Buell Lightning XB9 2003 testverslag

Share Op sommige motoren moet je eventjes wachten om ze voor een testrit te kunnen strikken, zelfs al werk je voor een medium als motornet.be . Als die motor bovendien nog de naam "Bliksemschicht" draagt, wordt het helemaal een hachelijke zaak; maar uiteindelijk lukte het ons toch om de Buell Lightning te pakken te krijgen. Het spreekwoord "waar een wil is, is een weg" bewees dus nog maar eens zijn waarde.
Toen we onderweg waren om de Buell XB 9S op te halen, verkeerden we in een merkwaardige stemming. Gemengde gevoelens hadden plaats gemaakt voor de nieuwsgierigheid die we al zo lang gevoeld hadden, telkens de nieuwe Buell's ter sprake waren gekomen. Onze vorige ervaringen met de Buell producten waren daar de oorzaak van. Van beenhard afgestelde veringen en alomtegenwoordige trillingen houden we namelijk niet echt en die waren op de Buell X1 waarmee we hadden getest heel nadrukkelijk aanwezig.
Oog in oog staand met de 2003 Lightning borgen we niettemin al onze vooroordelen op in een donker hoekje en namen ons voor om deze motor met een verse lei te laten bewijzen wat hij waard was: ons ervan overtuigen dat hij beter was dan gelijk welke van zijn voorvaderen. Terwijl we met onze helm in de hand een verkenningsrondje om de Buell draaiden, viel het ons meteen op dat deze motor heel compact is gebouwd, zelfs als je hem even niet vergelijkt met zijn voorganger. De extra korte wielbasis van 1320 millimeter en de lage zadelhoogte van 765 millimeter zijn zo van deze motor af te lezen. Ook het motorblok oogt heel wat kleiner dan de V-Twin die het komt aflossen. Eerlijk gezegd zou je -afgaande van de afmetingen van de Buell Lightning- nooit vermoeden dat het hier wel degelijk om een motor gaat met 984 cc in het vooronder. Ook de Amerikanen zijn dus aan de miniaturisatie van hun producten begonnen. Een goede zaak voor alle motorrijders die in hun vrije tijd geen basketbal of volleybal spelen, maar zich vanwege hun lichaamslengte beter thuis voelen in tafeltenniskringen. Met andere woorden wij dus...
Wanneer we in het zadel van de Buell plaatsnemen, krijgen we al meteen een eerste verrassing te verwerken. Onder ons drooggewicht van net iets meer dan 70 kilogram zakt de motor zowel voor- als achteraan gewillig een tweetal centimeter in zijn veren. Meteen proberen we de veerbewegingen van de Buell nog maar even uit en genieten van de bevestiging van onze eerste gewaarwordingen: deze bliksemschicht beschikt wel degelijk over een goed afgesteld veersysteem en laat daarmee zijn voorganger ver achter zich. Wanneer we het smalle stuur ter hand nemen, blijkt dat we heel ver naar voren zitten op de motor. Door de ranke bouw krijgen we veeleer de indruk op een supermotard te zitten, dan op een kant en klare streetfighter met net geen 1000 cc longinhoud. De motor met stilstaande motor manoeuvreren blijkt ook al een fluitje van een cent want het drooggewicht van 175 kilogram werkt prachtig mee. Even zoeken we naar de contactsleutel –die zit op een nogal ongebruikelijke plaats aan de linkerzijde van de koplampunit- en drukken daarna de startknop in. Meteen komt de twin tot leven. De bewegingen van de twee grote zuigers zijn duidelijk voelbaar, maar resulteren niet in een door merg en been gaande golf van trillingen. Ook de mechanische geluiden zijn duidelijk minder dan diegene die het oude blok ten gehore bracht. Nieuwsgierig als een klein kind dat voor de eerste keer met een fiets vertrekt schakelen we de bak in zijn laagste versnelling. Een droge klik geeft aan dat we deze handeling tot een goed einde hebben gebracht en als we enkele seconden later de koppeling vieren gaat de Buell Lightning heel vlotjes van zijn plaats. Onze eerste testrit met het jongste product van Buell is begonnen.
Versnellingsbak & koppeling
Heel gemakkelijk en zo goed als trillingsvrij werkt het motorblok zich naar hogere toeren. Wanneer we echter naar een hogere versnelling willen opschakelen loopt het fout. Ondanks onze verwoede pogingen om het versnellingspookje te bewegen, lijkt dat muurvast te zitten. Binnensmonds vloekend sturen we de Buell naar de kant van de weg en kijken naar beneden terwijl we nog maar eens een poging wagen om de bak in een hogere versnelling te zetten. Tot onze verbazing zien we dat we met onze laars niet aan het versnellingspookje zitten te trekken, maar wel aan de zijstandaard. Die zit heel dicht tegen de versnellingspook aan en komt voor een niet in de Buell-rituelen ingewijde, doordeweekse sterveling dus even in de weg te zitten. Met deze wetenschap in het achterhoofd gaan we terug op weg en deze keer laat de bak zich wel gemakkelijk bedienen; meer zelfs: de versnellingsbak van deze Buell is de beste die daar tot nu toe werd geproduceerd. Accuraat en snel schakel je van de ene versnelling naar de andere, zowel in opwaartse als in neerwaartse richting. De koppeling is al even gemakkelijk te bedienen en vraagt om weinig bedieningskracht. Het resultaat van deze eigenschappen is dat je maar al te graag in de versnellingsbak gaat roeren, terwijl dat in feite helemaal niet altijd nodig is. Het motorblok heeft namelijk een heel brede powerband en laat schakellui rijden perfect toe. Motorblok
Vanaf een draaisnelheid van ongeveer 2.500 omwentelingen per minuut draait de grote twin zo goed als perfect en geeft bijna geen voelbare trillingen meer door aan zijn bestuurder. Met de gaskraan helemaal open sprint de Lightning heel gewillig naar de rode zone op zijn toerenteller. Die begint bij 7.500 toeren per minuut, maar in normale omstandigheden schakel je automatisch op naar een hogere versnelling nog voor je de naald de markering van de 6.000 omwentelingen hebt zien strelen. Niets opmerkelijks, want bij 5.600 toeren per minuut levert deze Buell zijn maximum koppel af van 85,6 Newtonmeter. Het maximum vermogen dat deze motor aan de krukas weet te produceren, is volgens de fabrieksgegevens 84,2 pk, en dat deze paarden er wel degelijk zijn, zullen we zeker niet in twijfel trekken. De Buell Lightning is dan wel niet in staat om wereldschokkende acceleraties te produceren, maar gaat er toch als een gesmeerde bliksem vandoor wanneer je dat verlangt. Prestaties op mensenmaat noemt men dat bij Buell en daarmee zijn we het volledig eens. Er rijden nu zo langzamerhand al genoeg motoren rond met een vermogen waar 80% van de motorrijders schrik van hebben en er in de praktijk dus ook helemaal geen gebruik van maken.
Stuurgedrag
Buell heeft de laatste versie van zijn Lightning een extreme geometrie meegegeven. Een wielbasis van 1320 millimeter, een balhoofdhoek van 21 graden en een naloop van 83 millimeter horen op het eerste gezicht meer thuis op een 250cc metende wegracer dan op een 1000cc straatmotor; we waren dus heel benieuwd hoe deze motor zich op de openbare weg zou laten besturen. De vrees die we al een tijdje gekoesterd hadden –dat de stuureigenschappen even schichtig zouden zijn als zijn naam laat vermoeden- kwam gelukkig helemaal niet tot uiting tijdens onze test. De motor liet zich wel heel gewillig in een bocht kijken –het woord dwingen lijkt ons in dit geval beslist een overdrijving van jewelste- maar voelde helemaal niet onverantwoord nerveus aan. Een beetje gewoon worden aan de watervlugge, maar gedweeë koersveranderingen die deze Buell kan bewerkstelligen was er voor ons wel bij nodig, maar verder hebben we alleen maar genoten van deze eigenschap. Korte bochtjes neem je dan ook al snel alsof je nooit met wat anders gereden hebt en in het stadsverkeer zijn de compacte afmetingen en het lage gewicht van deze motor een ware zegen. We dachten dan ook meerdere keren tijdens deze test dat dit zowat de enige 1000cc moet zijn die we als opstapmotor zouden durven aan te bevelen, zelfs aan een persoon met een niet zo grote gestalte. Zodra de bochtensnelheid wat hoger komt te liggen, laten de vederlichte stuureigenschappen zich pas echt duidelijk voelen. In het begin zul je daar als kersverse Buell-rijder wat moeten aan wennen maar reeds na enkele uren krijg je het gevoel dat je met deze motor kunt lezen en schrijven. De motor geeft een haarfijne feedback door aan zijn bestuurder over wat zich op dat moment onder de wielen afspeelt en houdt zich perfect aan het uitgestippelde bochtentraject. De goede werking van de veerelementen en de grote stijfheid van het rijwielgedeelte spelen daarbij natuurlijk een vrolijk deuntje mee. Tenminste, zolang het wegdek er goed onderhouden bijligt, want oneffenheden in de baan zorgen toch voor een ietwat nerveus gedrag van het kopje van de Buell. Iets wat niet alleen op het ontwerpteam van Buell mag verhaald worden, maar ook op de Dunlop D207 voorband. Die heeft namelijk de reputatie om heel wendbaar te zijn, maar ook wat zenuwachtig te reageren op oneffen wegbedekkingen. De rechtuitstabiliteit van de Lightning is voor een naked bike niettemin heel goed. Boven de 150 kilometer per uur voelt deze Buell wel wat licht aan, maar dat is niet meer dan normaal. Bij die snelheden gaat de rijwind namelijk opspelen en beïnvloed je als berijder de stabiliteit van een naakte motorfiets in de negatieve zin. Het grote voordeel van deze eigenschap is echter dat je je rijbewijs niet meer onbewust aan een zijden draadje gaat hangen wanneer je toch het kot open zet... Elke medaille heeft twee zijden...
Remmen
Wel zo goed als perfect te noemen is de remwerking van de eigenzinnige constructie van de voorrem. De reuzengrote remschijf is vastgemaakt aan de velgrand van het voorwiel en een zeszuiger remklauw grijpt aan de binnenzijde van de remschijf aan. De vertraging die je uit deze installatie weet te puren is heel indrukwekkend en de droog 175 kilogram wegende Lightning laat zich dan ook heel snel tot stilstand brengen. Minstens even belangrijk is echter het feit dat de remwerking perfect te doseren valt en dat de rem ook heel progressief aangrijpt. Ga je echter vol in de remmen –bijvoorbeeld bij een noodstop- dan wordt je wel de invloed van de korte wielbasis gewaar. Het centraal geplaatste zwaartepunt ligt zo dicht tegen de wielas van het voorwiel aan, dat het nadrukkelijk een opwaartse druk gaat uitoefenen. Een stoppietje maken met deze Buell is dan ook kinderspel, maar niet iedereen vindt dat grappig als het er echt op aan komt om een obstakel te vermijden. Iemand die met deze Buell wil rijden beschikt dus maar beter over een goede remtechniek of over een ver vooruitziend oog. De kleine remschijf in het achterwiel is in staat om op een gecontroleerde manier een mooie vertraging teweeg te brengen, maar ook niet meer. In de praktijk zul je als sportieve rijder echter weinig gebruik maken van zijn diensten omdat de voorrem zo sterk is dat je daaraan al meer dan genoeg hebt om de zaak onder controle te kunnen houden.
Afwerking
Een puntje dat we speciaal willen aanhalen binnen deze test is de afwerkingsgraad waarmee de Buell XB9S is uitgevoerd. Die is zo goed als onberispelijk te noemen en dat staat in schril contrast met de finishing van zijn voorvaderen. We hebben ons deze keer dus niet moeten ergeren aan slordig aangebrachte bedradingen en rammelende onderdelen. Alles bleef ook mooi op zijn plaats zitten en de ergonomie van de motor zorgde ervoor dat je als bestuurder veel langer kunt rijden zonder vermoeid te geraken. Een duorijder zal minder lang van een ritje met deze Buell kunnen genieten want het piepkleine zadeltje en de hoog geplaatste voetsteunen voor de passagier nodigen daartoe niet meteen uit. Ben je echter een minnaar van mooie constructietechnieken, dan kun je je hart ophalen aan deze Buell. Heel wat details zijn smaakvol en functioneel vormgegeven en het geheel past bij elkaar zodat er een mooie motor ontstaat waar blijkbaar iedereen graag naar kijkt. De wielen, de achterbouw, het robuuste maar sierlijk vormgegeven frame… en de rest moeten jullie zelf maar gaan ontdekken. De karakteristiek vormgegeven uitlaatdemper zal daarbij wellicht een punt van discussie vormen, maar dat hebben jullie nu eenmaal zelf volledig in de hand. Het gevolg van deze zowel technische als optische schoonheid is echter dat je met deze motor nergens onopgemerkt kunt parkeren. Er zijn altijd wel mensen die de zaak van dichtbij willen onderzoeken en je een stroom van vragen stellen. En dat allemaal zonder je als een pure macho te moeten voordoen… gewoon prachtig toch? Komen eindelijk ook "normale" mensen eens in de belangstelling te staan zonder dat ze daarvoor uit de kleren moeten gaan, gekke toeren uithalen of lelijke bekken trekken...
Besluit
Met de komst van de huidige Buell Lightning heeft het merk een motor neergezet die niet alleen heel modern oogt, maar zich ook daadwerkelijk gedraagt als een motor die zijn tijd waardig is. De oude Buell's op dezelfde lijn zetten met deze XB9S is net hetzelfde als een Apollo-raket vergelijken met de Space Shuttle: er zit ook een wereld van verschil tussen die beide toestellen en hun gebruiksgemak. Conservatief gerichte Buell rijders zullen misschien niet zo gecharmeerd zijn door het zo goed als ontbreken van motortrillingen, maar daar hebben we zo onze eigen mening over. Toegegeven: je kunt met de XB9S geen mayonaise maken, je vrouw plezieren indien je daar zelf te moe voor bent of het grind op je oprit mee aanstampen, maar niet iedereen vindt dat essentiële eigenschappen van een moderne motorfiets. Het karakter van deze Buell is evenwel nog altijd dat van een onvervalste Buell, maar dan wel zonder de negatieve karaktertrekjes die de vorige modellen eigen waren. Het "rock & roll" gevoel dat men onder het rijden met de XB9S ervaart is er beslist niet minder om geworden: het wordt gewoon op een veel beschaafdere manier naar buiten gerold. Zo simpel is dat en technisch is dat ook veel gezonder. Indien men de wat stuntelig dicht bij elkaar geplaatste zijstandaard en versnellingspook even vergeet en ook die onhandige brandstofdop even buiten beschouwing laat –die komt volledig los van de motor als je hem openmaakt- dan kan je in dit geval spreken van een heel aangenaam te berijden motorfiets die een groot publiek kan aanspreken zonder daarbij zijn karakter te verliezen. Op de vraag of deze Buell ons zijn voorvaderen kan doen vergeten, kunnen we dan ook volmondig bevestigend antwoorden zonder de waarheid geweld aan te doen. Rest ons nu nog enkel de Firebolt XB9R te pakken te krijgen om ook die eens aan de tand te kunnen voelen. Het zal wellicht weer niet erg gemakkelijk zijn om die even in onze stal te krijgen, maar we gaan er nu meteen als de bliksem achter aan. Vuur kun je namelijk best met vuur bestrijden… Voor de technische gegevens van deze Buell en zijn opbouw verwijzen we graag naar het eerder verschenen artikel op motornet. De Buell XB9S moet 10.890 euro in België kosten en 12.350 euro in Nederland. Hij is leverbaar in de kleuren Sunfire Yellow en Midnight Black. Meer informatie over verkoopsadressen en dergelijke vind je op de Buell site.