Project North Coast 500(deel 9) Epiloog
Lees ook deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5, deel 6, deel 7, deel 8 & deel 9 !
We zijn nu 15 dagen onderweg. Er rest ons alleen nog om van Lochcarron naar Inverness te rijden om de North Coast 500 rit rond te maken. We vertrekken vroeg in de morgen want we hebben vandaag een flinke rit voor de boeg.
Van Lochcarron naar Inverness mag het dan maar 65 mijl zijn, we willen vandaag in Moffat, op de grens van Schotland en Engeland, overnachten en dat is in totaal een rit van om en bij de 550 kilometer. Komt daarbij dat we daarvan geen kilometer over de snelweg gaan rijden waardoor de totale reistijd –zouden we nonstop rijden- door de routeplanner op bijna 7 uur wordt geschat.
Klik op de afbeeldingen om een grotere versie te downloaden
Vanuit Lochcarron naar Inverness reizen was vroeger een hele onderneming maar de dag van vandaag kan dat zowel over de weg als met de trein heel comfortabel. De A890 en de spoorlijn volgen mekaar als een siamese tweeling door een ruim dal dat relatief vlak is en gemakkelijk reizen toelaat.
De A890 is in tegenstelling tot wat men zou kunnen verwachten na al die single track baantjes van de afgelopen weken een ruime tweevaksbaan. Eerlijk gezegd zijn we daar vandaag heel blij mee want de gemiddelde snelheid waarmee we reizen is de laatste twee weken nog nooit zo hoog geweest. We houden er stevig de pas in maar houden desondanks onze snelheidsmeters goed in het oog. Blijkbaar houdt de politie hier met ongemerkte wagens een oogje in het zeil en zet hardrijders aan de kant.
Coulags, Balnacra, Achnasheen… het zijn gehuchtjes die we in een zucht zouden voorbij zijn mochten we niet op tijd en stond stoppen om wat beelden te schieten. En de omgeving is het waard; het ruime dal oogt vriendelijk en gastvrij.
Langs de weg liggen heel wat landerijen die als graasplaats worden gebruikt. Op de meeste plaatsen zijn die aan de kant van de weg omheind waardoor het gevaar dat loslopend vee met zich meebrengt grotendeels vermeden wordt. Op de achtergrond daarvan staan geregeld naaldbossen aan de voet van de heuvels die de valleiwanden vormen. Als een rode draad loopt daar de weg en de spoorbedding doorheen. Dat men in Schotland wel degelijk zorg draagt voor zijn fauna blijkt uit de talrijke doorgangen voor wild die onder de spoorwegbedding zijn aangebracht.
Hoe mooi en gastvrij deze vallei ook oogt, er is amper bebouwing. Het aantal huizen dat we tegenkomen is zelfs naar Highland begrippen laag. We kunnen enkel raden naar de oorzaak maar ergens hebben we wel een idee daarvoor: deze vallei loopt zo goed als pal van west naar oost en biedt nergens bescherming voor de wind die hier maar al te graag in die richting blaast. In de winter, als het hier vriest en sneeuwt moet het héél mooi zijn maar ook bitter koud en onherbergzaam.
Nu, onder de blauwe hemel, ogen de waters van Loch Dughaill, Loch Gowan, Loch a' Chroisg en Loch Luichart –die vlak langs de weg liggen- echter mediteraans blauw. Als we in Gorstan naar de A835 afbuigen komt daar echter snel verandering in. De kleur van het wateroppervlak van Loch Garve is al meer grijs dan blauw van kleur en tegen de tijd dat we bij Inverness aankomen is de hemel geheel en al bewolkt.
Vanuit Inverness nemen we de A9 naar Edinburg en verbazen ons over de grote hoeveelheid verkeer die we er ontmoeten. In werkelijkheid is de verkeersdrukte in vergelijking met die in Vlaanderen nog aan de lauwe kant maar wij zijn nu eenmaal de laatste twee weken –bij wijze van spreken- meer schapen op de weg tegengekomen dan tweebenige weggebruikers op en in machines.
We treffen het niet en komen in de buurt van Edinburg in het spitsuur terecht. Als we daar bovenop nog een fikse regenbui te verwerken krijgen en de wolken het licht van de zon blokkeren zijn we helemaal terug in de moderne wereld. Het is met een zucht van verlichting dat we nabij het Pentland Hills regional Park de aansluiting met de A702 vinden en langs deze weg onze afdaling naar Moffat verder zetten.
De A702 gaat naadloos over in de A701 -waarom weet waarschijnlijk niemand- en die brengt ons in de vallei van de Tweed rivier die niet ver van Moffat in de heuvels zijn oorsprong heeft. De laatste kilometers naar Moffat wegen zwaar maar desondanks genieten we van de mooie natuur die we doorkruisen. Nog voor we in The Buccleuch Arms Hotel aankomen hebben we al afgesproken dat we binnenkort terug naar hier op uitstap gaan. We kennen de streek wel van een vorig project maar beseffen dat je hier, al ben je in de Lowlands en niet in de Highlands, prachtige motortochten kunt maken.
Als we bij het The Buccleuch Arms Hotel aankomen voel het een beetje aan als thuiskomen. We kennen de eigenaars van vorige projecten en zijn in de loop der jaren met hen in contact gebleven. Als de motoren veilig op stal staan in hun eigen afgesloten slaapplaats achter het hotel, trekken we wat meer comfortabele kledij aan en dineren heerlijk in het restaurant van het hotel. Kort daarna zoeken we onze kamer op. De trappen en de vloeren van het uit 1790 daterende hotel mogen dan kraken, ze houden ons niet uit onze slaap en zo komt het dat we de dag daarna fris en monter aan het ontbijt verschijnen.
Dave, onze gastheer en eigenaar van het hotel, komt ons net als we daarmee klaar zijn welkom heten. We praten een uurtje bij en hij weet ons te overtuigen om vooraleer we naar Hull afreizen nog een ritje in de buurt te maken. Hij heeft een nieuwe route gemaakt die we volgens hem beslist moeten verkennen. We laten ons overtuigen en moeten hem inderdaad gelijk geven; nog een reden bij om hier binnenkort terug te komen.
De 212 mijl van Moffat naar Hull rijden we over de M6, de A66 en de A1(M). We komen ruim op tijd aan bij de ferryhaven en kunnen bijna meteen aan boord rijden van het P&O schip dat ligt te wachten om ons terug naar Belgenland te varen. Met de motoren veilig gestald in het ruim kijken we hoe het schip zich door de nauwe sluis uit de haven naar de zee wurmt.
Als het door het donkere water van de Humber naar zee klieft trekken we iets gemakkelijks aan in onze kajuit en gaan daarna op zoek naar het restaurant The Brasserie waar we in alle rust van een uitstekend verzorgd diner genieten. De bediening is er snel en professioneel, je bent weg van alle drukte en je hebt alle tijd om te reflecteren over je voorbije reis. Iets wat we dan ook doen. Onze notities betreft het North Coast 500 project vind je aan het einde van het artikel.
Na een verkwikkende nacht in de armen van Morpheus, gewiegd door Neptunus, staan we de volgende morgen na een stevig ontbijt aan boord op de kade van Zeebrugge. Meer dan twee weken geleden begonnen we hier aan een belangrijk punt op mijn bucket list. Ik wens dat ik ze bij had dan kon ik die lijn ook daadwerkelijk van de lijst schrappen. Niet met vol plezier want naar hetgeen nu voorbij is heb ik verschillende jaren reikhalzend uitgekeken. Terwijl we onderweg zijn naar huis overloop ik mijn bucketlist nog eens in gedachten en kom tot de vaststelling dat ik voorheen enkele heel belangrijke zaken ben vergeten noteren. Ik neem me voor om meteen als ik thuiskom op dat vlak orde op zaken te stellen!
North Coast 500: onze ervaringen in een notendop
Wil je de North Coast 500 rijden dan ben je maar beter geen beginneling op de weg en beheers je de motor waarmee je rijdt voldoende. Op de wegen in het oosten kan iedereen uit de voeten maar de kleine weggetjes in het noordwesten eisen van de bestuurder een degelijke ervaring.
Wie hoogte- of ruimtevrees heeft kan maar beter van deze reis afzien want de uitzichten zijn op veel momenten adembenemend.
Hoe avontuurlijk het ook moge zijn, reserveer aub vooraf uw logementen voor onderweg. De North Coast 500 route wint nog dagelijks aan populariteit wat maakt dat de beschikbare slaapgelegenheden vooral tijdens de zomermaanden zo goed als compleet volzet zijn.
Veel slaapgelegenheden bieden enkel accommodatie aan voor minstens twee opeenvolgende nachten. Elke dag verkassen ligt dus niet voor de hand. Je informeert best specifiek bij elke reservatie over eventuele beperkingen op dat vlak.
In de wintermaanden de route rijden mag dan wel heroïsch klinken, het is echt niet aan te raden. Ten eerste wegens de wind, de koude en de neerslag maar daarnaast ook omdat veel accommodaties in de winter gesloten zijn. Een bed vinden voor de nacht of eten onderweg kan dan een groot probleem gaan vormen.
Reserveer tijdig je overtocht bij P&O ferry's. Hoe vroeger je boekt hoe beter het tarief zal zijn. Een aanrader is om een ontbijt en een avondmaal meteen bij te reserveren; het eten aan boord is niet alleen lekker maar het zorgt er ook voor dat je echt van de beide overtochten kunt genieten.
Probeer niet om lange dagtrajecten te rijden. Het weer kan onderweg enorm wisselend zijn en ook de wegen zorgen ervoor dat de afstand die je aflegt per dag soms heel bescheiden is. Maak tijd om onderweg meer te zien dan enkel het asfaltlint dat je volgt. Er is zoveel te ontdekken dat we iedereen aanraden minstens anderhalve tot twee weken uit te trekken om deze 500 mijl tocht te rijden.
Hou je snelheid in de gaten. Niet alleen kunnen loslopende dieren voor verrassingen zorgen, de lokale bevolking weet het gas goed staan en kent de wegen op zijn duimpje. Als jij met dezelfde vaart over de kleine wegen gaat rijden zal een verrassing meestal niet lang op zich laten wachten. Met alle gevolgen van dien; in de Highlands is een ambulance niet even snel ter plaatse als in Vlaanderen of Nederland!
Zorg voor een motor die in technisch goede staat verkeert. In Schotland is het aantal motordealers echt minimaal. Eenmaal boven Inverness zijn we geen enkele motorgarage tegen gekomen. Denk er ook aan om steeds voldoende brandstof ter beschikking te hebben. Vanaf John o'Groats geldt de gouden regel om geen enkele benzinepomp die je tegen komt over te slaan. Het kan letterlijk uren duren vooraleer je terug een benzinepomp tegenkomt.
Rij de lus van de North Coast 500 liefst in tegenwijzerzin. Het oosten is mooi maar naarmate je meer naar het westen rijdt wordt de natuur wilder en imposanter.
Hou het onderweg veilig; parkeer enkel waar je zeker bent dat je het verkeer niet stoort. Let ook op bij passing places; met meer dan 2 voertuigen kort achter elkaar rijden kan ernstige problemen veroorzaken om een tegenligger te laten passeren.
Voorzie de nodige regenkledij. In Schotland kan je op één dag drie seizoen voorgeschoteld krijgen. Wanhoop niet als er wat regen valt, in regel klaart het weer kort daarop terug op.
Lees ook deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5, deel 6, deel 7, deel 8 & deel 9 !
We danken onze sponsors die dit project hielpen realiseren: