Reistest Honda VFR1200X 2013
Tekst en foto's: Kris Van der StocktNiets is zeker en zelfs dat niet, schreef de Nederlandse schrijver Multatuli al. Een duurzame job, een vaste relatie, rendabele spaarcentjes, zeg nu zelf, wie durft daarvoor nog zijn hand in het vuur te steken de dag van vandaag? Om nog maar te zwijgen van het weer. Zo was er van enig bladgroen of bloesemknop geen zweem te bespeuren, toen we Honda's hoogpoter richting Bretagne stuurden in april.
Zette een ijzige noordooster ons aanvankelijk in de goede richting, dan zorgde een Atlantische zuidwester in het Bretonse binnenland onvermijdelijk voor een koude douche. Van de regen in de drup heet zoiets bij ons, hoewel de Bretoenen duidelijk iets anders bedoelen met 'Be Breizh'. Weer of geen weer, de gebalde slogan waarmee Armorica zijn toeristen "bon vent" wenst, liet een diepe indruk op ons na. Precies zoals de VFR op hoge poten…
HARDLOPER OP STELTEN Op wie we gelukkig wél konden rekenen, was Mister Honda die onze onomwonden vraag meteen had beantwoord door ons een Crosstourer van de jongste editie ter beschikking te stellen. Met enkele honderden kilometers op de teller geurde deze parelmoerwitte steltloper nog naar de doos en was hij warempel aan zijn proefstuk toe. Of moeten we veeleer zeggen avontuur? Dat de VFR1200X zich al dan niet een Adventure Sports Tourer mag noemen, zouden we op onze barre expeditie naar het Franse Keltenland gauw te weten komen. Net zoals bij de kleinere Crossrunner verwijst de 'X' in de codenaam naar het crossover-concept, Honda's kruising van een straatmachine met een allroad zeg maar. Sportieve toerrijders worden met andere woorden op avontuur gestuurd zonder dat ze moeten wisselen van motorfiets. Het principe van meerdere motoren in één is inmiddels genoeglijk gekend en een en ander moet de verkoop van zware motoren hoe dan ook stimuleren.
Aan de looks van de VFR te zien - op de kuip prijkt een lettergrote 'X' - een geslaagde combinatie als je het ons vraagt. Uiteraard durven smaken wel eens te verschillen en natuurlijk hebben hoogpootmuggen een hoog insectengehalte. Denk maar aan de allereerste TDM met zijn uitpuilende koplampen of de prehistorische vogelbek van de Multistrada pakweg twee decennia later. Dan oogt het kuipje van de Crosstourer met z'n eerder bescheiden GS-snavel toch wat menselijker. De compacte voorpartij, het knappe motorblok (de eerste allroad met een V-4 in het vooronder!) en het slanke achterwerk lokken je zo in het zadel alsof er een zingende sirene mee gemoeid is. Zonder volumineuze kofferuitrusting is de Crosstourer een knappe verschijning die zelfverzekerd in de lens mag kijken. En in het Candy Prominence Red, want zo heet Honda's bloedeigen kleur in 2013, had ik vermoedelijk nog enkele tientallen megabytes extra aan fotomateriaal geschoten. Rood of wit, een motorrijder heeft sowieso koffers nodig als ie op reis vertrekt. Zeker als je duo altijd opnieuw op zeker speelt en niet alleen in bed haar voeten aan je warmt!
Voor één keer hoefden we niet te kijken op een trui meer of min. En de typische boterkoekjes van Rennes vonden, samen met een halve rugzak aan toeristische infomapjes, vlotjes hun plek onderweg. De twee zijkoffers, of moet ik zeggen kistjes, zijn dan ook goed voor bijna 75 liter stouwruimte, terwijl de topcase in dezelfde uitvoering nog eens 38 liter extra biedt. Een handigheidje aan die topcase is dat je 'm door middel van een rits wat kan verhogen (waar hebben we dat nog gezien?). Net gepast om je helm in op te bergen (die van je duo kan je sowieso kwijt in de linkerkoffer). Of om in extremis nog een laatste souvenir mee naar huis te nemen. Tussen haakjes, wie beweert dat je een speciale tanktas nodig hebt, die heeft de proef op de som met een gewoon exemplaar duidelijk niet genomen. Onze eigenste oude getrouwe tanktas met magneten kweet zich plichtsbewust van haar taak…
Toch was het net de rits van de topcase die ervoor zorgde dat we het niet volledig droog hielden, op weg van het bos van Huelgoat naar dat van Paimpont. Niet dat er meteen vissen konden in zwemmen. Het plasje dat zich had gevormd, bleek echter net genoeg om alsnog een lelijke kring te trekken in die gloednieuwe Capitool-reisgids. Geloof me, er bestaat geen betere test op de waterdichtheid van je toebehoren dan een godganse dag in de gietende regen te verwijlen! Echt klein kan je deze koffers uit kunststof niet noemen, vooral wanneer ze aan de motor hangen. Toch liggen ze gemakkelijk in de hand en ook al hebben ze slechts een aluminium look, ze kunnen aardig tegen een stootje onderweg. Vergeleken met andere koffers waarmee we in het verleden werden opgezadeld, scoren ze beduidend hoger. In een handomdraai heb je ze immers met je contactsleutel vastgezet of los gemaakt. Eenvoudig en handig, zo hebben we het graag.
Kloeke koffers, gespaakte wielen, banden met allroad-profiel, handvatbeschermers,… de Crosstourer steekt zijn avontuurlijke aspiraties niet onder stoelen of banken. En ja, de optionele handvatverwarmers en stoere mistlampen zouden in ons geval goed van pas gekomen zijn. Net als dat die handige 12V-plugin onder het zadel ons een mooie dienst had kunnen bewijzen. Zo'n sigarettenaansteker is op een moderne reismotor praktisch onmisbaar geworden, al was het maar om met de bewoonde wereld geconnecteerd te blijven.
Bepakt en bezakt bleven we met onze avontuurlijke sporttoerder en die honderden kilo's verstandig genoeg op geasfalteerd terrein, een enkele uitzondering niet te nagesproken. Na een bezoek aan het schitterende Centre de l'Imaginaire Arthurien in het al even legendarische woud van Brocéliande - en dus nog helemaal in de ban van Koning Arthur en zijn dappere rondetafelridders! - gaf ik mijn stalen ros zowaar de sporen op een drassig oeverpad langs het spiegelgladde meer. Zonder noemenswaardige problemen overigens, al sloegen de Battle Wings van Bridgestone toch liever elders hun krijgshaftige vleugels uit. Verbeelding genoeg anders, maar van het kristallen paleis dat Merlijn voor zijn geliefde Viviane liet bouwen op de bodem van het meer heb ik niets gemerkt!
TGV IN EERSTE KLASSE Stevige actie en pakken grip vonden de rubbers, geheel zoals verwacht, op de kleine departementswegen die zich net zoals in de rest van Frankrijk van hun beste kant lieten zien. Ook in de langgerekte aanloop naar het schiereiland had de ene snelweg na de andere amper weerstand geboden. Gevoelstemperaturen die flirtten met de nul tegen 130 km/u hadden nochtans een acute aanslag op onze klepperende knoken gepleegd. Niet dat zulks de koude kleren van de Honda leek te deren, want deze sneed onverstoorbaar als een sneltrein met ijzige precisie door het Noordfranse landschap. Maar goed dat de windbescherming zo hoog en recht in het zadel beter meeviel dan verwacht. Bovendien pakte de turbulentie achter het scherm (lees: die korte maar vervelende rukken aan je helm) pas storend uit net voorbij de hoogst toegelaten snelheid bij onze zuiderbuur. Ik ken alvast enkele groottoerders die op dat vlak een pak minder scoren! Pijnlijke knie, belegen achterwerk of slapende vingers? Vergeet het, deze Honda zit gewoon als de beste! Voeg hier de volslagen afwezigheid van trillende voetsteuntjes en bibberende spiegels aan toe en je weet opnieuw waarom er geen prijs staat op kwaliteit en afwerking. Mooi zo!
Ligt het rij- en zitcomfort van nature hoog op dergelijke motoren, de Crosstourer mag je zonder blozen bij de besten van de klas rekenen. Een kuipje dat je efficiënt uit de wind zet, een natuurlijke en bijgevolg relaxte zithouding, een breed stuur en bijzonder comfortabel gepolsterd zadel,… het maakt dat je úren aan een stuk onderweg kunt zijn. Met een tankinhoud van 21,5 liter en een gemiddeld verbruik van net geen 6 liter vormde dat inderdaad geen enkel probleem op de A29 en A13 (op secundaire wegen verbruik je amper een half litertje meer als je die pols wat in bedwang houdt). Wat niet wil zeggen dat het bord vol dampende zuurkool ongelegen kwam op die verkleumde tankstop…
Hoe meer koppel, hoe leuker het toeren wordt. Zeker eens je op bestemming in een zalige vakantieroes belandt. Gezapig met je lieve duo van de ene toeristische bezienswaardigheid naar de andere rijdend, lekker lui op koppel, de handen losjes aan het stuur, tja, het beeld past perfect bij wat we onder een toermotor verstaan. Ook wat dat betreft waren we danig onder de indruk van de VFR. Stoer van uiterlijk, maar ook onderhuids rolt deze maar al te graag zijn spieren.
GEWOGEN EN NIET TE LICHT BEVONDEN Dat je met een grote jongen te maken hebt, voel je meteen bij het wegrijden. Is het 173 pk sterke V4-blok van de VFR1200F voor het gemak teruggetuned tot een nog altijd respecabele 130 pk, in het ondergebied pakken de 126 newtonmeters je verdraaid stevig bij de ballen. En dat is maar goed ook, want met zijn 275 kg is onze Honda niet van de lichtste in zijn soort (kies je voor de DCT versnellingsbak, dan komen daar zelfs nog eens 10 kilootjes bij!).
Zo zijn we op slag bij één van de mindere punten van de Crosstourer beland. Laten we niet om de pot draaien: het gewicht is er wel degelijk en de motor snel links en rechts gooien, gebeurt heus niet vanzelf. Ook als het pakken minder gezwind verloopt in stremmend stadsverkeer voel je de wetten van de zwaartekracht. En met 850 mm boven de grond vertoef je misschien hoog en droog, wie korte beentjes heeft, die krijgt bij het draaien en keren gegarandeerd een glaasje van zijn eigen vocht cadeau!
En toch wordt de soep nooit zo heet gedronken als ze wordt geschonken. Toegegeven, met 1m79 meet ik net genoeg om stabiel in het zadel van een hoogpoter te vertoeven. En sinds m'n kleine Zumo350 klaar en duidelijk het parcours uitzet, behoren ook die verdraaide U-bochten meer en meer tot het verleden. Dat het vrouwelijk trio van de toeristische dienst ons met hun vinnig autootje op sleeptouw nam door het drukke Rennes, deed de Honda des te meer zijn mannetje staan… Wat rijdt als een trein, ligt stevig op de rails, zo is dat. De stabiliteit en veiligheid van de Crosstourer mag je bijgevolg gerust exemplarisch noemen. Aluminium frame, gecombineerd ABS-remsysteem, tractiecontrole,… het draagt geen water naar de zee. Natuurlijk werpt een en ander de nodige kilo's in de weegschaal. Daarbij komt nog dat toermotoren en allroads worden volgepropt met elektronische hebbedingen. Hoewel het op dat vlak nog bijzonder goed meevalt op de Honda. Zo springt het instrumentenbord niet uit de band en beperken de knopjes aan het stuur zich tot de belangrijkste functionaliteiten die je op een motorfiets verwacht. Met één van die knopjes let je trouwens best even op: niet de richtingaanwijzer maar wel de toeter ligt in het verlengde van je linkerduim, zodat je om de haverklap luidkeels alle aandacht naar je toe trekt. Geloof me, ook al ben je apetrots op je nieuwe aanwinst, na een tijdje kijk je schroomvallig naar je tenen na de zoveelste toeterbeurt! Een digitaal bandenspanningsmetertje of compleet elektronisch instelbare veerophanging zul je met andere woorden niet vinden op onze Crosstourer. Dat laatste is misschien bijzonder handig voor wie geen kaas heeft gegeten van ingaande en uitgaande demping en dies meer, de standaard veerafstelling bleek in de praktijk ruimschoots te voldoen.
De grootste verrassing bleek uiteindelijk de wendbaarheid van de motor zelf, weliswaar met het nodige gas erop. De typisch Franse rotondes gingen er in als warme stokbroden en zolang de bochten niet oeverloos heen en weer begonnen te slingeren, deed de VFR precies wat je 'm had gevraagd. Opmerkelijk vlot zelfs ging het vooruit als je het beest maar goed aan de oren trok (lineair, dat wel, maar ook zonder de welbekende VFR800-dip in het middengebied!). In het volste vertrouwen trok ik dan ook de ene gave lijn na de andere op het vlekkeloos asfalt (natte wegmarkeringen zijn nooit mijn ding geweest). Ja, de jongens van Honda hebben hun huiswerk verdomd goed gemaakt! Ook op Vlaanderens mooiste wegen had ik weinig moeite om het snedig tempo van de begeleidende supersport motor bij te houden. Passagier en koffers had ik hierbij verstandig thuis gelaten en wie zou er na maanden van bar winterweer geen boost krijgen van de eerste echte zonnestralen op zijn lijf?
Een en ander heeft natuurlijk te maken met het lage zwaartepunt van de Crosstourer, dat in combinatie met het beresterke blok voor sportieve prestaties zorgt als je dat wil. Loop nu ook weer niet té hard van stapel: de speelsheid van een KTM of de voortvarendheid van een Ducati mag je wel vergeten. Maar of dat goed of slecht nieuws is, laat ik wijselijk in het midden.
ALLEEN VOOR MOOIWEERRIJDERS? Wat wel veel beter kan en moet bij Honda is de hoeveelheid vuil dat je bij regenweer via de achterslof over je heen krijgt gekieperd. Nu ben ik als trouwe VFR800-rijder wel wat gewend wat dat betreft en de hoosbuien die ons overvielen in Paimpol en Tréguier om er maar enkele te noemen, waren heus niet van de poes, dat geef ik toe.
Gelukkig is de tijd voorbij dat motorrijders scheef worden bekeken als ze van hun motor stappen. De staat waarin m'n lieve passagier zich overal naar binnen haastte, deed me denken aan die allereerste motorreis, nu jaren geleden … toen we drijfnat in het deurgat een kurkdroog "Zimmer belegt" te horen kregen. Als ik zo de rug van mijn partner bekeek, was ik blij dat men ons bedje mooi op voorhand had gereserveerd. Wie denkt dat de koffers - hoewel toch niet van een kleintje vervaard - enig weerwerk wisten te bieden, die komt helaas bedrogen uit. Zowel de topcase als de zijkoffers zagen eruit alsof we uren op een omgeploegde akker hadden rondgebaggerd. Na een dagje Pluvius mee achterop in het zadel durfden we ze nauwelijks neer te zetten in de afgelikte kamer van dat spa-hotel! Een compleet ander spatbord of beter nog een degelijke afscherming boven het achterwiel, op het einde van de rit maakt het volgens ons wel degelijk een wereld van verschil. Niets is perfect, dat weten we natuurlijk ook en zelfs het beste paard struikelt wel eens. Bovendien zijn het alleen de dwazen die volharden in hun dwaling. We zijn er dan ook gerust in dat Honda deze kleine fout recht zet… Met dank aan: Honda Motor Europe www.honda.be
Comité régional du tourisme de Bretagne www.tourismebretagne.com
Atout France www.rendezvousenfrance.com
Olympus Belgium www.nl.olympus.be