Buell XB12Scg 2008 testverslag
Voor de wet zijn man en vrouw -in principe- gelijk. In de wereld van de motorfiets zou je hetzelfde kunnen verwachten maar dat is niet zo. Veel vrouwen worden namelijk omwille van hun tengere postuur en beperkte binnenbeenlengte door de motorindustrie gedoemd om op lichte motoren te blijven rijden, ook al bezitten ze heel wat ervaring. Motoren met een grote cilinderinhoud zijn namelijk in regel minder gemakkelijk te hanteren en bezitten een zadelhoogte die niet voor iedereen bereikbaar is.Maar gelukkig bevestigen de uitzonderingen de regel. De Buell Lightning XB12Scg is zo'n uitzondering; hij heeft een zadelhoogte van slechts 726 millimeter maar draagt niettemin een 1203 cc metende tweecilinder met zich mee. Door zijn smalle bouw en zijn compacte afmetingen lijkt hij dan ook dé droom op twee wielen voor wie over een beperkte binnenbeenlengte beschikt maar toch de power van een heel volwassen motorfiets ambieert.
Om uit te zoeken of de XB12Scg wel degelijk alle troeven in huis heeft waarmee hij in zijn technische specificaties uitpakt, namen we de proef op de som. Onze redactiemedewerkster -die in de wandelgangen de bijnaam Julie Wood draagt- werd opgetrommeld om een testrit met deze veelbelovende twin te maken. Haar maten? Lengte 160 cm, drooggewicht 48 kilogram, binnenbeenlengte 77 cm… neen, sorry heren, meer "technische gegevens" van deze amazone kunnen we in het kader van dit artikel niet prijsgeven.
Wood was het gedroomde proefkonijn voor dit project; ze heeft dan wel een natuurlijke aanleg en een gemiddelde ervaring met motorrijden maar stapt beslist niet elke dag op een motor. Bovendien was een 650 cc tweecilinder tot nog toe de motor met de grootste cilinderinhoud die ze zelf bestuurd had. Daardoor heeft ze een profiel dat goed beantwoordt aan de doorsnee vrouw die wel met een motor kan rijden maar wegens beperkte fysieke kracht en beenlengte niet meteen een grote keuze heeft in de wereld van de "grote" motoren… Plaatsnemen op de XB12Scg en beide voeten degelijk aan de grond kunnen zetten bleek voor Julie zonder meer mogelijk. De polstering zou volgens haar aan de zijkanten wat meer afgerond mogen zijn om de binnenkanten van de dijen te ontlasten maar verder ontstonden er geen problemen. Door de korte brandstoftank van de Buell kon ze moeiteloos bij het stuur en slaagde ze er in om de volledige stuuruitslag te benutten terwijl ze gemakkelijk de bedieningen manipuleerde. De eerlijkheid gebiedt ons echter om aan te geven dat die stuuruitslag niet meteen van de grootste is wat een minpuntje betekend bij het hanteren van de motorfiets bij trage manoeuvres. De afstand tussen het stuur en de rem- en koppelingshendel was dan weer klein genoeg voor haar handen en de benodigde kracht om die te kunnen bedienen stelde ook al geen probleem.
Tijd om de zaak op te starten dus. De twin, die goed is voor 94 pk bij 6.800 toeren en bij 6.500 krukasomwentelingen 104 Newtonmeter koppel op de been brengt, liet zich door zijn amazone niet pramen en kwam vlot tot leven. Overmatige vibraties in het rijwielgedeelte –zoals de Buell Ulysses in vrijloop wel laat noteren- bleven uit. De XB12Scg stelt dus de Freudiaanse grappenmakers en de dames die wel van een stevige vibratie houden ter hoogte van het zadel en de brandstoftank teleur. Inderdaad, je kan niet alles hebben in het leven… De versnellingsbak voelt wat stroef aan wanneer het grote motorblok net gestart is. Met een netjes opgewarmde motor –een must wil men een flink uit de kluiten gewassen luchtgekoelde twin niet voor het hoofd stoten- laat de 5 verhoudingen tellende versnellingsbak zich echter vlot in eerste zetten. De soepele koppeling vieren, een streepje gas geven en daar ging Wood voor onze ogen de weg op met de motor die ze even daarvoor zelf bestempelde als "het beest dat diende getemd te worden".
De droog 179 kilogram wegende Buell liet zich blijkbaar door zijn lichtgewicht bestuurder meteen goed hanteren want moeiteloos stuurde Julie de twin over de lijnen die ze voor hem uitzette. Het mooi centraal geplaatste zwaartepunt -een specialiteit van Buell- en het neutrale stuurgedrag wierpen hun vruchten af want zelfs de scherpste bochten en minirotondes werden moeiteloos verwerkt gedurende de gehele testdag. De bediening van de voorrem stelde blijkbaar ook geen problemen want de combinatie van de 375 millimeter grote remschijf en de zeszuiger remklauw was mooi progressief en gemakkelijk te bedienen terwijl de benodigde kracht om de rem flink te laten aangrijpen eenvoudig door Julie kon opgebracht worden. De achterrem was echter een ander verhaal. Hoe hard Julie ook op de rem trapte maakte niets uit; de 240 millimeter roestvrijstalen remschijf en de enkelzuiger remklauw konden enkel een nauwelijks waar te nemen vertraging tewerkstellingen. Kan beter met andere woorden, en nog niet zo'n klein beetje…
De grote tweecilinder is gezegend met een mooie vermogenskarakteristiek. Soepel pakt de motor op vanuit de laagste toeren en trekt dan netjes door tot de rode zone op de toerenteller die bij 7.000 toeren begint. Tenminste, dat gebeurt indien je gas genoeg geeft eens je in de buurt van de 4.000 toeren aanbelandt. Zo niet is de dip in de vermogenskromme bij 4.500 toeren heel nadrukkelijk waarneembaar en aarzelt de motor om verder door te trekken. Cruisen bij dat toerental is dus beslist niet aan te raden indien je vlotte inhaalmanoeuvres wilt onder de hand houden zonder af te schakelen. Spring je vlot met het gas om dan trekt de Buell een mooie sprint; 94 pk voor een drooggewicht van 179 kilogram is en blijft een niet te versmaden cocktail…
Niets is perfect in dit leven, dus ook deze Buell niet. De afstand tussen de voetsteun en het schakelpedaal bleek voor een schoenmaatje 36 te groot te zijn. Daardoor verliep het opschakelen minder vlot dan Julie gewenst had. Een iets langere schakelpook en een aangepaste hefboomwerking zouden dat euvel kunnen oplossen; misschien een idee voor Buell -of een accessoirespecialist- om een gaatje in de markt op te vullen. Eveneens minder handig is de plaats van de contactsleutel. Die zit aan de linkerkant van de koplampunit. Gezeten in het zadel is het zo goed als onmogelijk om die sleutel in het slot te brengen of hem eruit te verwijderen. Het contactslot verplaatsen naar het dashboard mag technisch geen probleem zijn voor Buell en is gewenst, zeker nu de twins over de gehele wereld aanhangers vinden en dus niet alleen met Amerikaanse gewoonten moet rekening gehouden worden. Extra valbescherming aanbrengen is echter overbodig; Buell heeft twee stevige rubberen stootkussens op het frame gemonteerd die er kloek genoeg uitzien om de ergste schade te kunnen beperken indien de twin onverhoopt de onderkant van zijn banden laat zien. Een dergelijke bescherming zouden we meer willen zien op motoren want nu zijn die welke er standaard mee uitgerust zijn zowat op de vingers van één hand te tellen.
Koersvast, uitgerust met degelijk werkende veersystemen en licht sturend; de Buell XB12Scg is een aangename kameraad op de weg. Welk traject je hem ook voorschotelt maakt niets uit, zelfs niet als je hem nadrukkelijk de sporen geeft, zelfs niet als de weg er niet zo verzorgd bijligt. Dat dit concept in de loop der jaren steeds maar verder verbeterd is laat zich dan ook duidelijk voelen. Getuige daarvan is ondermeer de kleine stroomlijnkap die er ondanks zijn beperkte afmetingen in slaagt toch een goede bescherming te bieden tegen de rijwind. Cruisen bij plusminus 150 kilometer per uur pleegt dus geen aanslag op je nekspieren, iets wat niet van elke -zo goed als- naked bike kan gezegd worden. De Buell XB12Scg komt uit de krat als een kant en klare streetfighter. Zijn uiterlijk is markant en zijn afwerking is zeker goed te noemen. Het dashboard is overzichtelijk uitgevoerd en geeft elke informatie welke je je kan wensen. Bovendien zorgt de riemaandrijving voor een soepele en nagenoeg onderhoudsvrije eindtransmissie en dat terwijl er toch heel wat power aan boord is. Het blijft voor ons dan ook een raadsel waarom niet meer fabrikanten afstappen van een kettingtransmissie en voor een riemaandrijving kiezen. Het zou het leven van de motorrijder niet alleen gemakkelijker maken maar ook de kostprijs van het onderhoud drukken waardoor er meer budget overblijft om te doen wat je met een motor wilt doen: rijden! En als er dan een Buell in het vizier krijgt met het frêle postuur van een amazone boven de vette achterband… ja, pas dan is motorrijden puur genieten!