond de rol van gidse op zich. Ze vertelt me het verhaal van Vita Sackville-West, de schrijfster/poëte/tuinierster die in de eerste helft van de vorige eeuw het oude kasteel restaureerde en de nu internationaal bekende tuin aanlegde.
Vita, getrouwd met Harold Nicolson -schrijver en diplomaat- leidde echter in tegenstelling tot men bij de aanblik van dit landgoed zou kunnen verwachten een alles behalve rustig leven. Ze stond bekend als een exhuberant levende aritocrate die er naast haar man ook een lijst van vrouwelijke minnaars op na hield.
Dat ze een vrouw was met vele talenten blijkt overduidelijk uit de aanleg van de tuinen die het kasteeltje omringen. Ondanks het feit dat er heel wat bezoekers rondlopen ademen de tuinen een weldoende rust uit. De oude bijgebouwtjes, gelegen midden in de tuinen, doen sprookjesachtig aan en scheppen samen met de tuinen een sfeer van tijdloosheid en vrede.
Opgedeeld in kamers bieden de tuinen elk ogenblik een nieuwe aanblik door zowel verrassende perspectieven als de keuze van planten en bloemen. Opvallend is dat de bezoekers van alle leeftijden zijn; normaal want wie blijft niet even stilstaan om bijvoorbeeld het prachtige beeld van een boomgaard vol bloeiende fruitbomen in zich op te nemen!
Ik probeer de namen van de planten en bloemen die ik mooi vind te lezen om ze te onthouden maar weet nu al dat me dat niet zal lukken. Bondgenote, die Latijn heeft gestudeerd, heeft daar een beter hoofd voor maar de enorme selectie van bloemen en planten is zo groot dat ik er zeker van ben dat het ook haar niet zal lukken om een en ander in haar geheugen op te slaan.
Dan maar foto's gemaakt van de planten met hun bijhorend naamplaatje; de techniek dient de mens denk ik daarbij maar stel meteen deze overdenking in vraag… hoeveel keren heb ik al geen gevecht aangegaan met technieken die het vertikten om me te helpen in mijn bezigheden?!
We raken maar moeilijk uitgekeken op Sissinghirst maar de klok in onverbiddelijk en de ferry in Dover mogen we niet missen willen we vannacht nog in ons eigen bed slapen. Na een laatste blik op een vijver vol vissen en een bos gevuld met bluebell's - Hyacinthoides non-scripta voor de Latijn liefhebbers- lopen we terug naar de parkeerplaats.
Voor we daar aankomen worden we nog getrakteerd op prachtige vergezichten over de omgeving van Sissinghirst; 't is inderdaad een plek die verdient om terug te komen antwoord ik Bondgenote bevestigend op de vraag die ze me stelt.
Voorlopig zal daar echter weinig van in huis komen. Thuis wacht ons de dagelijkse gang van zaken, en die ligt in alle opzichten ver verwijderd van door stemmige tuinen omringde oude kastelen, glooiende landschappen en het land waar men als voertaal Engels heeft. Maar wat we gezien en beleefd hebben kan niemand ons afnemen, filosofeer ik bij mezelf terwijl ik op de parking arriveer en er me aan een Morgan vergaap waardoor ik bijna over een prachtige Lotus Europa struikel die laag bij de grond naar buiten rijdt.
Een uurtje later staan we op de kade van Dover. Het inschepen verloopt vlot en als het schip de kade verlaat valt net de duisternis is. Vanop het dek zie ik de witte krijtrotsen van Dover in de verte verdwijnen. Ik voel me rustig, ontspannen en voldaan… wat een vakantie!
Interessante links: Isle of Wight: http://www.visitisleofwight.co.uk/
Zuidoost Engeland: http://www.visitsoutheastengland.com/
Old Coastgurad's cottage: http://www.aftonthatch.com/coastguards.html
Carisbrooke Castle: www.english-heritage.org.uk
Isle of Wight Steam Railway: www.iwsteamrailway.co.uk
New Forest: http://www.thenewforest.co.uk/
http://www.brandnewforest.com/twizy/
New Forest vakantieverblijven:
www.newforestholidaylets.co.uk

Sammy Miller Museum: http://sammymiller.co.uk/
Visit Britain: http://www.visitbritain.com/nl/NL/
DFDS Seaways: http://www.dfdsseaways.nl/overtochten/
WightLink: http://www.wightlink.co.uk/