Scottish Borders (deel 1)
Een Engels spreekwoord zegt: "There are many ways to skin a cat." Wat men daarmee bedoelt, is dat er veel manieren zijn om je doel te bereiken. Met dat in het achterhoofd hadden we onze route naar het noorden van Engeland gepland. We waren al wel vaker in dat land in die richting gereden, dus wilden we beslist een nieuw traject verkennen.Gingen we vroeger traditioneel westwaarts langs de oever van de Humber, deze keer zouden we vanaf de dokken van Hull pal noord rijden. De A165 moest ons snel uit het niet zo feeërieke havengebied wegleiden naar rustiger, aangenamer oorden. Om de drukke wegen naar York te vermijden, zouden we de A1035 westwaarts volgen, Beverley in het noorden passeren en daarna de B1248 volgen tot aan de A166. Die zou ons via Stamford Bridge naar de ring om York brengen om daarna de A59 te vinden, die ons via de B6265 naar Boroughbridge zou voeren. Vanaf daar zou de weg in grote lijnen steeds naar het noorden wijzen met als eerste doel de Muur van Hadrianus, de wereldbekende constructie die zowat de grens vormt tussen Engeland en Schotland. Inderdaad, is onze taalgrens in hoofdzaak denkbeeldig, de oude grens tussen Schotland en Engeland is niet alleen tastbaar maar ook verdomd mooi om zien…
Om onze tocht te maken hadden we ons van de steun van verschillende partners voorzien. Triumph Motorcycles leverde zowel een Tiger 1050 SE als een Tiger 800 en beide motoren waren van huis uit uitgerust met een tweedelige kofferset. P&O Ferries, dé specialist in overtochten tussen België en het noorden van Engeland, had meteen positief gereageerd op de vraag of we mee konden naar Hull. Motorcycle Scotland zou eenmaal in de Borders aangekomen voor de logistieke steun zorgen en als uitvalsbasis dienen. Waypoint Paal leverde een Globespot tracker om onze reisroute te registreren en Bike Design zorgde voor een GoPro HD-actiecamera. Konden we meteen een en ander uitproberen en middels videobeelden een voorsmaakje geven van wat het inhoudt om in de Borders met de motor te rijden. We schreven 20 mei toen we in de namiddag naar Zeebrugge reden. De beide Tigers waren compleet bepakt - een journalist en een fotograaf zeulen nu eenmaal heel wat materiaal mee - en wij zelf waren wat betreft persoonlijke uitrusting op zo goed als elk weertype voorzien. Gewapend met een gezonde honger naar nieuwe streken waren we aan boord van de P&O-ferry gereden. De motoren waren snel vastgezet en na een verkleedpartijtje in de cabine hadden we met een glas in de hand het schip, de Pride of York, de haven zien verlaten.
Ook al kan ik het aantal keren dat ik de oversteek naar Hull met P&O maakte niet meer bij benadering tellen, ook toen maakte er zich een aangename opwinding van mij meester op het moment dat het schip de kade verliet. We rukten ons ternauwernood los van de aanblik van de grijsgroene golven en de prachtige zonsondergang om de inwendige mens te versterken. Na een voortreffelijke maaltijd en een dito nachtrust - wat wiegt zo'n schip toch iedereen vast in slaap!- stoomden we de Humber op en legden onder een stralend blauwe hemel in Hull aan.
Na amper een kwartiertje op Engelse bodem gereden te hebben, kwamen we al tot de conclusie dat de tijd die we geïnvesteerd hadden om de alternatieve route uit te stippelen zijn vruchten afwierp. Mooie, rustige wegen door een rustiek aandoend groen landschap was onze beloning geweest om met Mapsource en Google Earth enkele uurtjes in de weer te zijn.
De ring rond York was slechts een kort intermezzo geweest en zo kwam het dat we voor we het goed en wel beseften in Boroughbridge waren aangekomen. Daar pikten we wat onderdelen op voor ons oldtimer restauratieproject en waren met onze aankopen zo in onze nopjes dat we even later de motoren voor een mooi hotel parkeerden om er in het zonnetje een terrasje te doen.
De rivier de Ure had zich vlakbij traag en statig een weg gebaand langs zijn weelderig begroeide, maar netjes onderhouden oevers. Kleurige narrow boats, ooit de vrachtwagens van de industrie, hadden samen met modernere vaartuigen tegen de oevers gelegen.
Vanaf het terras hadden we een goed zicht gehad op de overkant van de straat, waar een garage stond die zo uit een film uit de jaren '60 leek weggelopen. Maar de weg had ons terug naar de motoren gelokt. Het grijze asfaltlint had tussen de bomen, als het ware in een veelbelovend venster, lijken te verdwijnen…
Via Topcliffe, Thirsk, Northallerton en Darlington waren we naar het noorden gereden. Via het Sena-communicatiesysteem op onze helmen hadden we contact gehouden en mekaar gewezen op al het moois dat we voorbij reden. En dat was heel wat geweest. Weelderig begroeid heuvelachtig land, riviertjes, stenen muurtjes, majestueuze bomen en pittoreske dorpen hadden ons op onze tocht vergezeld. Op de A689 rijdend waren we door het ruige maar prachtige toneel gereden dat het noorden van Northumberland ons aanbood.
't Was allemaal ronduit idyllisch geweest, tot we op een heuveltop waren afgestapt om er in een kleine gelegenheid iets te drinken. De vlaggen die er wapperden, hadden duidelijk aangegeven dat de grens met Schotland nabij was en het zicht vanaf de top was echt schitterend geweest.
Maar nauwelijks hadden we de motoren gestald of er kwamen een bende bikers met veel lawaai en vertoon de parking opgereden. Een Schotse bruiloft zo te zien, maar de begerige blikken die sommige van die bikers op onze motoren en bagage hadden geworpen, was ons niet ontgaan.
We voelden ons echter allesbehalve een vogel voor de kat; toen die gasten nog in hun pisdoeken om hun moeder lagen te krijsen, waren wij al goed thuis in het biker milieu, maar dat konden zij afgaand op onze klederdracht niet weten.
Er werden enkele niet mis te verstane blikken over en weer gewisseld en die universele taal had uiteindelijk iedereen duidelijk gemaakt dat een en ander maar best niet kon gebeuren. We zijn een kwartiertje later allemaal onze eigen weg gegaan, zonder dat er iets betreurenswaardig had plaatsgevonden. Zowel ons als hun feest werd dus - gelukkig maar - niet bedorven… De inwendige spanning was eenmaal onderweg al snel gedaald, want het landschap had echt ontwapenend gewerkt. Schapen met hun jongen in een malse groene wei, een zon die constant tevoorschijn kwam vanachter snel over de hemel jagende wolken, de Tigers die met hun sonore stem voor begeleiding zorgden; daar kan zelfs het onnozele machogedrag van een troep bikers niet tegenop, daar moet een mens wel rustig van worden.
En zo waren we in de namiddag ontspannen en wel bij Walltown Lodge aangekomen, een bed & breakfast in het midden van de natuur gelegen, vlakbij het pittoreske Greenhead en met het Roman Army Museum en Hadrian's Wall in de achtertuin.
Diane Lewes, de vrouw des huizes, had er ons vriendelijk verwelkomd, maar amper hadden we de motoren gestald en de bagage gelost of we waren alweer de deur uit. Het prachtige landschap van Northumberland en het vooruitzicht om eindelijk een stukje van Hadrian's Wall te zien, maakten dat we onze vermoeidheid niet voelden.
Northumberland is de meest noordelijk gelegen streek van Engeland. Het noorden van Northumberland is ruig, vaak desolaat en onvoorstelbaar mooi en imposant. Het heuvelland, slechts gedeeltelijk in cultuur gebracht voor landbouw, vormt een aanblik die je nooit meer vergeet.
De enorme vergezichten, de gerafelde rotspartijen, het land geërodeerd door weer en wind, het surrealistische groen van de velden, de sterke bomen die zich krampachtig in de bodem verankerd hebben, de boerderijen die zich verschuilen in de plooien van het terrein; wie een natuurliefhebber is zal Northumberland met zekerheid in zijn hart sluiten.
Northumberland is echter meer dan alleen maar een uitzonderlijk prachtige streek. Het gebied vormt al sinds mensenheugenis samen met het meer westelijk gelegen Cumbria een grensland tussen volkeren. Het was daar dat de Romeinse keizer Hadrianus tussen het jaar 122 en 128 van onze jaartelling een muur liet bouwen over de gehele breedte van het land. Zijn bedoeling was daarmee de Picten, die toen het huidige Schotland bewoonden, diets te maken dat ze zuidelijk van die 117 kilometer lange muur, die van de ene kust naar de andere liep, niets te zoeken hadden.
Het indrukwekkende bouwwerk liet bovendien snelle bewegingen van troepen toe, was voorzien van bijna 100 forten, diverse poorten en een seinsysteem. Er bloeide een concentratie van Romeinse activiteit langs de muur, niet in het minst omdat de bemanning van die grens 9000 soldaten eiste. En die kregen het samen met hun achterban zwaar te verduren. Alsof het gure weer in de Northumberlandse winters nog geen beproevingen genoeg bracht, hielden de Picten zich bij wijlen ook alles behalve koest. Die roken blijkbaar interne twist in het Romeinse rijk, want hun zwaarste aanvallen op de Muur vielen aan het eind van de tweede eeuw samen met woelige tijden in het Romeinse Imperium.
Toen de Romeinen begin 400 zich terugtrokken uit Brittania werd de Muur aan zijn lot over gelaten. De volgende eeuwen zijn in het duister van de 'donkere eeuwen' voorbij gegaan, maar rond het jaar 600 werd het Angelsaksische koninkrijk van Northumbria gevormd. Het strekte zich uit tussen de Forth rivier in het noorden en de Humber in het zuiden, een afstand van - in vogelvlucht - om en bij de 300 kilometer. De Angelsaksen die er woonden kregen regelmatig bezoek van de Vikings en toen die dreiging geluwd was, gebruikten de Engelsen en de Schotten het noorden van Northumbria en Cumbria als slagveld voor hun onderlinge geschillen. Maar van al dat geweld is geen spoor meer te zien. Wandel gerust langs de Muur van Hadrianus en je zult er getrakteerd worden op immense vergezichten, op een surrealistisch mooi landschap en, als de wind gaat liggen, op een oorverdovende stilte. Een landstreek die grotendeels verlaten lijkt maar wemelt van het wild en de hoevedieren.
De eiken zijn er begroeid met mos en gaan gebukt onder de wind die over het landschap scheert, hun takken verwrongen ter hemel reikend. In de bosjes groeien ontelbare Bluebells en die geven het bosgezicht een ronduit feeërieke aanblik.
De zon die door de wolken breekt, tovert steeds wisselende schaduwen die als levende wezens over het landschap zweven. Als tegen de avond de mist zijn intrede doet, verandert het gehele gebied al snel in een plaats met mythische allures die sterk tot de verbeelding spreekt. Romantici passen er maar beter op hun tellen, de sfeer die er hangt is werkelijk om te snijden…
De avond viel loodzwaar en nat toen we uit de heuvels afzakten naar Greenhead om er ons avondmaal te gebruiken. Ik at er een ijsje als dessert en heb me die uitspatting de week die erop volgde beklaagd; met een verontwaardigde maag en darmen op de motor rijden is geen grapje, zelfs al is het landschap zo mooi dat je het nooit meer zult vergeten… Interessante links: P&O Ferries: http://www.poferries.be
Walltown Lodge: http://www.walltownlodge.com/contact_thanks.htm.
Muur van Hadrianus: http://nl.wikipedia.org/wiki/Muur_van_Hadrianus
Motorcycle Scotland: http://www.motorcyclescotland.com/
Buccleuch Arms Hotel: http://www.buccleucharmshotel.com/index.asp