De boer op in de Berry (1)
Tekst en foto's: Kris Van der StocktDe Berry ligt in het midden van Frankrijk, centraal en toch dichtbij, op ongeveer vijf uur rijden van onze hoofdstad. Het departement van de Indre en zijn tweelingbroer de Cher vormen samen het gezicht van deze niet onbelangrijke en toch amper bekende Franse provincie.
Akkoord, in een vlak tot licht golvend landschap rijd je niet meteen de pannen van het dak. Bloedstollende haarspeldbochten of steil slingerende wegen moet je er dan ook niet direct verwachten (hoewel het uiterste zuiden van de Indre er best mag wezen). In ruil hiervoor krijg je wel een overvloed aan rustige plattelandswegen voorgeschoteld, waarop het heerlijk tuffen is. Wij hadden alvast genoeg aan een weekje heen en terug om dit stukje authentieke Frankrijk op ons dooie gemak van dichtbij te leren kennen.
Een landschap uit een boek Hoe rustig en eenvoudig het boerenlandschap ook oogt, toch bezit de Berry als één van de oudste provincies van Frankrijk een rijke geschiedenis. Vooral in de 15e eeuw beleefde het hertogdom een gouden tijd, wanneer het koninklijk hof in het heetst van de Honderdjarige Oorlog noodgedwongen mocht verkassen naar het stadje Bourges. Zo komt het dat historisch interessante figuren als de hertog van Berry (1340-1416) en Jacques Coeur (1400-1456) om de haverklap je pad kruisen.
Niet de kunstminnende hertog of de onfortuinlijke schatmeester hebben de Berry onsterfelijk gemaakt. Die eer is weggelegd voor George Sand, een vrouw die onder haar mannelijk pseudoniem het karakteristieke coulisselandschap van weiden, hagen en houtwallen voor eeuwig literaire roem heef bezorgd. Al tijdens haar leven vonden de romans waarin ze de schoonheid van het platteland beschreef gretig aftrek bij het publiek. Maar ook de levensloop van George Sand (1804-1876) zelf, Aurore Dupin voor haar vrienden, leest als een trein. Geprezen om haar schrijverstalent, beroemd door haar vriendschap met Franz Liszt, Gustave Flaubert, Eugène Delacroix en andere grootheden, berucht door haar vrijgevochten levensstijl en amoureuze escapades. Parijse roddels of niet, feit is dat ze hoe dan ook met oeverloze toewijding acht jaar lang de Poolse pianovirtuoos Chopin met liefde heeft overladen op haar familiedomein in Nohant.
Een onvervalst stukje boerenbuiten mochten we aldus ontdekken, vreedzaam verborgen in de schaduw van zijn beroemde Loire-buur. Schijn bedriegt natuurlijk, want ook hier heeft de geschiedenis de akkers flink doorwoeld. Dat het goed leven is in deze vruchtbare regio tussen het Parijse Bekken en het Centraal Massief, dat wisten de Kelten, Romeinen en Franken al. Julius Caesar noemde het Keltische Avaricum zelfs "de mooiste stad van geheel Gallië" (wat hem niet belette om de 40.000 inwoners over de kling te jagen). Een compliment dat het latere Bourges nog in pracht en praal zou overtreffen in het Frankrijk van de middeleeuwen. Le Duc de Berry Wie Bourges zegt, die zegt Berry en omgekeerd. De hertog van Berry, broer van de Franse koning, maakte Bourges in de tweede helft van de 14e eeuw tot hoofdstad van zijn hertogdom. Jan van Berry had niet alleen een zwak voor rijkelijk geïllustreerde getijdenboeken ('Les très riches heures du Duc de Berry' behoort tot de absolute top in de miniatuurkunst), ook voor zijn geliefde stad keek hij niet op enkele écu's van het belastinggeld. Zo schonk hij de kathedraal enkele van haar mooiste glas-in-loodramen, wat hem meteen een eeuwige rustplaats in de crypte garandeerde. In de 15e eeuw werd de stad zelfs even hoofdstad van het land, toen Karel VII ("de kleine koning van Bourges") van hieruit zijn troon wist te herpakken op de Engelsen.
Met de goddelijke hulp van Jeanne d'Arc zoals we allemaal weten, maar ook dankzij de welgekomen centjes van Jacques Coeur. Als schatmeester van de koning én schatrijk koopman zou de brave man zijn schitterend stadspaleis in Bourges trouwens nooit betrekken. Door een onfortuinlijke wending van het lot viel hij in ongenade bij de koning. Het verheven standbeeld vóór zijn paleis en de naar hem vernoemde toeristische route - de allereerste van het land! - heeft hij dan ook dubbel en dik verdiend! Le Price de Talleyrand Sluiten we ons mini-weekje Berry af met een uitvoerig stadsbezoek aan Bourges, nog steeds de hoofdstad van de Cher, starten doen we in de Indre, dat ander departement van de Berry. Zoals gebruikelijk speelt de Loire ook nu weer scherprechter tussen goed of slecht weer. Nochtans hebben we op de heenreis niets van overschot in het zadel. Niet dat dit laatste ongemakkelijk zit of onvoldoende plaats biedt aan rijder en passagier. Maar met een loodzwaar wolkendek boven het hoofd en nog geen 10°C aan de neus knijpen we toch af en toe de billen toe op de Parijse periphérique. Het château de Valençay, op zijn paasbest onder een stralende zon, kon niet beter zijn gekozen om ons welkom te heten in "le pays berrichon". Niet te verwonderen dat Napoleon zijn buitenlandse gasten in dit statig Loire-kasteel liet ontvangen. Dat was trouwens geheel een kolfje naar de hand van zijn buitenlandminister, de manke maar uiterst sluwe Charles-Maurice de Talleyrand. Naar het schijnt overliep de meester-diplomaat elke ochtend met zijn chef-kok het menu en liet hij bij de stevige spijzen enkel de beste wijnen aanrukken om de tongen los te krijgen. De reusachtige voorraadkelders onder het kasteel en de massieve ovalen eettafel die voor zulke gelegenheden werd gedekt, spreken zulks alvast niet tegen.
Zelf genieten we van een iets bescheidener maar daarom niet minder lekkere maaltijd in de oranjerie van het kasteel. Op een plek waar beroemde koks als Boucher en Carême haute cuisine van de bovenste plank uit hun mouw toverden, kan je moeilijk een verkeerde menukeuze maken. En kijk, met de sappige eendenborst in sinaasappelsaus haal ik meteen het gelijk aan mijn kant. De wieg van de Franse gastronomie staat inderdaad in de Berry. Antonin Carême (1784-1833) wordt immers algemeen beschouwd als de vader van de haute cuisine. Zijn pompeuze creaties, al dan niet overgoten met zware sauzen, zijn misschien niet echt meer van deze (Weight Watchers)tijd, zijn boeken hebben alleszins de grondslag gelegd voor de klassieke Franse keuken. De Berry zou trouwens Frankrijk niet zijn zonder een goed glas wijn en een stevige brok kaas. In Valençay sla je zelfs twee vliegen in één klap, want het dorpje heeft beide onder zijn etiket. Een unicum zo verzekert de burgemeester ons, want hiermee is Valençay de enige plek in Frankrijk die twee gelijknamige AOC-labels op zijn conto schrijft, één voor zijn witte wijn en én voor zijn geitenkaas. O ja, wat deze laatste betreft gaat het verhaal dat de afgeknotte piramidevorm op het allerlaatste moment door Talleyrand werd bedacht om Napoleon niet te herinneren aan diens desastreuze campagne in Egypte! Geitenkazen zijn er hoe dan ook in alle vormen en met een Sancerre heeft de Berry zelfs een beroemde wijn in huis. Dat de Franse gastronomische maaltijd het ondertussen lekker tot werelderfgoed heeft geschopt, lijkt me een goede reden om plechtig het glas te heffen.
Van het kasteel van Valençay naar dat van Bouges (zonder 'r'), een geschenk van Talleyrand aan zijn geliefde nicht Dorothea, is het amper 15 km in vogelvlucht. Over stoffige baantjes rijgen we al gauw het dubbele aan onze wielen. Tot groot jolijt van de V-twin overigens. Bepakt en bezakt met twee volwassen personen, drie volgeladen koffers en een torenhoge tanktas gaat het sturen verbluffend vlot over Frankrijks kleinste wegen. Een kort bezoek aan dit authentiek bemeubeld kleinood, een Louis XV-kopie van het kleine Trianon in Versailles, en hup, daar zitten we alweer in het zadel. Een klein uurtje later kloppen we in Mézières-en-Brenne aan de poort van de Brenne aan. Dit waterrijk gebied is met zijn meer dan tweeduizend vijvers tussen hooiland en houtwal een el dorado voor elke vogelspotter die zich hier geduldig in een kijkhut nestelt. Een korte fotostop aan de grootste vijver, de Etang de la Mer Rouge, is natuurlijk onvoldoende om een purperreiger, fuut of roerdomp op de elektronische beeldsensor vast te leggen. Nu ja, met zijn 1.660 km² is het regionaal natuurpark goed voor ruim een kwart van het departement van de Indre! Helaas dus geen snapshot van onze gevederde vrienden, hoewel die eeuwenoude eik aan de waterkant er best mocht wezen…
Vallei van de Creuse Wie de figuur van George Sand en haar innige band met de natuur wil leren kennen, die moet eerst naar de villa Algira, een klein huis in het al even kleine Gargilesse. In dit zomerhuisje, weggestoken in het valleigroen van de Creuse en een cadeau van één van haar grote liefdes, kwam de schrijfster pas helemaal tot rust. Ze kon er uren wandelen in de natuur van haar "Vallée Noire" en het was ook hier dat ze met haar zoon Maurice op vlinderjacht trok. De naam Algira van de villa verwijst trouwens naar de Afrikaanse vlinder die ze er per toeval ontdekten!
Samen met het kasteel en het romaans kerkje met zijn levendige muurschilderingen staat Gargilesse terecht geklasseerd als één van de mooiste dorpjes van Frankrijk. Interessant detail: de herberg waar George Sand destijds logeerde toen ze er voor de eerste keer met de koets aankwam (de auberge heet nu toepasselijk 'Hôtel des Artistes'), wordt sinds enkele jaren door een Vlaams koppel uitgebaat. Met succes overigens, te zien aan de goed gevulde gelagzaal. Zwaar tafelen zit er voor vrouwlief niet in, maar een heerlijke koffie op het kleine buitenterras krijg ik wel nog versierd, ook al laat de bediening even op zich wachten.
Tja, wie naar de Berry komt, die schakelt best wel een tandje lager… Wordt vervolgd…
Met dank aan: Atout France www.rendezvousenfrance.com
Toeristische dienst van de Berry www.berryprovince.com
Suzuki Belgium www.suzuki2wheels.be
Olympus Belgium www.nl.olympus.be
Nuttige links: www.chateau-valencay.fr
bouges.monuments-nationaux.fr
www.restaurant-leprieure.com