Scottish Borders (deel 3)
Met de motor reizen kan natuurlijk veel meer zijn dan constant van hot naar her rijden. Sinds enige tijd permitteren we ons zelfs de luxe om af en toe een dagje niet met de motor erop uit te gaan. En zo kwam het dat we de eerste dag dat we in Moffat wakker werden geen motorrit op het programma hadden, maar wel een stadsbezoek. Dumfries, een grensstad zuidelijk en op ongeveer 30 kilometer van Moffat gelegen zouden we die dag verkennen…
Dat we net die dag uitpikten om er een motorloze uitstap van te maken, kwam niet zomaar. Voor dit jaargetijde zeldzame harde rukwinden teisterden het landschap, dat zich paradoxaal genoeg intussen koesterde aan een staalblauwe hemel, sneeuwwitte wolken en een stralende zon.
Met het openbaar vervoer van Moffat naar Dumfries had ook gekund, maar Clint van Motorcycle Scotland had ons als perfecte gastheer een lift aangeboden en zo was het gekomen dat we met de auto naar Dumfries werden gereden.
De A701 was zo goed als autoluw gebleken en had zich door een fraai groen landschap bewogen. Mooi heuvelland als het ware belegd met een lappendeken van vette weiden omrand met bosjes; dat gaat je nooit vervelen als je een natuurliefhebber bent…
In het centrum van Dumfries waren we uitgestapt. De wind, die er als een onzichtbare kracht door de straten zwiepte, had meteen van ons bezit genomen, samen met de karakteristieke aanblik van de stad.
Zachtrode zandsteen, lokaal gewonnen en alom verwerkt in mooie architectuur had de toon gezet, samen met een rivier die als een levensader zijn water door de stad stuurde.
Wanneer Dumfries is gesticht, is niet meer te achterhalen. Feit is dat het stadje gelegen is aan de beste plaats die er te vinden is om de Nith over te steken. Sporen van Romeinse activiteiten stammend uit het begin van onze jaartelling zijn er alom gevonden en nog steeds aanwezig. Maar of de Romeinen ooit de oorspronkelijke stad hebben gevormd, is allesbehalve zeker.
Wil je een typisch beeld van Dumfries zien, dan ga je op de machtige stenen Devorgilla Bridge staan die de Nith overspant. 't Is één van de oudste bruggen van Schotland en dat is haar ook aan te zien. De zware stenen constructie staat als een onwrikbare monoliet in de stroom die een massa water naar de amper 15 kilometer verder gelegen zee vervoert.
En dat dat water verwoestend kan uithalen is er zo aan te zien; de eerste brug, daterend uit de 15de eeuw, werd trouwens tweehonderd jaar later door een vloedgolf zo toegetakeld dat ze bijna geheel moest worden vernieuwd. Het duurde bovendien tot 1925 voor de stad een tweede brug over de rivier spande, kwestie om er zeker van te zijn dat de beide stadsdelen met elkaar verbonden bleven ondanks het temperament van de Nith.
Dumfries is een stad waar het aangenaam wandelen is. De auto is er allesbehalve koning en neemt er - terecht!- enkel zijn plaats in als vervoersmiddel. Bovendien is de hoeveelheid verkeer die door de stad rijdt naar onze normen heel klein en de diverse straten die verkeersvrij zijn dragen nog tot het aangename klimaat in de stad bij.
Wandelend door de straten kom je onvermijdelijk tot de conclusie dat Dumfries bepaald geen uit de kluiten gewassen boerengat is, maar wel een plaats met een voornaam en rijk verleden. De mooie gevels van heel wat oude huizen verraden dat, samen met de contouren van ronduit majestueuze gebouwen.
Desondanks is Dumfries echt wel een stad waar geleefd wordt. Er zijn winkelstraten, zowel de kapitaalkrachtige als de minder gefortuneerde Schot kan er een woonplaats vinden en de sfeer is typisch Schots; er is met andere woorden geen spoor van gebakken lucht te vinden, what you see is what you get, niets meer maar ook niets minder…
Kuierend door de straten merk je dat de oude stad op de linkeroever van de Nith is gelegen, terwijl op de rechteroever pas later in de geschiedenis van Dumfries woongelegenheid is gecreëerd. Beide oevers zijn heuvelachtig, de Nith heeft duidelijk in de loop der tijden een dal gecreëerd en op de flanken daarvan heeft de stad zich ontwikkeld.
Is de stad ontegensprekelijk reeds bekend vanuit de vroege middeleeuwen, de straten zijn er breed en ruim en hebben helemaal niets van de smalle middeleeuwse straatjes zoals wij ze hier ten lande kennen. Zelfs de smalste straatjes die vanuit de stad naar de rivieroevers reiken, zijn luchtig en ruim getekend. De High Street vormt er veeleer een langgerekt plein dan een straat en is zowat het kloppend hart van de stad met als slagader de nabij gelegen rivier.
't Is in de schaduw van de Greyfriars kerk, die High Street met een omhoog opgestoken vinger domineert, dat ooit de Church of the Grey Friars stond. Ze vormde in 1306 een neutrale ontmoetingsplaats voor twee kandidaten voor de Schotse troon. John Comyn en Robert The Bruce ontmoetten er elkaar om naar alle waarschijnlijkheid de mogelijke onafhankelijkheid van Schotland te bespreken.
De twee families hadden echter een gezamenlijke geschiedenis die allesbehalve vriendelijk was en een en ander bleef tijdens die meeting blijkbaar niet bij woorden. Robert stak John neer voor het altaar en ruimde op die manier zijn naar verluidt Engelsgezinde rivaal uit de weg. Geëxcommuniceerd omdat hij die moord pleegde op heilige grond werd The Bruce in datzelfde jaar toch tot koning van Schotland uitgeroepen.
The Bruce zou verder een woelig leven kennen in een land verscheurd door burgeroorlogen en Engelse invallen. Dumfries deelde als grensstad geregeld in de klappen, maar kwam altijd die woelige tijden te boven. De plaats werd een marktstad en dus de plaats bij uitstek om aan handel te doen en dat legde blijkbaar sommige leden van de bevolking - afgaande op de gebouwen - bepaald geen windeieren…
Dat welvaart de zeden niet verzacht is echter een feit. Wandelend door de straten van Dumfries kan je je maar moeilijk voorstellen dat er omstreeks 1650 niet minder dan negen vrouwen tegelijkertijd op de brandstapel werden gezet na schuldig bevonden te zijn aan hekserij.
Staande bij de grote fontein ben je ook op enkele meters van de plaats waar in 1745 Bonny Prince Charley verbleef, de troonpretendent die vruchteloos probeerde Schotland van Engeland onafhankelijk te maken. Dumfries heeft in de geschiedenis van Schotland een heel voorname rol gespeeld, zoveel is zeker!
Dat Schotland een land van extremen is en dus ook zijn zachte, artistieke kanten heeft, is iedereen bekend. Op een boogscheut van de plaats waar al deze dramatische gebeurtenissen zich afspeelden, staat een standbeeld van Robert Burns, Schotlands meest bekende dichter.
Het beeld in witte marmer steekt sterk af tegen de strakke en ietwat donkere vormen van de omliggende gebouwen. Dat Burns er staat is trouwens volstrekt terecht, want hij sleet de laatste zeven jaar van zijn leven in Dumfries; het huis waar hij verbleef, bleef wel bewaard en is nu een museum.
Een frisse neus in Dumfries halen, we hebben het ons niet beklaagd. Met de camera in de hand legden we er heel wat mooie plaatjes vast. 't Was dan ook al laat toen een blik op de klok ons leerde dat we ons naar de plaats van afspraak moesten reppen, waar Clint ons terug zou oppikken.
Met een maaltijd om je vingers van af te likken in het Buccleuch Arms Hotel en een drink in de bar hebben we onze dag afgerond om met het vooruitzicht op de volgende motortocht voor de geneugten van een goed bed te kiezen…
Interessante links:
P&O Ferries: http://www.poferries.be
Motorcycle Scotland: http://www.motorcyclescotland.com/
Buccleuch Arms Hotel: http://www.buccleucharmshotel.com/index.asp
Dumfries: http://www.visitdumfriesandgalloway.co.uk/