Ducati Pantah 600 1981
Ducati heeft niet altijd V-twins gemaakt. Het merk werd groot dankzij prachtige monocilinders en heeft zelfs in de jaren '70 verticale parallel tweecilinders geproduceerd die de naam 350 en 500 Desmo Sport droegen. Die tweecilinders waren, ondanks hun mooie uiterlijk, bepaald geen commercieel succes, waardoor Ducati al snel gedwongen was om met een nieuwe middenklasser op de proppen te komen.Met één oog op de eind jaren '70 wel succesvol gebleken Ducati Darmah 900 SD ging men aan het werk om een nieuwe middenklasser te ontwikkelen. Men had zijn lesje blijkbaar geleerd, want deze keer werd wel voor een V-twin configuratie gekozen. In 1979 toonde men de nieuweling, welke de naam Pantah 500 droeg, aan het publiek.
De motor had een boring en slagverhouding van 74 bij 58 millimeter en dat was geen toeval: bij de laatste 500cc-racer van het merk had men dezelfde waarden toegepast. Ook de nokkenasaandrijving was van de racer overgenomen: een getande riem dreef de assen aan, een techniek welke de dag van vandaag nog steeds door Ducati wordt toegepast.
In de tweekleps cilinderkoppen huisden desmodromisch bediende kleppen, de cilinderhoek was 90 graden en de voeding gebeurde middels twee Dell'Orto PHM36 millimeter carburateurs. Voor de ontsteking werd een elektronisch Bosch-exemplaar ingezet.
Dat alles resulteerde in een maximum vermogen van 45 pk bij 9.050 toeren per minuut, wat zelfs in die tijd maar moeilijk als een topprestatie kon gezien worden. De Yamaha 350LC, welke toen furore maakte, was ondanks zijn kleinere cilinderinhoud 47 pk sterk, had een zesbak en woog rijklaar slechts 149 kilogram. De Pantah bracht droog 183 kilogram op de schaal, had slechts vijf versnellingen en was - ondanks zijn goede wegligging - dus geen partij voor de lichte, bloedsnelle RD… Was de Pantah 500 geen topsporter, hij was wel degelijk een opmerkelijke motorfiets. Het mooie buizenframe, de Marzocchi-voorvork en de met gas ondersteunde stereovering, de Brembo remmen rondom, de prachtige gietwielen… het deed menig motorliefhebber met verlangende blikken naar de Italiaan omzien.
Onder de macht van de sterk opkomende Japanse motormerken kon de Pantah echter niet uitgroeien tot een verkoopsucces. Dan maar de zaak meer longinhoud geven, moet men bij Ducati gedacht hebben. In 1981 kwam men met een 600cc-versie op de markt. De cilinderinhoud had men laten groeien door de boring op te trekken van 74 naar 80 millimeter. De 600 had daarnaast ook een hydraulisch bediende koppeling en grotere remklauwen en perste er 57 pk uit bij 8.500 toeren. Waarschijnlijk had men dus veel meer aangepast aan het motorblok dan enkel de lengte van de slag! Later zou hetzelfde motorblok gebruikt worden als basis voor een 78 pk sterk motorblok dat in de Ducati 600 TT2 racesuccessen zou oogsten.
Maar ook de Pantah 600 was geen lang leven beschoren. Reeds in 1983 kwam men met de Pantah 650 over de brug. Ditmaal ging het niet om een opgeboorde versie, maar om een nieuwe motor met een boring van 82 millimeter en een slag van 61,5 millimeter. Ditmaal was de motor 63 pk sterk en had een koppel van 45 Newtonmeter. De rest van de krachtbron had dezelfde karakteristieken als de andere motoren van de Pantah-lijn. Ook het rijwielgedeelte was zo goed als identiek.
Het geheel was echter ook zwaarder geworden en woog nu - droog! - 190 kilogram. En dat terwijl de concurrentie allesbehalve had stilgezeten. De Yamaha RD350LC YPVS, die op gebied van prestaties de middenklasse domineerde in die tijd, had dan wel "slechts" 59 pk aan boord, hij woog rijklaar ook maar amper 164 kilogram. Samen met een stevig prijsverschil in het nadeel van de Ducati zorgde dat ervoor dat de Pantah 650 in 1984 niet meer in het gamma voorkwam.
Ondanks het feit dat de Pantah op het eerste gezicht geen belangrijke motor was, staat hij bij veel motorrijders wel te boek als een historisch Ducati-model. En dat is in werkelijkheid ook zo. De krachtbron van de Pantah luidde een nieuw tijdperk in van krachtbronnen welke door middel van tandriemen hun nokkenassen aandrijven. En met die motoren zou Ducati, beginnende in 1988, meer dan 300 World Superbike-overwinningen op zijn naam schrijven!