MuZ Replica 1996
De motorgeschiedenis heeft in zijn beloop heel wat merken verloren die, mochten ze nog bestaan, het de dag van vandaag zeker goed zouden doen. Het Oost Duitse MZ - ontstaan uit de voormalige DKW waaraan heel wat motormerken schatplichtig zijn - was ongetwijfeld zo'n merk. De technische expertise die daar aanwezig was op gebied van lichte motoren zou de dag van vandaag zeker voor knappe resultaten zorgen.Maar 't heeft niet mogen zijn. Toen in 1989 de Berlijnse muur viel, kwam de economische klap waarmee dat voor de Oost-Duitse industrie gepaard ging ook hard aan bij het in 1946 opgerichte Volkseigener Betrieb Motorradwerk Zschopau. Het bedrijf, dat tot dan toe voornamelijk goedkope en lichte tweetakt motorfietsen had gemaakt, kwam in moeilijkheden en diende zichzelf opnieuw uit te vinden.
In 1993 was die metamorfose een feit. Het merk doopte zichzelf om in MuZ en ging motorfietsen bouwen die geschoeid waren op een geheel andere leest dan tevoren. Met de tweetaktproductie verkocht aan een Turks bedrijf bouwde MuZ motoren welke een Yamaha-ééncilinder als krachtbron hadden. De 660cc grote ééncilinder, die onder andere in de XT- en de SZR-motoren van Yamaha werd gebruikt, zorgde meteen zowel voor een relatief krachtig als zeer betrouwbaar pakket. Zowel een Sport als een Traveller-versie werd ervan uitgebracht in 1994. De motoren kregen de naam Scorpion en er zouden verschillende modellen van de band rollen. Ook een hoogpoter, de Baghira, zag in die tijd het levenslicht. Het rijwielgedeelte van de Scorpion motoren was ontworpen door de Britse firma Seymour Powell en gaf de motoren niet alleen een eigentijds voorkomen, maar ook goede baaneigenschappen.
Het eenvoudige buizenframe was zowel karakteristiek als innoverend. Sommige delen van dat frame waren trouwens aan elkaar gelijmd in plaats van gelast, een technisch hoogstandje voor die tijd. Een monoshock veersysteem achter, een telescoopvork voor en gietwielen met schijfremmen maakten samen met het eigenzinnig gevormd plaatwerk het beeld compleet. In sommige landen deden de MuZ-motoren het bepaald niet slecht. Bovendien werden er her en der racecups met de Sport-editie gereden, waardoor er een "Scorpion Cup"-racer ontstond. Het kon echter nog beter. MuZ creëerde een Scorpion Replica waarvan slechts 160 exemplaren werden geproduceerd. En het zo'n exclusieve, zeldzame motorfiets die we hier voorstellen. Hij draagt het nummer 153 op zijn bovenste balhoofdplaat en heeft een kilometerteller met zwarte achtergrond en dat is meteen ook een van de kenmerken waaraan je een echte Replica herkent.
In tegenstelling tot de gewone Scorpion Sport heeft deze motor vooraan een instelbare 41 millimeter White Power upside down voorvork. Achteraan is de motor met een instelbare monoshock van dezelfde fabrikant uitgerust. Marchesini driespaakswielen dragen Brembo-remmen. Vooraan zijn dat twee geperforeerde 280 millimeter schijven die met vierzuigerremklauwen (Brembo Goldline!) worden bediend. Het remhendel is verstelbaar en de remleidingen zijn standaard staalomwonden. Achteraan doet een 220 millimeter schijfrem met een tweezuiger Brembo-remtang het werk. De gewone Scorpion Sport heeft ook geen volle stroomlijn en de Replica wel, er is ook een solozit en zijn er twee uitlaatdempers gemonteerd. De motor is voorzien van een kenplaatje op de bovenste balhoofdplaat die aangeeft om welk nummer van de beperkte serie het gaat. Elke motor is uitgerust met een voornaam zilverkleurig lakkleed dat perfect samengaat met de kleur en de vorm van de andere componenten.
De krachtbron is de bekende vloeistofgekoelde 660cc-krachtbron, welke van huis uit voorzien is van een vijfkleps cilinderkop. De boring en slagverhouding bedraagt 100 x 84 millimeter en gevoed door een dubbele carburator is de mono in staat om 50 pk bij 6.500 toeren te produceren. Het maximum koppel van 58 Newtonmeter wordt 1000 toeren eerder al bereikt. Er is een vijfbak aan boord en een natte, meerplaatse koppeling. De Replica die we in dit artikel afbeelden was uitgerust met een handgemaakt DAM uitlaatsysteem. Standaard is de motor uitgerust met Sebring dempers die speciaal voor MuZ gemaakt werden. Met een wielbasis van 142 millimeter en veerwegen van respectievelijk 120 en 130 millimeter is de Replica een motor met een moderne geometrie. Rijklaar brengt de nochtans slanke verschijning desondanks 185 kilogram op de weegschaal. Maar dat is bijzaak; wie ooit de piloten van de MuZ Cup aan het werk heeft gezien, weet dat deze motor stuurt als een scheermes en bakken vol rijplezier biedt.
Hoe goed de MuZ-producten ook waren, ze konden niet verhinderen dat de markt voor ééncilinder viertaktmotoren aan het eind van de vorige eeuw bepaald niet denderend groot was. Er werden prototypes gemaakt op basis van de Yamaha TDM850-krachtbron, maar die kwamen maar niet in productie. Misschien lagen de nieuwe bazen - MuZ was toen in handen van een Koreaans bedrijf - wel dwars om die ingeslagen weg verder te bewandelen. Geracet werd er echter wel nog, op het hoogste niveau. In de 500cc GP-klasse kwam een MuZ aan de start, een motor die gebaseerd was op de BRM/ROC/Swissauto racers.
We schreven 2000 toen de naam van MuZ weer veranderde in MZ. Men maakte vanaf dan geen gebruik meer van Yamaha-motoren, maar zette een nieuwe en in eigen huis ontwikkelde 125cc viertakt motor in. Enkele jaren later produceerde men met mondjesmaat ook een MZ1000S, die voorzien was van een staande parallelle tweecilinder viertakt, maar die bleek geen succes.
Uiteindelijk is het merk op 1 januari 2009 opgehouden te bestaan. Financiële moeilijkheden lagen daarvan aan de basis, maar ongetwijfeld heeft ook het gebrek aan visie en planning op lange termijn een grote rol gespeeld. Technisch had men zijn zaakjes midden de jaren '90 - ten tijde van de eencilinder Scorpions - in alle geval wel voor mekaar… Met dank aan Robert De Mangelaere voor het ter beschikking stellen van zijn motor voor de fotosessie