Bimota BB1 1994
In een wereld die bulkte van de multicilinders en zo goed als gebukt ging onder bijna wereldvreemde, massieve vermogens, werd in 1994, ter gelegenheid van het motorsalon te Keulen, door Bimota een ééncilinder viertakt prototype gelanceerd met de naam BB1. De typeaanduiding stond voor Bimota BMW 1, waarmee Bimota aangaf dat de motor een BMW-krachtbron had en de eerste Bimota was die van een BMW-motorblok gebruik maakte.Bimota begon de BB1 te bouwen praktisch in hetzelfde jaar dat Ducati ophield zijn befaamde, zeldzame en dus ook peperdure Supermono te produceren. Ducati had er 65 exemplaren van gemaakt en het mag niet onmogelijk worden genoemd dat Bimota het aldus ontstane gat wilde opvullen met zijn BB1, een motorfiets die op het eerste gezicht weinig of geen concurrentie had in zijn klasse. Deze motorfiets was bovendien niet een pure racer zoals de Ducati, maar een baanmotor die opmerkelijke eigenschappen werd toegeschreven.
De krachtbron die Bimota gebruikte, was de door Rotax ontwikkelde 652cc eencilinder die BMW gebruikte in zijn F650 motorfiets. Deze gebruiksvriendelijke krachtbron, die gevoed werd door twee carburatoren, was geen toonbeeld van kracht met de 48 pk die er standaard uit kwam, maar het was een publiek geheim dat deze motor gemakkelijk verleid kon worden om veel meer power af te geven. Bimota bewees dat door ermee in 1994 het Italiaanse Supermono-kampioenschap te winnen. De cilinderinhoud was in de zoektocht naar vermogen gegroeid tot 725cc en goed voor +/- 75 pk bij 10.000 toeren. Nu ja, gemakkelijk komt men natuurlijk niet aan zoveel paarden… viertakt tunen is (veel) geld uitgeven, dat is algemeen geweten. Wat niet wegneemt dat deze Rotax-krachtbron nog steeds een graag geziene basis vormt voor menig supermono-racer en de BB1 was en is dat eveneens, zoveel is wel zeker.
De BB1 had, net als de andere Bimota-motoren, een fantastisch exotisch aandoend rijwielgedeelte. Het vakwerkframe uit ovale aluminium buis, de mooie lichtmetalen achterbrug, de Paioli 43 millimeter voorvork en de Brembo-ankers, het sierlijke bodywork, het feit dat de brandstoftank onder het motorblok gemonteerd was… allemaal bloedmooi en peperduur maar ook verrassend zwaar. De motor woog met zijn 145 kilogram te zwaar om het in de racerij meteen te kunnen gaan maken, terwijl ook op de openbare weg de combinatie van 48 pk en 145 kilogram niet meteen tot de verbeelding sprak. Bovendien bleek al snel dat men bij Bimota - geheel volgens de merktraditie - niet op zoek was geweest naar comfort bij het concipiëren van de BB1; de gehele motor trilde zo hard als het gas erop ging dat het de testrijders echt niet kon ontgaan, ook al waren die heel goed te spreken over het uiterlijk en de wegligging van deze knappe Italiaan. De BB1 Supermono Biposto die in 1995 op de markt kwam, kon dat niet ongedaan maken. De goedkope tegenhanger van Yamaha, de SZR660, had deze hebbelijkheid niet en kon met quasi dezelfde prestaties de vergelijking met de BB1 goed aan. Tot het op esthetiek aankwam tenminste; de SZR660 had zowat het lelijkste kontwerk die een motorfiets ooit van huis uit heeft aangemeten gekregen…
Het doel, een ééncilinder racemotor bouwen waarmee je ook op de openbare weg mocht, is door Bimota met de BB1 gehaald. Men heeft er zelfs een dikke 500 exemplaren van verkocht. Die worden stuk voor stuk gekoesterd door hun eigenaars. Als je er tegenwoordig al eentje te koop aantreft, mag je er dan ook zeker van zijn dat je er een arm en een been zult voor betalen. Niet verwonderlijk trouwens, want niet alleen zijn ze zeer zeldzaam, ook toen ze nieuw te koop waren ('95-'97) moest je voor een BB1 dezelfde prijs betalen als voor een superbike. In een blad uit 1997 staat de Supermono voor 399.000 Belgische frank te koop, terwijl voor de Biposto een prijs werd opgegeven van 469.000 frank. Een Fireblade met 128 pk kostte in die tijd nauwelijks meer. Geen wonder dat je deze schoonheden - hoe jammer dat ook was - maar uiterst zelden tegenkwam…