Frühling im Frankenland (deel 1)
Tekst en foto's: Kris Van der Stockt
Bratwurst en bier, Beierser kon het bijna niet. Uivormige kerktorens en met wat geluk een volborstig dirndl-decolleté lieten dan ook niets aan de verbeelding over: Frankenland behoort wel degelijk tot Duitslands grootste deelstaat. Zoals altijd kent de waarheid vele gezichten en in dit geval bleek het typisch Germaanse plaatje niet voor het volle honderd procent te kloppen.
BIM BAM BEIEREN
Ondanks de prominente aanwezigheid van bovenvermelde kenmerken had deze regio in het noorden van Beieren iets on-Duits over zich, wat de naam van de streek ten volle had laten vermoeden. Open en vrolijk, met een Franse flair en haast zuiderse charme, zo presenteerde de nazaat van het Karolingische Franconië zich aan ons en een handvol toeristen in de prille aanloop naar Pasen. Een onbekend maar veelzijdig stukje Duitsland kregen we te zien, op en naast het zadel van de sterkste allrounder van het moment.
Een verrassing waarop we niet eens zo lang hadden moeten wachten: enkel nog wat gas erbij ter hoogte van de Rijn en hooguit twee uurtjes later lieten we net voorbij Frankfurt die Porsche gezwind zijn weg vervolgen op de snelle Autobahn naar het zuiden.
Zo onbekend was de streek nu ook weer niet. Vele zomers terug, op de vlucht voor het wassende water in Oost-Europa, waren we al eens met have en goed gestrand aan de Main en vorig jaar nog schoof de motorbrochure van Thomas Cook me enkele honderden Rhön-kilometers onder de wielen van een GSX (zie deel 4 'Siegerland & Rhön' onder de rubriek toerisme op deze site). En als ik echt diep in het geheugen tastte, haalde ik zowaar de beste herinneringen naar boven over kleine vakwerkstadjes langs de meest romantische route van het land.
Eifel, Sauerland, Schwarzwald, noem maar op, bikers zijn altijd al graag geziene gasten geweest bij onze oosterburen. Het gezellige Frankenland met z'n keur aan kalme binnenwegen en motorvriendelijke horeca in bekoorlijke dorpen en stadjes vormt hierop geen uitzondering. Troeven die best wel eens mogen worden uitgespeeld, zo oordeelde de toeristische dienst, die hun regio als geen ander op de kaart wist te zetten.
EEN TOCHT VOL CONTRASTEN
Natuurlijk ging ik voor de Tour der Kontraste, de langste maar meest gevarieerde van een twintigtal motortochten die ze op hun knappe website aanbieden. Een weloverwogen keuze, want met bijna 700 km aan divers asfalt kon de Multistrada zijn naam alle eer aandoen!
Een doel en een middel, meer had ik niet nodig gehad om die winterse verfkwast definitief te verbannen naar het roestig rek van m'n tuinhok. Geruggesteund door een al even enthousiaste lentezon werd ik bovendien vanuit een onverwachte hoek bijgetreden. Met ongeëvenaarde Duitse precisie had Verena van het Tourismusverband immers alles voor me geregeld. Professioneel verpakt in een zesdaags programma kreeg ik zo de verschillende facetten van haar geliefde Frankenland op een presenteerblaadje aangeboden. Een tocht vol contrasten zou het worden in een land van bier en wijn, over heuvels en vlaktes. "Freu' dich auf Franken", ik liet het me geen twee keer vragen!
De 470 km naar Aschaffenburg, in het uiterste noordwesten van Beieren, had Ducati's hoogpoter zonder verpinken aan zijn teller toegevoegd als betrof het een zondags ritje dat wat langer was uitgevallen. Eerlijk gezegd had ik ook niets anders verwacht. Elektronische veerafstelling, verstelbaar windscherm, gepolsterd zadel, breed stuur, je hoefde echt niet in het zadel te klimmen om meteen te merken dat lijf en ledematen met deze motor in de watten werden gelegd. Een mening die bij de eerste tankstop volmondig werd gedeeld door de duo achterop, terwijl ze gracieus in één vloeiende beweging van de motor stapte.
Een beeld dat zich een tankbeurt later opnieuw herhaalde, zij het ditmaal met slot Johannisburg, symbool van onze eindbestemming, in het vizier. Wijselijk reduceerde ik met een eenvoudige druk op de knop de 150 snelwegpk's naar een bruikbare 100 stadspk's. Want Aschaffenburg mag dan wel aan de rand van de groene Spessart gelegen zijn, met 70.000 inwoners kan het er best druk zijn, zeker op een warme zondagnamiddag. Hotel Wilder Mann lag gelukkig op een boogscheut van het elegante kasteel en in 'urban mode' leidde de Multistrada ons bedaard en toch met vaste tred doorheen het nerveuze stadsverkeer.
ROVERSROMANTIEK IN DE SPESSART
De namiddag was nog jong, geest en lichaam verkeerden in opperbeste staat en de zon haalde het geringste wolkje genadeloos uit de lucht. In een mum van tijd werden de koffers van de motor losgehaakt voor het eerste sportieve ritje van de dag. De Spessart, met zijn 2.440 km² nog steeds het grootste aaneengesloten loofwoud van Duitsland, is al lang niet meer dat ondoordringbaar bos van weleer. Onveilige handelspaden hebben de baan geruimd voor biljartvlakke wegen, net zoals wandelaars en volgelspotters (de specht heeft zijn naam gegeven aan het natuurpark!) de plaats hebben ingenomen van rovers en gespuis die ooit de streek onveilig maakten.
Een verleden dat de Spessart nooit helemaal heeft losgelaten en naar het schijnt kan je bij de toeristische dienst zelfs een huifkartocht boeken, waarbij je onderweg door authentieke 'Spessart Räuber' wordt overvallen. De Italiaanse hengsten die onze kar trokken, lieten er zich niet door afschrikken en op het laatste bochtig stukje naar Mespelbrunn zouden de ingehuurde rovers het trouwens knap lastig hebben gehad.
Aan de basis van deze wilde roversromantiek ligt de waterburcht van het plaatsje, die bij elke vaderlandslievende Duitser wel is gekend. Het slot staat al jaren te boek als de parel van de Spessart en zoals het zich weerspiegelde in het water kreeg ik inderdaad een juweel van een plaatje op de achterkant van mijn Olympus. Dat Schloss Mespelbrunn zoveel bezoekers trekt, heeft het te danken aan zijn rol in de verfilming van 'Das Wirtshaus im Spessart', de herberg in de Spessart, een bekend verhaal van Wilhelm Hauff uit 1827.
Koos de sprookjesschrijver voor een eenzame herberg waar de gasten allerlei verhalen opdisten om de nacht door te komen, dan maakte de cineast er in 1958 een dolkomische musical van met, hoe kon het ook anders, een roverhoofdman en een bloedmooie gravin in de hoofdrol.
ASCHAFFENBURG, DAS BAYERISCHE NIZZA
Terug in het hotel lieten we de wilde beesten in onze Afrikaans aangeklede kamer nog even ongemoeid.
Voor een wandeling bijvoorbeeld langs de groene boorden van de Main, in de schaduw van één van de mooiste renaissancekastelen van het land. Aschaffenburg wordt wel eens omschreven als het Nice van Beieren, althans zo pleegde koning Ludwig I liefkozend zijn favoriete zomerresidentie te noemen. Het milde klimaat leek alleszins te kloppen, want met de maand april nog niet eens halfweg konden we lekker buiten op terras van restaurant Kartoffel die Tirolerschnitzel naar binnen werken.
Ook de volgende dag tapte de zon als een bezeten Bacchus uit een zuiders vaatje. Gesterkt door flink wat spek met roerei stuurde ik de MTS goedgeluimd het centrum uit. Eens van alle stadsgassen bevrijd joeg ik 'm prompt de nodige zuurstof door z'n spitse carbonsnavel. Achterop werd er niet geprotesteerd, dus daar lag m'n kans om ook eens die fameuze sportmodus aan te spreken op de kleine Spessart-kronkels. Jammer van de krappe grondspeling, of diende ik gewoon wat actiever deel te nemen aan het spel en die voeten niet zo breed in de lucht te laten hangen als een lome easy rider? Achteraan moet ze alleszins in een zetel hebben gezeten, want tot mijn verbazing volgde er nog altijd geen protest.
Een andere weg, een andere motor, het klopte als een bus wat de gladgeschoren jongens uit Bologna in 2010 de media hadden ingestuurd. Vier motoren voor de prijs van één, het klinkt misschien goedkoop, maar eerlijk gezegd, het is het allerminst. Bijna 20.000 euro is inderdaad niet niks, maar een toerbuffel die zich laat rijden als een stadsmus en een supersport met enduro-allures evenmin. Wie zich trouwens met de basisversie kan tevreden stellen, komt enkele duizenden euro's goedkoper weg. In ieder geval krijg je in ruil voor je dure centen tenminste wat je wordt beloofd, en dat alleen al is een zeldzaam gegeven heden ten dage.
DE LANGSTE SCHNITZEL TER WERELD
Na dit kort machtsvertoon op de Spessart Höhenstrasse kwam het terras van Landgasthof Jossgrund als geroepen om de vlam uit de pijp te halen. Zo hadden we eindelijk wat tijd om bij een Frankisch wijntje het vervolg van de route te overlopen, die weldra met de heuvels van de Rhön een opener en lieflijker karakter zou vertonen.
Een collega-motard, een plaatselijke Beemer natuurlijk, had inmiddels ons voorbeeld gevolgd. Beetje bij beetje liep het terras goed vol en al gauw bleek dat de gasten niet voor het gemurmel van het waterrad alleen waren gekomen. Schnitzel, mijne heren, en niets anders, daarvoor lieten ze zich van heinde en verre naar Jossa afzakken. Maar liefst vijfendertig verschillende soorten kon je ervan op je bord krijgen geserveerd! Niet eens zo verwonderlijk als je weet dat ze hier in juli 2009 de langste schnitzel ter wereld (100 m) wisten te bakken…
Echt veel honger hadden we niet en even verderop wenkte in Schwarzenfels alweer een nieuwe uitdaging. Een handvol bochtjes met de onvermijdelijke burchtruïne op de achtergrond wierpen zich gewillig voor de wielen van de Multistrada. Gelukkig voor ons beten de Brembo's zich klemvast, want het ware zonde geweest om dit moment van pure "Motorrad Erlebnis" niet even te illustreren met een plaatje.
Dat ik hiervoor enkele keren dat stukje weg van de verder onbekende 3180 op en af mocht gassen, nam ik er graag bij. En kijk, in werkelijk geen tijd schoot de fotografe van dienst de ene actiefoto na de andere!
Dezelfde weg bracht ons naar het chique Staatsbad Brückenau, waar we de Hessische Spessart inruilden voor de Bayerische Rhön. Hiermee waren we op bekend terrein beland...
Wordt vervolgd.
Met dank aan:
Ducati North Europe www.ducati.nl
Tourismusverband Franken www.frankentourismus.de
Duitse Dienst voor Toerisme www.duitsland-vakantieland.be
Olympus Belgium www.nl.olympus.be
Nuttige links:
Hotel Wilder Mann www.hotel-wilder-mann.de
Hotel Sturm http://www.hotel-sturm.com