Bedrijfsbezoek Spidi
Of we interesse hadden om een bedrijfsbezoek bij Spidi bij te wonen; de kersverse importeur van het merk - Motana - laat er duidelijk geen gras over groeien, is de eerste reactie die spontaan bij ons opborrelt. Ondanks het feit dat de datum van dat bezoek pal in het midden van de Gentse Feesten valt, bevestigen we meteen dat we meegaan. Tenslotte krijg je maar heel zelden de kans om in de keuken van een dergelijke onderneming een kijkje te gaan nemen.De plaats van het gebeuren is het Italiaanse Sarego, gelegen op een respectabele boogscheut van Venetië. Met het vliegtuig en een huurwagen sta je in enkele uurtjes bij Spidi Sport op de stoep. Dit deel van de onderneming is gelegen in een klein industriepark en is enkel herkenbaar aan het bekende logo dat op de gevel prijkt. In tegenstelling tot wat in Italië wel eens voorkomt, straalt het niet meteen luxe, design en prestige uit. Moet ook niet, wie de producten van Spidi een beetje kent, weet dat hun kwaliteit en niets anders het beste uithangbord is dat en bedrijf zich kan wensen.
Het gezelschap wordt er hartelijk ontvangen. Mattio Vincenzi, een dertiger die naast zijn moedertaal wonder boven wonder - in Italië is meertaligheid veeleer een zeldzaamheid - ook vloeiend Engels spreekt, neemt de honneurs waar en grijnst van oor tot oor als hij onze bewondering merkt voor hetgeen er in de inkomsthal prijkt; een Honda NR750 in werkelijk maagdelijke toestand samen met een MV Agusta van een recent bouwjaar. De MV mag dan wel een mooi ding zijn, de NR750 krijgt onze onverdeelde aandacht.
De koffies zijn minuscuul wat betreft inhoud maar zo stevig gezet dat de roerstokjes maar net niet oplossen in de geurige zwarte massa. We krijgen juist gepast de tijd om deze aanval op onze maag en ingewanden naar binnen te werken en dan gaat het gezelschap verder de onderneming in. We komen terecht in wat een ontwikkelingslabo blijkt te zijn. Het is er heel net maar niettemin hangt er een vriendelijke, ietwat familiale sfeer. Ook hier staan naast de meettoestellen en proefopstellingen motoren. Een recente straatmotor, een ietwat gedateerde Honda 125cc productieracer en - raar maar waar - een lichte oldtimer van onbekende origine. Hier zijn motorliefhebbers aan het werk, zoveel is zeker. Mattio introduceert ons bij Pietro Tanetti, het hoofd van de R&D-afdeling. Die spreekt blijkbaar geen Engels maar verstaat het maar al te goed blijkt later. Mattia tolkt er enthousiast op los als Pietro van wal steekt en zal dat voor de rest van de dag blijven doen; een prestatie die slechts weinigen hem zullen nadoen, want niet alleen blijkt Pietro heel wat te vertellen te hebben, de persjongens spelen op zijn uiteenzettingen in met een reeks van vragen die eveneens niet gering is. Pietro legt ons uit dat elk materiaal dat bij het vervaardigen van de Spidi-producten gebruikt wordt, moet voldoen aan de specificaties die vastgesteld werden in het ontwikkelingsstadium van dat product. Op basis van - onder andere - daarvan bepaalt men met welke leveranciers men zal samenwerken. Eens de productie op gang gebracht, worden regelmatig stalen van de materialen getest om de constantheid van de eigenschappen aan de werkelijkheid te testen. Voor zowel het gebruikte leder als de stoffen wordt daarvoor onder andere een schuurtest gebruikt. Het materiaal wordt daartoe vastgemaakt op een stift die daarna in contact wordt gebracht met een schuurschijf. Die oefent een vooraf bepaalde druk uit op het staal en dat gedurende een vastgesteld aantal rotaties. Zo simuleert men de schurende krachten die bij een schuiver optreden en kan men de specifieke weerstand daartegen meten. Iets wat cruciaal is bij de mate van beveiliging die motorkledij aan zijn gebruiker biedt.
Dat de motorsport een heel belangrijke rol speelt in het ontwikkelen van producten die zowel sportbeoefenaars als gebruiker op de weg ten goede komt, blijkt als Pietro ons vertelt dat elk racepak dat door de gesponsorde racers is gebruikt - lees na een valpartij - geanalyseerd wordt. De alzo vergaarde gegevens worden in een computersysteem ingebracht dat statistische waarden uit die gegevens filtert. Die bepalen waar extra aandacht moet besteed worden aan protectie. De keiharde praktijk - anders gezegd de valpartijen tijdens de races - zorgen dus voor een enorme hoeveelheid feedback wat betreft de gebruikte materialen, de snit en de specifieke vorm van het geheel. De term biomechanica neemt Pietro niet in de mond maar het is voor een goede verstaander duidelijk dat er bij Spidi mensen rondlopen die op dat vlak heel veel kennis ter beschikking hebben. Ook de medische kant van de zaak - de anatomie van de mens en de gevolgen van een ongeval op het lichaam - heeft men blijkbaar heel goed onder de knie. Een later gevoerd tête-a-tête gesprek met Pietro leerde ons dat Spidi samenwerkt met zowel een Duitse als een Italiaanse universiteit. Die verstrekken zowel medische gegevens over de gevolgen van motorongevallen als helpen bij het toetsen van oplossingen die Spidi aan de hand van die gegevens ontwikkelt. Natte vingerpolitiek of alleen maar steunen op een enorme ervaring binnenshuis is voor Spidi blijkbaar niet voldoende om het niveau te halen dat men zichzelf als doel heeft gesteld. En zo hoort het ook als men aan de top van zijn marktsegment wil meedraaien… Pietro legt ons uit dat het doel dat men bij Spidi nastreeft drieledig is. Men bewerkstelligt er niet alleen een zo goed mogelijke beveiliging tegen verwondingen maar tevens een zo hoog mogelijk draagcomfort en een zo groot mogelijke gebruiksvriendelijkheid. Bovendien is ook het voorkomen van het eindproduct zeer belangrijk. De klanten willen niet alleen goede, maar ook mooie motorkledij dragen. Het feit dat dit cliënteel al langs om meer vrouwen bevat, is daar niet vreemd aan maar ook noteert men grote verschillen per land. Waar bijvoorbeeld in Italië de snit héél belangrijk is ondervindt men dat de Duitse motorrijders vooral voor een stoere look gaan. Zoveel culturen zoveel smaken, en als fabrikant die in een zeer groot aantal landen aanwezig is, moet men daar natuurlijk niet alleen van op de hoogte zijn maar er ook daadwerkelijk op inspelen door producten te ontwikkelen die aan de eisen van de verschillende markten beantwoorden. Eveneens zeer belangrijk zijn de gebruikte protectoren. Die dienen aan welbepaalde door Europa vastgestelde normen te beantwoorden, zowel wat betreft hun vorm als hun schokdempende werking. Pietro legt ons uit hoe dat juist in zijn werk gaat en toont ons het indrukwekkende assortiment protectoren dat door Spidi wordt gebruikt. Op de protectoren dient - om hen duidelijk herkenbaar te maken door de consument - een bepaalde code aangebracht te zijn die zowel aangeeft welke hoeveelheid protectie ze bieden als het feit dat ze wel degelijk aan de euronormen voldoen. Iets wat niet altijd en overal het geval blijkt te zijn zoals Pietro aantoont. Protectoren die door sommige andere producenten gebruikt worden, blijken bij testen die voor onze ogen uitgevoerd worden nog niet in de buurt te komen van de minimaal gestelde waarden en dragen soms ook geen enkel keurmerk. Ook in de wereld van de protectoren blijkt dus één en ander mank te kopen wat betreft homologaties en prestaties… Dat men bij Spidi wel degelijk steeds verder aan de weg timmert, blijkt glashelder als Pietro niet zonder trots de gloednieuw ontwikkelde rugbeschermer aan ons voorstelt. De Warrior is met zijn 520 gram lichter dan de producten van de collega's, is met een maximum dikte van 20 millimeter beduidend ook dunner en dus gemakkelijker te dragen terwijl de vormgeving ervoor zorgt dat zowel op het ergonomisch vlak als op gebied van comfort opmerkelijke resultaten geboekt zijn. Toch heeft de rugbeschermer een 2 CE certificaat en is opvouwbaar waardoor hij gemakkelijk op te bergen is. Bovendien bestaat de rugbeschermer in verschillende maten. Volgens de lengte van je persoon kan je gemakkelijk meteen vaststellen wat voor jou de juiste maat is en omdat de uitvoering uniseks is kan zowel mevrouw of meneer van zijn diensten gebruik maken.
Winnen in races is al even belangrijk om de consument op de kwaliteiten van je product te wijzen. Om dat mogelijk te maken dient elke rijder zich zo goed mogelijk in zijn vel te voelen. Daarvoor ontwikkelde Spidi in samenwerking met zijn MotoGP-rijders een koelsysteem dat enkel en alleen aan hen ter beschikking wordt gesteld. Het publieke geheim, dat toppiloten tijdens een race tot twee liter vocht kunnen verliezen, poogt men daarmee in te dijken. Het gaat om een soort topje dat onder het pak wordt gedragen. In dat topje zijn kanalen aangebracht waardoor een koelende vloeistof door middel van een pompje wordt rondgepompt. Doordat de koeling niet alleen op de bovenkant van de torso maar ook ter hoogte van de nek plaatsvindt - de plaats waar de belangrijke bloedbanen dicht onder de oppervlakte liggen - wordt ook het afkoelen van het gehele lichaam betracht. Dat zorgt niet alleen voor meer comfort maar ook voor een grotere fitheid van de piloot hetgeen ten goede komt aan zijn concentratievermogen en dus ook aan zijn sportieve prestaties. Het hoofd koel kunnen houden; ook in de racerij een niet te verwaarlozen factor op de weg naar succes…
In de afdeling waar handschoenen worden ontwikkeld en waar ook de eerste prototypes worden in elkaar gezet, liggen twee panelen op ons te wachten. Op het ene paneel liggen de onderdelen die nodig waren om de eerste racehandschoenen die Spidi maakte voor zijn GP-piloten te fabriceren. In vergelijking met het aantal onderdelen dat op het tweede paneel ligt - dat de stukken bevat die gebruikt worden om de huidige racehandschoen te bouwen - zijn er dat duidelijk veel minder. Ook is meteen duidelijk dat andere materialen - waaronder onder andere koolstof en kevlar - hun intrede hebben gemaakt in deze wereld, hetgeen het fabricatieproces er natuurlijk niet eenvoudiger op maakt. De dames die de componenten samen stikken, gebruiken daarvoor niet alleen oerdegelijke kevlardraad maar tevens een nooit aflatende stroom van engelengeduld…
Net naast de handschoenenafdeling krijgen we een gedetailleerde uitleg bij een racepak dat het duidelijk enorm zwaar te verduren heeft gehad. Het is het plunje dat een MotoGP-piloot droeg toen hij enkele seizoenen geleden betrokken was bij een zwaar raceongeval. Met de nauwkeurigheid en de koelbloedigheid van een forensisch specialist analyseert Pietro de staat van het racepak en brengt de beschadigingen in verband met de specifieke details van het ongeval. We kunnen niet anders dan de conclusie trekken dat de piloot door het oog van de naald gekropen is en dat zijn Spidi-pak minstens voor een gedeelte voor die miraculeuze redding verantwoordelijk is. Maar ondanks het indrukwekkende verhaal dwalen onze blikken over de schappen die tegen de muur van het lokaal zijn vastgemaakt. Daar liggen vreemd gevormde werktuigen op waarvan we niet meteen het gebruik kunnen raden. Blijken het achteraf de stansvormen te zijn waarmee de verschillende componenten voor de handschoenen uit de vellen leder worden gestanst. Op die manier verkrijgt men een nauwkeuriger vorm dan bij snijden mogelijk is. Een noodzaak wil de beoogde vorm van de handschoen bereikt kunnen worden… Het uur van de lunch is bijna aangebroken en we hebben zo goed als alles wat we hier mochten ontdekken gezien. De computers waarmee de maten van de componenten voor de kledij bepaald worden, blijven - begrijpelijk - voor ons verboden terrein. We worden dan maar verkast naar een ander gebouw dat ook tot het Spidi-imperium behoort. Het blijkt een spiksplinternieuw hypermodern complex te zijn dat in een later stadium ook het testlaboratorium zal gaan bevatten. Nu zijn er onder andere vergaderruimtes, de showroom en de stockagefaciliteiten in ondergebracht samen met de burelen van de verschillende departementen. In het gebouw hangt overduidelijk de sfeer van gesofistikeerdheid; ondanks of misschien juist dankzij de interieurs die getuigen van een ver doorgedreven minimalisme hangt er een air van savoir vivre in de lucht die aangevuld wordt met een flinke scheut Latijnse menselijkheid. De Italianen zijn nu eenmaal een levendig volkje die je van mijlenver hoort en ziet spreken en dat doen alsof hun leven ervan afhangt...
Dat Pietro zowel in geuren als in kleuren passioneel over de Spidi-kledij kan spreken, wordt ons duidelijk als hij de korte modedefilé die we er aangeboden krijgen van commentaar voorziet. Op ronduit lyrische toon brengt hij in zijn fantastisch klinkende moedertaal alle details die in de kledij gestopt zitten onder onze aandacht. 't Is om medelijden van te krijgen met Mattio, zijn collega die ons in het veel koeler klinkende Engels poogt te vertalen wat Pietro allemaal - met handen, voeten, mimiek én stem - aan ons wil uitleggen en meegeven. Dat de man bijna in vervoering raakt, is zo klaar als een klontje maar we vergeven het hem grootmoedig; 't moet tenslotte niet gemakkelijk zijn om je passie onder woorden te brengen voor een groot publiek terwijl dat bloedmooie model dat je laatste creatie draagt als een levend geworden oud Romeins beeld dwars door je heen lijkt te kijken…
Lunch. Een schitterend kleurrijk en smakelijk zuiders koud buffet dat verbruikt wordt in een al even trendy decor. De sfeer is intussen minder officieel geworden en dat is maar goed ook want dat praat wat gemakkelijker, zeker als je vragen wilt stellen die misschien wat gevoelig liggen. We manoeuvreren zo dat we vlakbij Mattio en Pietro komen te staan terwijl we van de geboden natjes en droogjes genieten. Onder het genot van een verrukkelijk sneetje Parma-hesp gecombineerd met een smakelijk sneetje meloen vragen we aan Mattio hoe het komt dat we nog geen ontwerpers te zien hebben gekregen. Meestal herken je die toch in één oogopslag, voegen we er veelbetekenend kijkend aan toe. Mattio grijnst begrijpend en vertelt ons dan dat Spidi geen ontwerpers in dienst heeft. In plaats daarvan werkt het bedrijf met designers die in opdracht van het bedrijf kledijlijnen ontwikkelen. Hij noemt de namen Aldo Drudi, Robbiano en De Felice en zelfs in onze geoefende oren klinken die vertrouwd. Niet moeilijk, Drudi ontwerpt ook spulletjes voor Rossi en als die een wind laat, wil natuurlijk gans de motorwereld dat weten… Het assortiment kleine gebakjes dat als dessert op onze aanwijzingen de enige juiste weg opgaat, is werkelijk zowel optisch als culinair schitterend. Pietro is het op dat punt blijkbaar volkomen met ons eens, zij het dat hij enkele ervan naar een andere bestemming dirigeert die hem nader aan het hart ligt. Bovendien zorgen die mini-taartjes klaarblijkelijk voor een verbeterde talenkennis bij onze Italiaanse vriend, want als we aan Mattio in het Engels de "hypothetische" vraag stellen of Spidi geïnteresseerd zou zijn in een samenwerking indien een motormerk daarop zou aansturen, heeft Pietro zijn diensten als tolk blijkbaar niet meer nodig om te begrijpen waar we op aan sturen. Op een al even "hypothetische" manier antwoordt Pietro in het Italiaans dat Spidi wat dat betreft heel gereserveerd zou omspringen met zijn know-how. Voor "een niet nader genoemd Italiaans motormerk" - Ducati dus - heeft Spidi in het verleden namelijk kledij ontworpen en gemaakt, maar kwamen daarmee van een koude kermis thuis. Welgeteld één jaar later trok - volgens Pietro - dat niet nader genoemde Italiaanse motormerk met de bewuste collectie naar China om te vragen voor hoeveel ze daar identiek hetzelfde ontwerp konden vervaardigen. Ethisch niet echt een mooie manier van zaken doen, aldus Pietro, die duidelijk niet meer staat te popelen om nog eens in een dergelijk avontuur verzeild te geraken. Als de koffie bijna op is, lanceren we de vraag die we vanuit Vlaanderen speciaal hebben meegebracht voor deze experts in motorkledij: wat is de evolutie die we de volgende jaren zullen meemaken? Zowel Pietro als Mattio zijn blijkbaar wat verrast door die vraag. Pietro geeft als antwoord dat het idee bij Spidi bestaat om diegenen die nog geen beschermende kledij dragen door aangepaste ontwerpen te proberen verleiden om toch de stap te zetten naar het dragen van gespecialiseerde motorkledij. Een logisch antwoord gezien het veeleer kleine percentage dat vandaag de dag degelijk beschermd de baan opgaat. Maar we willen meer, we gaan verder en graven dieper; we geven als voorbeeld dat de motorrijder in de winter bij lange ritten nog steeds met kou op een motorfiets zit terwijl de motorfabrikanten er alles aan doen om de overtollige warmte die hun motoren produceren kwijt te geraken. Zit er iets in de pijplijn om middels die twee tegengestelde zaken tot een groter comfort te komen? Pietro geeft daarop geen rechtstreeks antwoord maar vertelt ons tussen neus en lippen dat er naar zijn inziens betere oplossingen bestaan dan de huidige elektrische om het klimaat in motorkledij te beheersen. Stel je voor dat er een soort airconditioning in motorkledij kon ingebouwd worden, schuift hij op een vertrouwelijke toon naar voren, zou dat niet veel beter zijn?! Of deze techniek reeds in experimenteel stadium verkeert of een natte droom is van de Spidi-bonzen laat hij demonstratief in het midden door het gezelschap erop te wijzen dat er nu aandacht zal besteed worden aan de schoenen en laarzen van het merk. Hij troont iedereen terstond mee naar de andere kant van de hal waar een indrukwekkende collectie schoeisel - alweer smaakvol voorgesteld - op ons wacht.
Pietro en Mattio gaan verder op in hun twee-eenheid. Het onderwerp - de collectie motorschoeisel die onder de naam XPD gecommercialiseerd wordt - brengen ze echter op een zodanig interessante wijze dat iedereen al snel geboeid aan hun lippen hangt. Er blijkt namelijk achter elke schoen en achter elke laars opmerkelijke constructiedetails schuil te gaan waar we - zelfs als echt wel ervaren motorrijders - niet meteen erg in hadden. Waarom voor elke tak van de motorsport - en voor straatgebruik - aparte modellen ontwikkeld worden, heeft namelijk met veel meer te maken dan enkel en alleen het uitzicht en het gebruiksgemak. De plaatsen waar beschermende systemen dienen ingebouwd te worden, verschillen niet alleen, de beschermende constructies worden ook helemaal in functie van het gebruiksgebied ontworpen. De technieken en de denkpistes die men daarbij volgt, zijn allemaal gefocust op het uiteindelijke gebruik van het schoeisel; een zo goed mogelijke bescherming en een zo groot mogelijk gebruikscomfort bieden onder het rijden. Hoe het schoeisel zich gedraagt als zijn gebruiker niet aan het rijden is, is - in de meeste gevallen - echt van ondergeschikt belang. Het esthetische wordt echter nooit uit het oog verloren. Neen, het zijn niet voor niets Italianen die hier aan het woord zijn…
Net als bij hun Spidi-kledinglijn het geval is, wil de fabrikant ook met zijn XPD-schoeisel als het ware undercover in de wereld van de motor- en scooterrijders infiltreren met verleidelijke modellen die uiterlijk niet meteen een link hebben naar de motorwereld. Begrijpelijk, want nog meer dan bij motorkledij al het geval is, is deze markt enorm groot. Een helm en een jas kopen, dat zien de meesten wel nog wel zitten, maar speciaal schoeisel, dat is een ander paar mouwen… Volgens onderzoeken door Spidi Sport uitgevoerd rijden 80% van de motor- en scooterrijders met gewoon schoeisel rond. Kan je nagaan welk een markt er nog volledig open ligt voor de fabrikant die dat gat weet in te vullen! Voor diegenen die een modieuze look willen gecombineerd zien met een zekere beveiligingsgraad ontwikkelt het team dan ook op vrijetijdsschoenen lijkende modellen. Natuurlijk is er ook een brede collectie waterdichte motorlaarzen en schoenen en last but not least is de racing afdeling heel goed gevuld met letterlijk het neusje van de zalm op gebied van veiligheid. Met de XPD7 aan kop - ontwikkeld voor en in samenwerking met toppiloten - is de keuze groot. Als buitenbeentje is er de X-One, een lage, agressief gestileerde laars die ontwikkeld is voor onder andere de street- en naked bike gebruikers. Het contrast met de luchtgeconditioneerde ruimtes is enorm groot als we even om het gebouw lopen om de expeditieafdeling van het bedrijf te bezoeken. De massaproductie gebeurt niet in eigen huis blijkt al snel maar dat hadden we ook niet verwacht. In gespecialiseerde confectieateliers worden zowel de Spidi- als de XPD-producten gemaakt volgens de aanwijzingen en met de materialen die men vanuit Italië aanlevert. Een deugdelijke begeleiding van de productie en een scherp toezicht garandeert dat de hoogstaande kwaliteit die steeds voorop staat gehaald wordt. Het mag ook geen verbazing wekken dat elk item dat toekomt in de expeditieafdeling een barcode draagt. Die geeft niet alleen aan om welk product het gaat, maar bevat ook een unieke code. Met andere woorden elk exemplaar is traceerbaar van bij de fabrikant tot bij de eindklant.
Men vertelt ons dat er op die manier een perfect overzicht behouden wordt over het traject dat een product aflegt. Ook namaakproducten die eventueel op de markt zouden kunnen verschijnen, komt men zo gemakkelijk op het spoor terwijl je als producent ook een overzicht behoudt over waar welke klanten werkzaam zijn in de verkoop van Spidi- en XPD-producten. Het feit dat men op die manier de markt kan en wil controleren, geeft men zonder meer toe; er zitten voor alle betrokkenen meer voordelen als nadelen aan deze manier van werken vast, dat is het idee dat men bij Spidi Sport heeft. De manier waarop men de zaken in de expeditie aanpakt, is niet de eerste de beste. Een gespecialiseerd bedrijf maakte een studie van de werkzaamheden en stelde aan de hand daarvan een op maat gemaakte oplossing voor die zowel eenvoudig te begrijpen als door een beperkt aantal mensen uitvoerbaar is. En dat ondanks het enorme aantal items dat hier voorbij defileert. Via een enorm lange rail worden alle kledingstukken aan kapstokken naar de gewenste locaties vervoerd. Aan de hand van de gelezen barcodes weet men bovendien op gelijk welk moment wat men in voorraad heeft of wat er onderweg is. En dat laatste is zeker niet onbelangrijk; het merendeel van de dealers waar de eindklanten hun aankopen doen, worden direct vanuit deze faciliteiten bevoorraadt. Scheelt een pak in accuraatheid, tijd en personeel en daar is tenslotte iedereen blij mee, want dat betekent lagere kosten die aan de klant dienen doorgerekend te worden.
Afkoelen in een knap ingerichte showroom vooraleer de tocht naar huis terug aan te vatten; 't is geen overbodige luxe 's zomers op een steenworp van Venetië. Als daar dan nog de ganse collectie van Spidi en XPD staat en hangt, voel je je als motorjournalist natuurlijk al snel als een kind in een snoepwinkel. We prijzen ons desondanks gelukkig dat we hier geen keuze moeten maken uit dit overweldigende aanbod van mooie, praktische spullen, want dat moet met zekerheid een Tantaluskwelling van formaat zijn. Tenslotte heb je maar één lichaam dat je kan aankleden, maar met hetgeen hier hangt en ligt, zou je dat al snel anders willen!