Mac Motorcycles 2010
't Zal misschien bij de motormerken niet meteen in goede aarde vallen, maar stilaan denk ik meer en meer dat de industrie vers bloed nodig heeft om terug met nieuwe, opwindende ideeën op de proppen te kunnen komen. Echt baanbrekende modellen, als die er al zijn, komen maar met mondjesmaat in de showrooms te staan. Ja, zelfs de bouwers van Specials lijken op de duur elkaars creaties alleen nog maar in één of andere vorm te kopiëren.Arrogante, ietwat zwaarmoedige woorden? Misschien wel voor de jonge of nieuwe motorrijder, maar wie de (r)evoluties in de motorwereld gedurende de jaren '70 en '80 van nabij heeft meegemaakt, zal er de waarheid beslist in vinden. Zowel op gebied van motorblokken als op het vlak van rijwielgedeeltes kwamen de constructeurs toen met opwindende nieuwigheden. Bovendien vertoonde men op tijd en stond stijlstudies die het water in de mond brachten en dat zowel op technisch als esthetisch vlak.
De motorindustrie dreef toen zo goed als op puur technologisch sexappeal, op de verwachtingen van kandidaat-kopers die men zelf schiep en in de praktijk meer dan ingevuld werden. En de motor sprak de mensen terug aan, voor het eerst in lange tijd ging het met de gemotoriseerde tweewieler terug de goede kant op. Nu doet de motorfietsindustrie echter in hoofdzaak nog maar één ding meer: wat toen bedacht en gemaakt werd verder verbeteren, sneller en sterker maken. En meer en meer verliest de motorwereld zijn aantrekkingskracht op de jeugd… rara… hoe zou dat toch kunnen komen? Misschien omdat die de mens niet meer tot dromen aanzet??
Blijkbaar sta ik niet alleen met deze gedachten, want hier en daar steken initiatieven de kop op die van dezelfde invalshoek getuigen. Mac Motorcycles uit Engeland is daar een goed voorbeeld van. Het jonge bedrijf, opgericht door Ellis Pitt, heeft in samenwerking met Mark Wells en Ian Wride van Xenophya Design vier prachtige, vernieuwende motorfietsen tot leven gewekt. Het lastenboek dat ze daarbij hanteerden, was kort maar krachtig. De motor moest gemakkelijk onderhouden kunnen worden, een no-nonsense-imago dragen en strakke, eenvoudige (design)lijnen bezitten. Het moest een mix worden van flat track gerelateerde motoren, met de hanteerbaarheid van een Italiaan (Monster?) en het imago van een Amerikaanse motor (Sportster?). Geen gek idee, want voor ontwerpen daarop gebaseerd kan zowat de gehele wereld warm gemaakt worden. Door het gebruiken van een Buell Blast-motorblok ging men bovendien de toer op van een gunstig vermogen/gewichtverhouding terwijl de ééncilinder eveneens de oorspronkelijke spirit van het ware motorrijden evoceert. Deze motorfietsen zullen door hun prestaties geen publiek afschrikken, zoveel is zeker.
Bij Xenophya Design is men dan ook niet aan zijn proefstuk toe. Tot de klanten van dat bedrijf behoren zowat alle groten uit de motorindustrie. Namen zoals onder andere Yamaha, Triumph, Aprilia en Derbi vind je niet in de klantenlijst van elk designbureau terug, zoveel is zeker. De visie van Ellis en zijn team gecombineerd met de ervaring van Xenophya Design is de motoren van Mac Motorcycles dan ook aan te zien. Welke de mooiste is, moet je maar voor jezelf uitmaken; wij komen er hier op de redactie in alle geval niet uit om te bepalen welke er nu voor ons de beste en of de schoonste is…
De Spud is een Bobber van het zuiverste water. Het lijkt inderdaad of van deze motor alles is verwijderd dat niet strikt nodig was ten einde zijn prestaties te verbeteren. Puur en onversneden oogt deze motor dan ook, eentje die de indruk wekt dat je hem zelf had kunnen bedenken en maken, hetgeen natuurlijk in de praktijk helemaal niet zo is.
De Pea Shooter is dan weer een motor die met een knipoog naar de café racers van vroeger en nu kijkt. Opnieuw heeft de ééncilinder de voor de Mac Motorcycles karakteristieke lijnen maar de Pea Shooter heeft iets tijdloos over zich, dit ontwerp zal binnen decennia nog steeds modern lijken.
Achter de Ruby steekt dezelfde basisgedachte, maar het ontwerp vertoont duidelijk meer feministische lijnen. Ellis heeft deze motor dan ook naar zijn eerste liefje genoemd dat hij blijkbaar nog niet vergeten is. 't Was "the girl next door" voor hem, zijn soulmate, het vriendinnetje dat er altijd voor hem was. En een motor als de Ruby zien we voor vele echte motorrijders wel uitgroeien tot eenzelfde duurzame relatie.
De Roarer is duidelijk uit heel ander hout gesneden. Ellis zegt zelf van deze motor dat hij de indruk wekt dat hij er al was toen de dinosauriërs van de motorwereld de scene beheersten. Met de langgerekte lijnen van de Roarer schept men inderdaad een vooroorlogse sfeer rond de motor die wel iets weg heeft van de fabrieksracers uit die tijd. Motoren die gebaseerd waren op de "brave" standaard motorfietsen maar waarmee heroïsche successen werden geboekt in de meest tot de verbeelding sprekende wedstrijden…
Technisch gezien zijn de Mac Motorcycles eenvoudig maar modern geconcipieerd. Gietwielen, upside down voorvork, schijfremmen, een frame met respectabele lijnen en afmetingen… 't ziet er allemaal goed en degelijk uit. Men heeft duidelijk het wiel niet nog eens willen uitvinden, zoveel is zeker. Bovendien zijn heel wat onderdelen uitwisselbaar; drie van de vier modellen maken zelfs gebruik van een op het eerste gezicht identiek rijwielgedeelte. Iets wat zowel kostenbesparend als op gebied van logistiek een voordeel is. Sommige motormerken zijn onder andere door die bedrijfsfilosofie zelfs groot geworden! Het feit dat alle Mac Motorcycles aangedreven worden door de Buell Blast-krachtbron moet voornamelijk in de vorm van dat motorblok gezocht worden. De simpel ogende constructie past perfect bij het uiterlijk van de Mac motoren. De luchtgekoelde ééncilinder heeft een cilinderinhoud van 492cc en een onderliggende nokkenas. De klepstoters bedienen twee kleppen in de cilinderkop waarvan de speling automatisch en hydraulisch wordt geregeld. Er is een vijfbak aan boord en de motor levert standaard 34 pk bij 6.500 toeren per minuut. Met een tuningskit kan dat vermogen desgewenst opgeschroefd worden naar 50 pk bij 7.200 toeren per minuut. Bovendien is deze krachtbron sinds lange tijd een geliefde basis voor de short track races in de States waardoor er heel wat mogelijkheden beproefd zijn om er nog veel meer vermogen uit te halen. Of de motor in dat geval nog steeds gemakkelijk en goedkoop te onderhouden is, is waarschijnlijk een ander paar mouwen. Wij zouden in alle geval iets anders voorrang geven op het vinden van meer vermogen, namelijk het blok degelijk en dus naar Europese/Japanse normen uitbalanceren. Ooit was ik namelijk zowat de eerste Europese testrijder die met de Buell Blast een testrit maakte en sindsdien heb ik nooit meer op een motor gezeten die meer trilde dan die éénpitter. Een mens kan alleen maar hopen dat men daar bij Mac Motorcycles het nodige heeft gedaan om dat te verhelpen… Enthousiast geraakt over de Mac Motorcycles? Wel, weet dan dat één en ander op dit moment daar nog in kinderschoenen staat. De ontwerpen zijn klaar, maar de prijzen voor de motoren liggen nog niet vast, laat staan dat iemand weet wanneer ze leverbaar zullen zijn. Wil je meer weten over deze motorfietsen, dan kan je daarvoor op de website www.mac-motorcycles.com terecht. 't Is een knappe, eenvoudige webstek waarlangs je de mensen die achter het bedrijf zitten, kunt contacteren. Wij hebben dat in alle geval al gedaan en hebben ons meteen ook kandidaat gesteld voor eventuele testritten. Als dat ballonnetje opgaat, hoor je er meer over hier op motorlife…