Kawasaki Z1000 contra Z750 2009 vergelijkingstest
De Z750 van Kawasaki zal de geschiedenis ingaan als een verkoopstopper, zoveel is nu al zeker. Geen wonder, want deze motor heeft een enorm interessante prijs/kwaliteitverhouding die zeker nu, in tijden van economische crisis, een grote factor vormt bij de besluitvorming voor een aankoop. Daarnaast lijkt hij op het eerste gezicht ook als twee druppels water op zijn grote broer, de Z1000, die niet bepaald als het lelijke eendje door het leven gaat.Met een prijsverschil van 2.800 euro tussen die twee motoren kan men zich afvragen wat in de praktijk de verschillen zijn en uitgerekend dat gingen we even voor jullie na in deze vergelijkingstest.
Met de technische gegevens van beide matadoren naast elkaar merk je meteen dat er - naast de cilinderinhoud en de daaruit voortvloeiende gevolgen - wel degelijk grondige verschillen bestaan tussen de twee modellen. De Z1000 weegt bijvoorbeeld met zijn 205 kilogram droog slechts 2 kilogram meer dan de Z750. Opmerkelijk, want die Z1000 heeft twee uit de kluiten gewassen uitlaatdempers in plaats van de enkele waarmee de Z750 het moet doen. De Z750 maakt vooraan ook gebruik van zwevende tweezuigerremklauwen terwijl zijn grote broer radiale vierzuigerremklauwen aangemeten kreeg. En zo zijn er nog wel verschillen te vinden… Op gebied van prestaties ontlopen de twee viercilinders elkaar op het eerste gezicht niet echt veel. De Z750 is volgens Kawasaki bij 10.500 toeren per minuut 116 pk sterk terwijl de Z1000 te boek staat voor 125 pk als de kaap van de 10.000 toeren is bereikt. 6 pk verschil maar… 't is – theoretisch - bijna niet de moeite om erover te spreken. Logischerwijs zijn ook de verschillen in maximum koppel niet spectaculair; de Z1000 brengt 98,7 Newtonmeter op de been bij 8.200 toeren per minuut en de Z750 zet daar 78 Newtonmeter tegenover bij 9.300 krukasomwentelingen. Op papier, en afgaande op deze droge cijfers, zou je kunnen concluderen dat de Z1000 maar een fractie sneller is dan zijn kleine broer die er - bijna - hetzelfde uitziet maar heel wat goedkoper over de toonbank gaat. De soep wordt echter nooit zo heet gegeten als ze op tafel komt. Vooraleer allerlei conclusies te trekken, kan men zich er maar beter van vergewissen dat één en ander ook in de praktijk zo is. Dus leenden we van de importeur zijn twee knappe jongens en gingen er een dagje mee de baan op. Afwisselend op beide motoren rijdend, gingen we op zoek naar de verschillen in beide motoren, ook al zijn die er op het eerste zicht - zo goed als - niet.
Op gebied van stuurgedrag zijn beide motoren mekaar waard. Een neutraal en voorspelbaar stuurkarakter siert hen, ondanks het feit dat ze ei zo na toch naked bikes zijn. De 5 millimeter dat de wielbasis groter is bij de Z1000 laat zich helemaal niet voelen, waardoor beide motoren even snel sturen en dus best goed hanteerbaar zijn. Hun kleine kopstroomlijntje zorgt er niettemin voor dat de kruissnelheid niet laag gehouden dient te worden. De veerkarakteristiek van beide motoren leunt ook al sterk bij elkander aan. Opvallend onopvallend vlakken de veersystemen de oneffenheden in het wegdek uit, zelfs in standaard afstelling. Weeg je ongeveer het gemiddelde gewicht van een doorsnee Europeaan dan heeft het helemaal geen zin om meteen aan die afstellingen te gaan morrelen.
Op gebied van remwerking weet je, eens je met de twee motoren gereden hebt, zelfs geblinddoekt op welke Z je zit. De radiale vierzuigerremklauwen van de Z1000 grijpen veel enthousiaster en krachtiger aan dan de zwevende dubbelzuigerklauwtjes waarmee de Z750 is uitgerust. Wat betreft doseerbaarheid zijn er grote gelijkenissen, maar op pure remkracht moet de Z750 beslist wel de duimen leggen. Je komt echter geen remwerking te kort op de Z750, de ankers staan gewoon op een doorsnee niveau terwijl die van de Z1000 enkele trapjes hoger staan. Achteraan remmen beide motoren even goed en beiden zijn in optie ook verkrijgbaar met ABS, een niet te versmaden extra dat 4 kilogram aan het drooggewicht van het voertuig toevoegt.
Wat betreft zithouding durven we er veel op verwedden dat beide motoren zo goed als gelijk zijn. Als bestuurder heb je niets meer te wensen; als duo wel indien de piloot niet een achterwerk heeft van de afmetingen waarop je met vier kunt kaarten. De afstand van het begin van het duozadel naar de tank is namelijk nogal groot waardoor in de meeste gevallen een hinderlijke leemte ontstaat tussen de rug van de bestuurder en de borst van de duo. Niet alleen niet echt bevorderlijk voor het liefdesleven maar ook niet direct wenselijk om een stevige twee-eenheid te kunnen vormen tussen piloot en bijrijder. Maar ja, da's nu eenmaal in de mode en alles went op de duur…
Maximum waarden van pk en koppel; ze geven een indicatie tot wat krachtbronnen in staat zijn, maar ook niet meer. Hoe snel een motor van leer trekt, wordt namelijk bepaald door veel meer factoren. Eén daarvan is de manier waarop het koppel wordt afgegeven. Klimt dat koppel reeds snel, vanaf lage toerentallen, dan zal de motor er erg enthousiast vandoor gaan van zodra je hem daarom vraagt. Wij namen zonder de koppelkrommen van beide motoren te vergelijken de proef op de som met ons dynamisch duo en kwamen tot een echt wel opmerkelijk resultaat. Met de twee motoren naast mekaar rijden in derde versnelling bij plusminus 60 kilometer per uur en dan plots en synchroon het gas vol opengooien, resulteert in een Z1000 die er als de weerlicht vandoor gaat en de Z750 een beetje verweesd achterlaat. Niet dat die niet vooruit te branden is; de Z1000 is simpelweg pakken sterker en laat zich door zijn kleine broer in de praktijk nooit of te nimmer bedreigen op gebied van pure prestaties. De realiteit is meestal zoveel mooier dan de theorie nietwaar?!
Dat Kawasaki zijn twee Z-types zo gelijk en toch ook zo verschillend maakt, is geen toeval. Beide motoren vinden door hun specifieke eigenschappen - en natuurlijk door hun prijs - een eigen publiek. De Z750 richt zich voornamelijk op de no-nonsensemotorrijders die niet op zoek zijn naar enorme motorische prestaties, maar wel naar een smaakvolle cocktail die voor een opmerkelijk lage prijs over de toonbank gaat.Niet zelden zijn dat erg ervaren motorrijders die in de loop van hun carrière het kaf van het koren hebben weten te scheiden en terug willen genieten van het echte, onversneden motorrijden zoals dat in de wandelgangen wel nog eens wordt genoemd. Met de Z1000 mikt men op het publiek dat boodschap heeft aan een schier bodemloos aanvoelend vermogen en koppel. Dat de radiale voorrem even potent uit de hoek kan komen is voor hen perfect meegenomen, want ook wat snel is, moet tenslotte vroeg of laat wel eens tot staan gebracht worden. Voor de in vergelijking echt wel veel indrukwekkender hernemingen heeft dat publiek ook beslist wel - en terecht - enkele euro's veil. En dat is maar goed ook, want de Z1000 kost met zijn 10.790 euro (inclusief ABS!) 2.800 euro's meer dan de ontzettend gunstig geprijsde Z750 in ABS versie. Voor het ABS betaal je op beide modellen trouwens maar 300 euro. Inderdaad, de Z750 zonder ABS pak je naar huis mee voor 7.690 euro. Als producent van een 600cc naked bike en consorten zou je van minder een chronische aanval van migraine krijgen…
Maar dat geheel ter zijde, tenslotte ligt daar geen enkele consument van wakker. Wat wel het geval kan zijn als je voor de keuze staat welke Z je in huis wilt halen. Of de Z1000 of de Z750 diegene is die je het meest aanspreekt, zal je voor jezelf moeten uitmaken. Over smaken en kleuren valt nu eenmaal niet te twisten en "at the end of the day" zoals de Engelsen zeggen, hebben we - gelukkig maar - allemaal zelf onze toekomst in de hand…