Gilera GR1 125 1978
De motoren uit de jaren '70. Tot voor enkele jaren werden ze door velen als oud ijzer beschouwd en al dusdanig ook behandeld. Dat de mensheid af en toe toch nog tot bezinning en betere inzichten komt blijkt uit het feit dat diezelfde motoren de dag van vandaag de eer krijgen die ze verdienen. Ze staan nu als waardevolle klassiekers te boek en maken deel uit van een belangrijke periode uit de geschiedenis van de motorfiets.En dat geldt -gelukkig maar!- niet alleen voor de motoren met een grote cilinderinhoud. Een goed voorbeeld van een schitterende klassieker is deze Gilera 125 GR1. Hij werd gebouwd in 1978, heeft alle kenmerkende stijleigenschappen uit die tijd en is echt wel een zeldzaamheid geworden; zeker in onze lage landen waar hij nooit echt het straatbeeld heeft gedomineerd. Dat was weggelegd voor de Japanse lichte motoren; onder andere de RD's en de DT's van Yamaha en de CB's van Honda waren in die tijd de sterren van het moment in de lichte klassen.
Nochtans had deze Gilera alle troeven in huis om zijn mannetje te kunnen staan. Het tweetakt motorblok is met een boring en slagverhouding van 57 x 48 millimeter van het overvierkante type en heeft een cilinderinhoud van 122,5 cc. De cilinder en cilinderkop zijn rijkelijk voorzien van grote koelribben waardoor de thermische huishouding meer dan voldoende is om ook zware belastingen te kunnen doorstaan. De versnellingsbak telt 5 verhoudingen en de fabriek beloofde een topsnelheid van om en bij de 110 kilometer per uur, hetgeen even snel is als hetgeen de doorsnee 125cc motor vandaag de dag weet neer te zetten.
Met een drooggewicht van exact 100 kilogram levert deze Gilera het bewijs dat lichte constructies bouwen ook toen al tot de mogelijkheden behoorde; zelfs al monteerde men duovoetsteunen met meer dan volwassen afmetingen en zadels waarop je gemakkelijk met twee volwassenen kon gaan op zitten. Met een totale lengte van maar liefst 2.030 millimeter en een breedte van 85 centimeter komt deze GR1 ook niet meteen in de kleuterhoek terecht.
Op gebied van uitrusting moet deze GR1 ook al niet onderdoen voor zijn moderne neefjes; het dashboard kent zowel een snelheidsmeter als een toerenteller, de veersystemen zijn van Marzocci, er zijn Thomaselli armaturen gebruikt en de echt wel heel fraaie uitlaat is een product van Lanfranconi. Typisch voor die tijd is de 6 volt elektrische installatie en het feit dat je als piloot zelf je brandstofmengsel diende samen te stellen. Het instructieboekje schrijft de toevoeging van 4% tweetaktolie aan de brandstof voor. Tja, waar is de tijd dat we de tank volgooiden aan de pomp met benzine, daarna onze bus tweetact olie tevoorschijn haalden en nauwgezet de juiste hoeveelheid smeermiddel in de tank goten. Even goed schudden en we konden er terug tegen, konden terug met een gerust hart de baan op, een fraaie blauwe pluim verbrande tweetakt olie achterlatend… Castrol GTX of Resineolie, zelfs het parfum dat je achterliet kon je zelf bepalen!