Perthshire (deel 5)

Share

"De tijd gaat snel, gebruik hem wel". Aan dat spreekwoord denk ik als ik wakker word op de laatste dag van mijn verblijf in Perthshire. Morgen vertrek ik naar Hull, neem daar de P&O ferrie naar Zeebrugge en eens daar aangekomen heb ik nog een uurtje voor de boeg vooraleer ik thuis ben. En dan kan het leven van alle dag weer beginnen. Eerlijk gezegd heb ik daar geen moeite mee; hoe mooi het hier ook is, je neemt je hoofd overal mee, samen met de gedachten die erdoorheen spoken…
Gisteren heb ik in de bibliotheek van het Birnam Art Centre eens rondgeneusd op het internet. Voor vandaag heb ik namelijk een bezoek gepland aan een museum waar de kunst van de Picten bewaard wordt en dat wilde ik uitbreiden met aandacht voor de hedendaagse kunstenaars die hier in Perthshire werken. Dat die er wel degelijk zijn –zelfs in opmerkelijke hoge aantallen- zag ik al in de hoofdstraat van Dunkeld. Een keurig ingerichte kunstgalerij toonde werk van diverse artiesten die in de regio werkzaam zijn.
Surfend op het internet was de eerste naam die naar boven kwam die van Madeleine Hand. Deze vrouw leeft en werkt in Dunkeld en oogst succes met haar schilderijen. Kapsones heeft ze echter niet; ik ontmoette haar toevallig maanden later en ze bleek een uiterst vriendelijke en eenvoudig levende vrouw te zijn. Zo zie je maar dat niet elke artiest meteen sterallures kweekt van zodra de bekendheid start met groeien… Madeleine, die in 1981 afstudeerde aan de Glasgow School of Art, ontwikkelde tijdens haar carrière een heel eigen stijl en die evolueert nog steeds. Haar onderwerpen zijn steeds momentopnames uit het dagelijkse leven maar indien gewenst maakt ze ook werk op bestelling. Zo voerde ze een opdracht uit voor het Perth Festival of the Arts wat haar bekendheid nog verder vergrootte.
Een andere kunstuiting die in Dunkeld en omgeving te bewonderen is, is houtdraaien. Niet verwonderlijk, want tenslotte staat dit deel van Schotland terecht bekend als "the big three country" en staat één van de oudste eiken (bijna 1.000 jaar oud naar schatting!) op de oever van de Tay net buiten Birnam. Op een boogscheut van Dunkeld, meer bepaald in Caputh, is Angus Clyne actief als professionele houtdraaier. Gewapend met de camera en mijn notitieblok stap ik dan ook op de Versies en geef de twin de sporen. Ik volg de weg die langs de noordzijde van de rivier loopt en merk dat die baan gestaag stijgt. Steeds dieper lijkt de Tay weg te zinken in het golvende landschap dat een rijke en rustige indruk op me maakt. Eens te meer is het verkeer dat ik er tegenkom –naar Vlaamse begrippen- zo goed als onbestaande. Inderdaad, 't leven is heel anders hier dan wat we thuis gewoon zijn… De GPS geeft me aan dat ik rechts af moet. Ik kom op een smal weggetje terecht dat verloren schijnt te lopen in de velden. Meer op mijn instinct afgaande dan op vaststaande gegevens vervolg ik mijn weg tot ik uiteindelijk aan een laag gebouwd huisje kom dat zich wat beschaamd verstopt achter een echt wel verwaarloosde voortuin. Desondanks ziet het geheel er vriendelijk uit en doet het bijna pittoresk aan. Ik rij de korte oprijlaan op en stop naast het huis. Als ik de motor tot zwijgen breng en mijn helm afzet dringt enkel het geluid van de stilte in mijn oren. Een bordje met een pijl erop geeft aan dat de werkplaats en de shop zich in de nabijgelegen schuur bevinden. Voor ik echter die richting kan uitgaan gaat de lage voordeur van het huisje open en stapt er een man naar buiten. Aan zijn ogen te zien heb ik Angus in zijn slaap gestoord maar dat geeft niet vertrouwt hij me toe. Gisteren avond was hij disk jockey; vandaag is hij draaier van kunstvoorwerpen. Multitasking; ze kennen dat ook al in Schotland…
We lopen samen naar zijn atelier. Op de draaibank zit een werk ingespannen dat er zelfs in half afgewerkt stadium beslist mag zijn. Het is een vaas in wording die uit één blok hout is gedraaid. Oorspronkelijk woog dat stuk hout ongeveer 200 kilogram maar nu is het vederlicht geworden door al het materiaal dat tijdens de bewerking is weggenomen. Houtdraaien is geen ongevaarlijke job; tenslotte is het een stuk hout dat ronddraait met relatief hoge snelheid waar beitels worden tegen bewogen. Eén ondoordachte beweging is genoeg om plots het vermogen van de krachtige motor over te brengen op de beitel die de draaier in zijn handen vasthoudt; ook is het risico niet onbestaande dat een werkstuk plots uit elkaar valt en in stukken uit elkaar spat. Angus weet dat maar al te goed en heeft tijdens zijn carrière al enkele keren het onderspit moeten delven voor rondvliegende brokstukken. Maar dat hoort bij de job, grijnst hij me toe, terwijl hij me bijna fier zijn littekens laat zien.
Boven de werkshop heeft Angus een sfeervolle tentoonstellingsruimte ingericht om zijn werken voor te stellen. De gebinten van het dak passen perfect bij de uitgestalde houten schalen, potten en vazen. Angis vertelt me dat hij enkel hout gebruikt van inheemse houtsoorten en bijna steeds zijn materiaal betrekt van bomen die om gezondheidsredenen geveld worden. Dat blijkt trouwens één van de geheimen te zijn van zijn succes; hout dat aangetast is door schimmels krijgt een heel interessante structuur en als kunstenaar weet hij dat "eigen gezicht" perfect naar voor te brengen.
Foto's maken van de kunstwerken is niet gemakkelijk onder het zacht gefilterde, gedempte licht dat tot de zolder doordringt. Ik doe mijn best maar kan niet verhinderen dat ik betwijfel of Angus' werk representatief wordt vastgelegd. Als ik dat aan Angus uitleg haalt die zijn schouders op en mompelt dat ook dat een deel van het leven is…
Even later zit ik terug op de Kawasaki en laat me leiden door de stem die uit mijn GPS komt. Die dirigeert me deze morgen in westelijke richting. Schotland ziet er zelfs onder een egaal grijze hemel gelukkig nog groen uit waardoor het landschap zijn vriendelijkheid nooit helemaal verliest. Als ik in Meigle aankom moet ik niet ver zoeken voor ik het museum vind. Uit mijn gegevens kon ik namelijk opmaken dat het vlak naast de kerk is gelegen en die staat zoals altijd en overal letterlijk in het midden van de belangstelling van dit stadje.
Groot wat betreft oppervlakte is het museum –dat gevestigd is in een voormalig schoolgebouwtje dat stamt uit de Victoriaanse tijd- beslist niet, maar wat er te zien is, is echt wel de moeite waard. Een wel erg mooie collectie van Pictische grafstenen is er samengebracht. Stuk voor stuk zijn die uit de lokaal voorkomende zandsteen gehouwen en tonen interessante taferelen. In de Pictische samenleving hield men er namelijk van dieren, mensen en symbolen samen af te beelden. Sommige van die dieren zijn mythisch –zoals de éénhoorn bijvoorbeeld- en wat de symbolen betekenen kunnen zelfs de huidige geschiedkundigen niet met zekerheid vertellen. Duidelijk is wel dat de invloed van de invallen van de Noormannen ook op de kunst van de Picten zijn invloed heeft gehad. Latere werken, die gemaakt zijn toen de culturen zich begonnen te vermengen, zijn herkenbaar aan diersoorten die de Noormannen tijdens hun verre reizen overzee wel hadden leren kennen. Het zien van een afbeelding van een krokodil in één van de taferelen doet wat raar aan als je beseft dat dit werk uit de vroege eeuwen van onze tijdsrekening stamt en gemaakt is in Schotland…
Een vriendelijke dame, die blijkbaar instaat voor niet alleen het innen van het inkomgeld maar ook voor de goede gang van zaken in het museum, geeft me maar al te graag tekst en uitleg bij de stukken die ik fotografeer. Ze vertelt me dat de meeste objecten afkomstig zijn van het kerkhof dat vlak naast het museum ligt en dat niemand weet hoe oud de grafstenen zijn. Ze waren er simpelweg altijd al en werden in de vroege jaren van de 20ste eeuw ter bescherming tegen de erosie ondergebracht in dit gebouwtje dat later tot het museum werd heringericht. Ze vertelt me dat ze zich nog levendig kan herinneren als kind hier gespeeld te hebben als het regende en vertelt me ook –met een ietwat beschaamde blik in de ogen- dat enkele stukken daaronder wellicht ook geleden hebben. De jeugd plant nu eenmaal geen bomen; dat doet een mens alleen als hij ouder wordt…
De dame kijkt me geschrokken aan als ik haar vraag of er opgravingen gebeurd zijn op het kerkhof op de plaatsen waar de stenen oorspronkelijk stonden. Met de neus een beetje in de lucht vertelt ze me met een duidelijk verkillende toon in haar stem dat de gemeenschap het ongehoord zou vinden mocht iemand op die manier de rust van de doden verstoren. Mijn argument, dat er misschien opmerkelijke archeologische vondsten gedaan konden worden die meer inzicht zouden verschaffen in het leven van de Picten, veranderd helemaal niets aan haar houding. Ook niet als ik daar fijntjes aan toe voeg dat het museum daar wel zou bij varen. Ietwat op mijn ongemak door haar houding –en ook wat beschaamd in mijn "oneerbiedige" houding tegenover de doden- dank ik haar voor de mij aangereikte informatie, neem mijn laatste beelden en stap naar buiten.
De hemel is nog steeds vaal grijs als ik een wandelingetje maak over het kerkhof. Slechts hier en daar is er een blauwe vlek door het hemeldek te zien. Op het kerkhof tref er zowel recente grafzerken aan als stenen waarop nog maar nauwelijks de afbeeldingen en teksten te zien zijn. Het leven gaat hier onverstoorbaar verder, denk ik bij mezelf, terwijl ik mijn blik over wat me omgeeft laat dwalen en besef dat een mensenleven slechts heel vergankelijk is in het grote, bijna onbevattelijke spel dat we de tijd noemen…
Die avond, terwijl ik mijn have en goed bijeenraap om de volgende morgen in alle vroegte de aftocht te blazen, kom ik in gesprek met een vrouw die al meer dan 20 jaar in Dunkeld woont. Ze neemt me mee naar de pub aan het water die de Taybank noemt en blijkbaar tot in de Verenigde Staten bekend is al een unieke muziekpub. Dougie Macean was namelijk vroeger de eigenaar van de Taybank en die muzikant verwierf en geniet bekendheid tot ver buiten de grenzen van zijn geliefde Schotland. Ik ontmoet de man terwijl hij onopvallend op een bank zit voor de Taybank, omgeven door zijn vrienden. Ik word aan iedereen voorgesteld als "de journalist uit België" en word meteen in de groep aanvaard en opgenomen. De wijn is niet van de lucht evenmin als de gesprekken die gevoerd worden. België? Dat land blijken de Schotten maar al te goed te kennen. Brugge en Dutroux blijken niet te onderschatten public relations producten te zijn en onze onmacht om een regering op poten te zetten is dat zo mogelijk nog meer. Geeft me allemaal stof om over na te denken als ik de volgende morgen, bij het krieken van de dag –zonder te hebben geslapen- naar Hull vertrek… Dat ik terugkom naar Dunkeld is enkel een kwestie van tijd; dat staat nu al vast!
Nuttige links: Madeleine Hand: http://www.framesgallery.co.uk/Madeleine%20Hand%20spring%202006.htm Angus Clyne: http://www.geocities.com/angusclyne/ Meigle Pictish Stones: http://www.undiscoveredscotland.co.uk/meigle/meiglestones/ Dunnottar Castle: http://www.dunnottarcastle.co.uk/ Balmoral Castle: http://www.balmoralcastle.com/ Scottish Tourist Board: http://www.visitscotland.com/ The Dunkeld and Birnam Tourist Association: http://www.dunkeldandbirnam.co.uk/ Keepers apartment: http://www.perthshireselfcatering.co.uk/keepers-apartment.html B&B Elwood Villa: http://www.roomfinderscotland.co.uk/mapsearch.php?townid=282 Highland trekking & trail riding: www.highlandponytrekking.com P&O ferrys: http://www.poferries.be/tourist/index.html