Cotswolds (deel 4)

Deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, extra fotoalbum

Spelend met de gedachte dat de wet die deze streek behoedde voor grote veranderingen zeker de rijke grondbezitters geen windeieren heeft gelegd rijden we verder naar Burford maar voor we daar aankomen gaan we even de weg af naar Aldsworth.

aldsworth

We hebben gehoord dat in dit gehuchtje de tijd al enkele honderden jaren heeft stilgestaan. Als we er aankomen blijkt dat ook zo te zijn. Ondanks het feit dat er op deze plaats sinds de oudheid al mensen leefden is de huidige bevolking amper 250 koppen groot. Een kerkje, een pub en de nabijgelegen Aldsworth Manor proberen de aandacht te trekken van de bezoeker maar het is de opvallende rust die er heerst die op mij de grootste indruk maakt.

In het nabijgelegen Burford gaat het er heel anders aan toe. Deze van oorsprong Anglo Saksische stad ontwikkelde zich tot een levendige plaats waar de A40 net langs loopt en de A361 de Windrush rivier kruist middels een oude, stenen brug die slechts één baanvak breed is. Stap er gerust eens af, om er eens rond te kijken en een terrasje te doen of om iets te eten, terwijl je je verbaast over het aantal verschillende bouwstijlen die de hoofdstraat telt.

burford

In de High Street komt het heden en het verleden samen om je van dienst te zijn. Pub's, restaurants, en winkels hebben de oude huizen betrokken. Op de paats waar vroeger de koetsen en de paarden stonden parkeer jij nu je motor of je wagen… Burford bewijst dat het moderne leven kan plaatsvinden in een rustiek decor…

burford

Niets laat je vermoeden dat op enkele tientallen meters van de High Street Battle-Edge field ligt, het slagveld waar in 752 de West Saksen de koning van Mercia versloegen. Door deze overwinning verloor het koninkrijk Mercia zijn macht over de Saksen die uit delen van Denemarken, Nederland en Duitsland de Noordzee waren overgestoken op zoek naar land en rijkdom. Het zou tot de komst van de Normandiërs in 1066 duren vooraleer de Saksen terug het hoofd moesten buigen.

burford

Van Burford is het amper 10 mijl rijden naar Bourton-on-the-Water. De A424 ernaartoe kan druk zijn maar via de rustige, alternatieve route via Taynton, Great Barrington en Great Rissington vermijd je de drukte. Het landschap dat je doorkruist is in eeuwen maar weinig veranderd. De weiden en velden wisselen af met stroken bos; het asfalt is goed en de weg slingert zich over een zacht glooiend landschap. Wat moet je als motorrijder nog meer hebben?!

De zomerzon drukt zwaar op de wereld als we Bourton-on-the-Water binnenrijden. Het is er verrassend druk maar al snel wordt ons duidelijk waarom iedereen naar dit anders zo rustige plaatsje is afgezakt: de Windrush rivier loopt dwars door de dorpskern en is middels verstevigde oevers enorm gemakkelijk bereikbaar. Het frisse water zorgt voor verkoeling voor zowel mens als dier en dat is meer dan welkom in deze uitzonderlijk hete dagen van de zomer van 2018.

burton on the water

Bourton-on-the-Water is zo oud als de tijd zelf en is zowat altijd door de mens bewoond geweest. Zowel in de oudheid, de Romeinse tijd, de Dark Ages als de middeleeuwen was dit plaatsje bekend. Pas in het begin van de 20ste eeuw deed het toerisme er zijn intrede en sindsdien is het plaatsje een trekpleister geworden voor diegenen die de Cotswolds bezoeken.

burton on the water

Flaneren langs de groene boorden van de rivier laat je toe om van de gezellige sfeer in het dorpje te genieten. Niet minder dan 114 gebouwen zijn er als beschermde monumenten door de overheid erkend. Als je denkt dat het zicht zo uit een film kon zijn weggelopen dan heb je het bij het rechte eind; het plaatsje diende onder andere als decor in de James Bond film "Die Another Day" uit 2002.

burton on the water

Waar de rivier van de High Street wegbuigt vind je net naast de brug (zonder relingen!) het Cotswold Motoring Museum. Doe jezelf een plezier en bezoek het, het zal je niet spijten! Wat het museum niet heeft in vierkante meters maakt het goed door zijn inhoud en inrichting.

Zelfs al heb je al heel wat auto- en motormusea bezocht, toch zal je onder de indruk komen van de charmante manier waarop de echt wel interessante voertuigen er tentoongesteld worden. Na een half uurtje bewonderen kom je terug in de 21ste eeuw terecht maar de sfeer die er in het museum heerst blijft gegarandeerd nog een hele tijd in je kleren hangen.

Vanuit Bourton-on-the-Water rij je normaliter op 10 minuutjes naar Stow-on-the-World, maar als je iets wilt ontdekken wat slechts weinigen gaan zien moet je een ommetje maken langs Upper Slaughter.

the slaughters

Dit gehuchtje aan de traag voorbij stromende rivier Eye is een stop meer dan waard. De kleine dorpskern ligt in een bocht van de rivier en bestaat voornamelijk uit de optrekjes van enkele gefortuneerden die hier in alle rust van het leven genieten. Je kunt alleen maar beamen dat die mensen naast veel geld ook veel smaak moeten hebben want alles is er even mooi als verzorgd. Navraag leerde ons dat je er ook een vakantiewoning kan huren maar naar de prijs daarvan zijn we vergeten informeren ;-D

We genieten van het zicht op de Eye, de pittoreske bruggetjes, de statige huizen en de gemanicuurde tuintjes van Upper Slaughter. De Manor van Upper Slaugter was reeds bekend in het Domesday Boek dat in 1086 geschreven werd en het Lords of the Manor hotel is er nu de belangrijkste onderneming. Slaughter is trouwens één van de weinige Engelse leefgemeenschappen die geen slachtoffers kenden in zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog.

De rust van Slaughter staat in schril contrast met de bedrijvigheid van Stow-on-the-Wold. Aan de drukte van het verkeer voel je dat deze plaats sinds mensenheugenis aan de kruising van heel wat wegen ligt. Van die interessante ligging heeft het stadje altijd al profijt gehad; het was en is reeds eeuwen de plaats waar handel wordt gedreven.

En dat heeft de aanblik en de sfeer in de stad geen windeieren gelegd; de winstgevende handel zorgde voor mooie gebouwen en pleinen en een bruisend handelsleven. Niet weinig daarvan staat momenteel in verband met de toeristen industrie.

stow on the wold

We parkeren de motoren op het ruime marktplein. Als we rondkijken worden we geconfronteerd met tal van stemmige pub's, hotels en restaurants. Een grote antiekzaak op de hoek van het plein lokt ons naar binnen. Als we een uurtje later terug buiten staan zijn we blij dat we ons niet hebben laten verleiden. Op de motor een stuk antiek naar huis brengen is nu eenmaal niet verstandig…

stow on the wold

De kleine straatjes en de stemmige winkeltjes lokken ons door de binnenstad. Niet wat er in de etelages ligt is belangrijk; de charme van de winkelgevels alleen is al voldoende om ons aan te trekken. Bij de St Edward's kerk gekomen loop ik er helemaal rond. Ik zoek een toegangsdeur die geflankeerd wordt door twee bomen die het geheel een sprookjesachtige aanblik geven.

Als ik de deur ontdek vraag ik me af wie ooit op het idee is gekomen om aan beide zijden van de deur een taxusboom te planten. Het tijdstip waarop dat gebeurde is ook al moeilijk te achterhalen. Een taxtusboom kan meer dan 600 jaar oud worden.

Waarschijnlijk stonden de bomen er al toen er in de stad zwaar gevochten werd tijdens de burgeroorlog. In de straten van Stow-on-the-Wold stonden na de slag plassen bloed die zo groot waren dat de eenden erin baadden… De kerk werd trouwens na de laatste slag bij Donnington tijdelijk de gevangenis voor 1.000 Royalisten. Ook deze mooie plaats heeft dus zijn deel van de gruwelen van de mens gezien…

stow on the wold

Op de terugweg naar het noorden van de Cotswolds stappen we nog even af in het bezige Moreton-in-Marsh. Het stadje is al sinds eeuwen een bedrijvige handelsplaats die prat mag gaan op een meer dan 2000 jaar lange geschiedenis. De gevels van de oude huizen getuigen daarvan en het schandblok op de village green waarschuwt dat men hier maar best zijn manieren kan houden.

Ook hier valt op dat oud en nieuw perfect kunnen samengaan. De prachtig onderhouden huizen, hotels en pleinen die honderden jaren geleden zijn aangelegd zorgen nog steeds voor een aangenaam leefmilieu dat slechts verstoord wordt door het drukke verkeer dat de kruising van de A44 en de A429 met zich meebrengt.

moreton

Vanuit Moreton-in-Marsh rijden we naar het oosten over de A44. De weg is drukker dan we van de wegen in de Cotswolds gewoon zijn maar dat is niet meer dan logisch. De A44 is namelijk de hoofdweg vanuit deze contreien naar Oxford, de wereldbekende universiteitsstad. Deze keer is Oxford echter niet ons einddoel. Dat is Blenheim Palace, dat letterlijk het meest oostelijk gelegen punt van de Costwolds vormt.

Voor we daar aankomen passeren we Chipping Norton. De naam van de stad verraadt reeds zijn geschiedenis als marktstad want "chipping" betekende in oud Engels "markt". Als we de stad binnenrijden valt ons het opmerkelijke silhouet van Bliss Mill op, een voormalige tweed weverij. Het 5 verdiepingen hoge fabrieksgebouw heeft het uitzicht van een landhuis met een excentrieke, reusachtige schouw ervoor. Een opmerkelijk gegeven toen het gebouwd werd in 1872 en handig toen de fabriek stopte in 1980; het gehele complex doet nu dienst als een appartementsgebouw.

Hoewel de stad tal van bezienwaardigheden heeft besluiten we wegens tijdsgebrek meteen door te rijden naar Blemheim Palace. Als we er aankomen toont het machtige bouwwerk zich boven een sierlijke waterpartij, die op haar beurt weer deel uitmaakt van een uitgestrekt landschapspark. We parkeren de motoren op de uitgestrekte parkings en lopen naar het hoofdgebouw toe. Onderweg valt het ons op dat ook hier de uitzonderlijk lange droge en warme periode zijn sporen heeft nagelaten. De anders ongetwijfeld prachtig groene gazons hebben nu een lichtbruine kleur en geven geen teken van leven meer.

De lockers in het ingangsgebouw blijken te klein voor onze helmen maar een vriendelijke dame aan de balie neemt zee graag onder haar hoede. Even later staan we voor de indrukwekkende façade van het fantastische complex dat Blemheim Palace is. En zeggen dat dit landgoed ooit als een cadeau was bedoeld van de Engelse kroon aan John Churchill, de eerste hertog van Marlborough, als dank voor zijn militaire prestaties tegen de Fransen!

Het paleis dankt zijn naam aan de slag om Blenheim in Bavaria, het huidige zuiden van Duitsland en is gebouwd tussen 1705 en 1722. De familie Churchill heeft sindsdien het landgoed bewoond. Momenteel is het paleis in handen van de 12de Duke of Marlborough. Hij moet het echter delen met een ontelbaar aantal toeristen dat jaarlijks het Blenheim Palace bezoekt.

Als je door de zalen en gangen van het paleis dwaalt word je overstelpt door de grote rijkdom die er tentoon wordt gesteld. De vertrekken zijn stuk voor stuk overladen met prachtige muurschilderingen, stijlvol meubilair, fantastische verlichtingen en monumentale open haarden. Daarbij is elk vertrek afgeladen met kunstvoorwerpen.

Het aantal beelden, schilderijen, porselein, tapijten, boeken, manuscripten en andere kunstvoorwerpen is door zijn verscheidenheid en veelheid voor een bezoeker niet te bevatten. Tot in de oude paardenstallen toe is er een ongekende rijkdom geëtaleerd voor de verbaasde bezoekers.

Opmerkelijk is een permanente tentoonstelling die gewijd is aan Winston, waarschijnlijk de bekendste telg van het Churchill geslacht. Je leert er de mens achter de grote man beter kennen en diverse gebruiksvoorwerpen die hem persoonlijk hebben toebehoord worden er tentoongesteld. Helemaal intiem wordt het als je zijn slaapkamer bezoekt. Die geeft je de indruk dat hij er elk moment kan binnenlopen.

Niet onbelangrijk is dat alles in en om het Blenheim Palace zich in uitstekende staat bevindt. Als je in België een oud paleis bezoekt is dat lang niet altijd het geval. Enkel de huiskapel heeft dringend een likje nieuwe verf nodig, voor de rest is alles wat getoond wordt in een ronduit schitterende staat.

Ben je de koelte van het indrukwekkende paleis beu dan kan je verpozing zoeken in het bijna 5.000 hectaren grote, glooiende park dat het omringt. Je kan er uren in wandelen zonder je te vervelen want het landgoed laat zich steeds weer van een andere kant zien.

Majestueuze bomen, goed onderhouden grasvelden, ontelbare heesters, diverse follie's, rozenperken, tuinbeelden, een heuse waterval en daaraan aansluitend een uitgestrekt meer en de Colom of Victory maken dat je onwillekeurig onder de indruk komt van de wereld die Capabillity Brown, een bekende tuinarchitect, als visie had toen hij het landgoed onder handen nam.

Als we bezweet van de randen van het meer naar het terras van het paleis omhoog zijn geklommen, doet het water dat de fonteinen er op werpen meer dan goed. Gezeten aan een tafeltje genieten we van een drankje en kijken over het landschap uit. Stel je voor dat dit je ouderlijk huis is; hoe moeilijk moet het dan niet zijn om vanuit deze luxe de noden van de gewone mens in de straat te begrijpen.

Desondanks voel ik me de koning te rijk als ik later terug op mijn motor stap. De rit naar ons verblijf in Chipping Campden gebeurt in de langzaam vallende duisternis die het landschap onder een andere belichting aan ons voorstelt. Bij onze aankomst vieren we de schoonheid van de avond met een smakelijke maaltijd in een eeuwenoude pub in het centrum van Chipping Campden. Het leven kan even niet mooier zijn!

Epiloog
De terugkeer vanuit de Cotswolds naar Dover verliep even vlot als de heenreis. Met een ietwat spijtig gevoel -terugkeren is altijd een beetje afscheid nemen- gingen we aan boord van de P&O ferry die ons naar Calais zou brengen. Veel plannen hebben we voor deze terugreis niet moeten maken; de Cotswolds liggen op amper enkele uurtjes rijden van Dover en P&O vaart per dag 23 keer de reis Calais/Dover. En dat voor een prikje: voor de prijs vanaf 51 euro per enkele reis moet je het zeker niet laten! p&o calais dover

Deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, extra fotoalbum

Nuttige adressen:

  • P&O ferries: www.poferries.com
  • Cotswolds Toerisme: www.cotswolds.com
  • Top Farm: www.cotswoldcharm.com