Met KTM naar Marokko

Share

Tekst en beelden: Louis Weenen
Al sinds de jaren 90 van vorige eeuw organiseert Moto Club 80 om de 3 jaar een avontuurlijke reis naar Marokko. De deelnemers zijn meestal ervaren endurorijders en voor een motormerk als KTM, dat vooral zijn roots heeft in het cross- en endurowereldje, is het een uitgelezen plaats om zijn producten aan een doorgedreven test te onderwerpen. Testers van dienst tijdens het eerste deel van deze Marocamoto zijn Thierry Sarasyn, journalist en ervaren crosser en ondergetekende, uw dienaar in bange dagen. Samen met een 50 tal deelnemers delen we een 4 tal dagen lief en leed op de vaak ruwe pistes van dit Noord-Afrikaanse land.
Marokko was een tijdlang een Frans protectoraat tot het in 1956 onafhankelijk werd. Het is meteen het oudste bestaande koninkrijk en de dynastie van de huidige vorst Mohammed VI gaat terug tot de 10 de eeuw. Zelfs ten tijde van het protectoraat bleef de Koning op zijn troon. Het was ook in Marokko dat de geallieerden in januari 1943 bijeenkwamen om er tijdens een conferentie de landing in Normandië voor te bereiden. Een leuke anekdote: de Duisters dachten verkeerdelijk dat de bijeenkomst in Washington plaatsvond in het "casa blanca", het Witte Huis.
Het Zuidelijk deel dat we in Marokko aandoen is vooral gekenmerkt door zijn armoede. Dat heeft vooral te maken met een zwakke economie en een lage ontwikkelingsgraad. De dorpjes die we doorkruisen zijn dichtbevolkt, afgelegen en dus moeilijk bereikbaar. Opvallend is echter de grootte van het land en zoals de ervaring ons hier heeft geleerd is het bezit van een GPS er een must. Zonder deze belangrijke navigator riskeer je als een geraamte achter te blijven in de woestijn. Rijdag 1 De obligate briefing heeft plaats in Tiznit, een dorp op een 90 tal kilometer van Agadir, zowat het Blankenberge van Marokko. De deelnemers krijgen er heel wat goed raad te horen. Voldoende drank meenemen om het dehydrateren tegen te gaan, in groep blijven rijden en afstand houden, want met dagtemperaturen tussen 30 en 35 graden kan het behoorlijk stoffig zijn. Het goede nieuws is dat we kunnen rekenen op zowel technische als medische assistentie. En dat scheelt bij dergelijke ondernemingen meteen een slok op een borrel.
Een uurtje later zit iedereen in het zadel en volgt nauwgezet het roadbook waaraan ter elfder ure enkele aanpassingen werden doorgevoerd. De Marocamoto is amper 10 km oud wanneer Herman onderuit gaat en zijn pols bezeerd. Hij volgde een groepje dat letterlijk heel wat stof deed opwaaien en zag daardoor te laat de hindernis die hem uit evenwicht bracht. Maar Herman, die al tijdens de laatste Trans Tunisia getroffen werd door een steen van een jongen met minder leuke intenties, is een harde en vervolgt zijn weg. Intussen rijden wij samen met een groep KTM bezitters en bereiken zonder noemenswaardigheden een gerestaureerd fort "in the middle of nowhere". Daar eten we een lekker en typisch gerecht met kip en plaatselijke kruiden en vervolgen onze weg.
Na een tijdje draait en keert het fel, wordt de weg almaar ruwer en verliezen we de groep uit het oog. Ineens staan we er alleen voor en ondanks het roadbook verdwalen we. Na wat over en weer rijden horen we in de verte het geluid van motoren en op die manier kunnen we aanpikken bij Herman en zijn onafscheidelijke vriend Carl. Samen zetten we de tocht verder, maar geregeld moeten we wachten, want Herman kan door zijn polsblessure niet zo goed volgen. Intussen gebeurt waarvoor men ons tijdens de briefing zo gewaarschuwd had. De duisternis valt rond half zeven in (half negen Belgische tijd) en het rijden wordt nu wel heel erg moeilijk. We zijn de weg volledig kwijt en oriënteren ons op de GPS van Carl. We volgen een piste naar links, maar met enkel de motorverlichting is het echt moeilijk rijden.
Hoe moeilijk blijkt als snel wanneer ik de motor van Carl gewoon in een scheur in de weg zie verdwijnen. Gelukkig is Carl, nog kwiek voor zijn jaren, tijdig van de motor gesprongen. Bijna gelijktijdig hapert de motor van Herman in dezelfde scheur, maar deze keer valt hij niet. Beide heren komen er met de schrik af, maar het rijden wordt nu zo zwaar dat we even overwegen om niet verder te gaan en de dageraad af te wachten. Carl denkt dat het asfalt niet veraf kan zijn, dus besluiten we niet langer pistes te volgen en rijden gewoon de richting Noord West. We vorderen nu uiterst traag, maar ons geduld wordt beloond. Net zoals "Klein Duimpje" in het sprookje van Charles Perrault, zien we in de verte een lichtje branden en rijden er op af. Niet veel later zien we koplampen van auto's en verlaten opgelucht de piste. Na een 50 tal kilometer draaien we terug een piste op die ons moet leiden naar de slaapplaats, nog een 5 kilometer verder. Zelf kom ik nog vast te zitten in een zandstrook, maar uitgeput en met een bijna lege benzinetank voor Carl kunnen we een punt zetten achter een toch wel avontuurlijke eerste dag. Herman heeft behoorlijk veel pijn en zal de dag later naar het militair ziekenhuis gaan, waar een scheurtje in de pols wordt vastgesteld. De linkerarm gaat in het gips en voor Herman zit de raid er op. Hij zal samen met ons terug naar huis vliegen. Dag 2 Geen risico nemen zo denken we, dus volgen we voor alle zekerheid Stanny, een filmgrage Gentenaar, TT en Marokko veteraan, die zelf het roadbook heeft samengesteld en die over een GPS beschikt. Kortom een baken die je moet koesteren. Onze verplaatsing naar Assa moet dus een fluitje van een cent worden. Tot Stanny zelf verkeerd rijdt en we zitten rond te draaien in één of ander onbeduidend dorpje. Gelukkig komen we na een tijdje terug op de juiste weg. Het duurt niet lang of we zijn de groep kwijt. Dat heeft te maken met het terrein. Nog nooit zoveel stenen gezien op de pistes. De natuur is ongemeen ruw en het is soms uitkijken om enige vorm van een piste te zien. Gelukkig beschikt de KTM waar we mee rijden over voldoende koppel. Die tweede dag is dat de 450 EXCR , want de 250 hebben we doorgeschoven naar de merkverantwoordelijke Steve. Nochtans moeten we al onze technische terreinbagage in de schaal gooien om zonder kleerscheuren de klippen te omzeilen. Door die intense concentratie missen we soms delen van de natuurpracht.
Maar wat erger is, we missen de Stanny groep. We volgen wel nauwgezet het roadbook, maar dan komen we uit op zo'n kleine piste, dat onmogelijk de juiste kan zijn. Dus maar terugdraaien en na een tijdje kruisen we Stanny en Co. Blijkt even later dat de piste waaraan we twijfelden de juiste is. We komen zo uit op een chott (uitgedroogd zoutmeer), dat fantastisch goed berijdbaar is. Hier halen we snelheden tot 130 km per uur. Na een korte stop laat Carl weten dat hij dringend moet tanken. Hij rijdt verder met Thierry, mijn collega, en beide heren verdwalen in een gebied waar landmijnen gesignaleerd zijn. Carl vindt blijkbaar de eerste rit nog niet avontuurlijk genoeg, maar hij beschikt over een goede engelbewaarder en noch hij noch Thierry zijn dus ontploft. Ze smaken nog maar eens het genoegen van het nachtrijden en wanneer ze eindelijk de goede weg hebben teruggevonden trakteren ze zich op een terrasje in Assa, waar ze verbroederen met de plaatselijke bevolking achter een kopje thee. Intussen zijn we al lang op onze bivakplaats aangekomen. Niet dat het een verplichte slaapplaats is, want tevoren werd ik in hetzelfde Assa door een onderwijzer aangesproken die me graag uitnodigde om thuis bij hem en zijn familie de nacht door te brengen. Een aanbod dat we vriendelijk hebben afgewimpeld, want ik had wel zin in een nachtje onder een tentendak. Iemand die het bivak die nacht nabij Assa niet heeft gezien was organisator Luc. Zijn assistentiewagen had met pech af te rekenen en hij vond onderdak in een dorpje bij een kroostrijk gezin. De vader had 30 jaar bij ons in de Limburgse mijnen gewerkt en krijgt daarvoor een Belgisch pensioen van 1500 euro per maand. Hij is een rijke burger in zijn dorp. Zijn zoon daarentegen, die wegwerker is, moet het met 250 euro per maand rooien. Maar wat hun verdiensten ook moge zijn, Luc heeft die nacht van heel veel gastvrijheid genoten. Wij vinden hem een dag later terug voor zijn gelegenheidshotel en de wagen was tegen de avond aan gerepareerd.
Dag 3 We zijn nu echt wel gerodeerd. Het terrein kan ons niet verrassen en we rijden opnieuw met de KTM 530 EXCR, waarmee we de eerste dag kennismaakten. We rijden nog even langs de chott van gisteren en het gaat zeer snel, te snel zelfs. Wanneer ons voorwiel wegkaatst en we ons hart in de keel voelen kloppen, zijn we opeens een heel stukje kalmer in het besef dat ook op snelrijdende pistes het gevaar nooit ver weg is. We rijden nu richting Fask, waar we kunnen tanken en iets eten. We doen dit niet langs een bepaalde, zelfs zeer mooie piste, omdat daar struikrovers gesignaleerd zijn. De weg die wij volgen wordt in het oog gehouden door de politie en dat geeft toch wel een veilig gevoel.
Wanneer we in Fask aankomen, maken we kennis met een minder fraaie kant van sommige handelaars. Onbeschaamd vragen ze 4 euro voor een Cola, terwijl we later op de dag in een ander dorp slechts 50 eurocent betalen. Het geeft toch een wrang gevoel. Armoede moet niet lijden tot onbeschaamd profiteren. We verlaten nu bijna de pistes, geven onze laatste appels uit onze rugzak aan enkele hongerige kinderen en maken de laatste 60 km van onze Marocamoto op het asfalt en in een bergachtige omgeving vol. Het is intussen een stuk kouder geworden wanneer we Kerdouz bereiken. Daar nemen we afscheid van de andere deelnemers en gaan met een 4x4 wagen naar Agadir om er onze laatste nacht op Marokkaanse bodem door te brengen. 's Anderendaags vliegen we naar België via Agadir, Marrakech en Casablanca. Wanneer ik in Zaventem na lang wachten mijn bagage van de transportband pluk, houd ik meteen een nare en wrange nasmaak over aan mijn anders zo leuke Marokkoreis. Uit mijn "kitbag" zijn mijn motorhelm en mijn crossbroek verdwenen.Wie weet, misschien zie ik tijdens een volgende Marocamoto ooit wel iemand op een verlaten piste met delen van mijn motoruitrusting rondrijden.
KTM en Bell De tweewielers die we hard aan de tand konden voelen waren dus de KTM 430 en 530 EXCR. Echte enduro's die zoals blijkt het zeer zware werk moeiteloos aankunnen. Vooral tevreden waren we over de vering, de soepele versnellingen en het alom tegenwoordige koppel. Het zadel was beenhard en dat voelden we vooral 's avonds. Handig waren de grote benzinetanks, die speciaal voor de gelegenheid ontworpen waren en 25 liter kunnen bevatten. De tanken zijn voor de modellenreeks 2008 in optie verkrijgbaar. Heel praktisch is ook een klein digitaal instrumentenbordje met handige dagtellers, die je met plus en minknoppen kunt aanpassen aan het gegeven op het roadbook. Op onze modellen konden we de tellers van op afstand bedienen, maar het is duidelijk dat dit ook een optie is.
Ondanks de grote benzinetanks blijkt zeker de 450 en zelfs de 530 zeer wendbaar. Leeg wegen beide heren ongeveer 113 kg. Gedurende de drie ritten waren er ook geen mechanische mankementen. Alleen diende de luchtfilter gereinigd te worden. Ook het starten (via startknop) zorgde voor geen noemenswaardige problemen. Kortom, de KTM's hebben het Marokko examen met grote onderscheiding afgelegd. Goed nieuws is dat ook het bekende helmenmerk Bell opnieuw in België wordt ingevoerd. We hebben een dag rondgereden met een model, maar we vonden onze juiste maat niet, zodat de helm behoorlijk wat knelde. Op die manier kun je moeilijk een helm testen. Andere deelnemers beweerden dat ze de nieuwe helm comfortabel en gebruiksvriendelijk vonden.