Transtunesia... de ultieme duo ervaring!
Beste lezer, zet je schrap want het korte reisverslag dat je nu zult lezen is zeker niet alledaags. De auteur van dit verhaal is dat al evenmin. Louis Weenen, de grijze eminentie van de Belgische motorjournalistiek, heeft niet alleen dit opzet samen met zijn levensgezellin bedacht maar ook tot een goed einde gebracht: ze reden samen op één motor de 2007 editie van de Trans Tunisia en dat verdient een pluim. Voor de ene lezer zal dat een bevestiging zijn dat het leven pas begint na 40 (of was het 50 Louis?), voor de andere dat het een onvergetelijk feest moet zijn om een dergelijke ervaring met z'n tweeën te kunnen delen. Maar genoeg sentimentele bedenkingen; we laten Yo en Louis nu aan het woord…
Tekst en beelden: Louis Weenen & Yo De Wit.
De 24ste Trans Tunisia zal zeker niet de geschiedenis ingaan als zijnde de gemakkelijkste. Terwijl België afstevende naar een droogterecord voor de aprilmaand, werd Tunesië geteisterd door een hardnekkig lagedrukgebied. De daarmee gepaard gaande regen zal de deelnemers aan de sympathieke motorraid nog lang heugen!
Toen we landden op het schiereiland Djerba was het ergste leed al geleden. De meeste deelnemers, die zich niet voorzien hadden op de Noord-Afrikaanse plensbuien, werden meer dan eens nat tot op het bot. De organisatoren voorzagen parcourswijzigingen en het werd zelfs zo erg dat een hotelovernachting in Tozeur moest geannuleerd worden. Reden: de toegangswegen waren volledig overstroomd. Het kon de vastberaden avonturiers niet deren, dikwijls met veel moeite bereikten ze het einde van elke etappe. Er werd wel voorzichtiger gereden, zodat de medische assistentie minder oplapwerk diende te verrichten. Bij aankomst kregen we al de onheilsverhalen te horen en die waren niet van die aard om met een gerust gemoed onze eigen Trans Tunisia te rijden! Vooral omdat we dit jaar voor het eerst de tocht samen met vrouwlief op één motor zouden rijden.
Zuiderse pracht!
Van Zarzis, waar we onze eerste nacht op het Tunesische grondgebied doorbrengen, gaat het naar Matama, het stadje dat bekend is omwille van zijn voorhistorische grotten. Die worden vandaag de dag nog altijd bewoond. Ons voertuig van dienst, de XT 660 R van Yamaha, brengt ons via eindeloze olijfboomplantages en een overzet per boot naar het mooie Zuiden. Landschappen deze keer zoals we ze nog nooit gezien hebben. Ondanks een schraal zonnetjes dat zich veel te weinig laat zien, is het volop genieten van een ongewoon landschap, dat veel groener ziet dan ooit tevoren. De kleuren zijn ongewoon en nieuw voor dit gebied. Het mulle zand heeft plaats gemaakt voor een harde ondergrond, vaak doorkerfd met scheuren en dus erg gevaarlijk. Het rijden met twee is totaal anders. Gelukkig is mijn passagier en vrouw het duo rijden al een beetje gewoon, zij het dan alleen op de weg. Het terreinrijden is volledig nieuw voor haar! Ook het regelmatig wegslippen van de achterband, de schokken, het vermijden van putten en het rijden over grote stenen. En dat is nog maar een begin.
Gelukkig is ze van geen kleintje vervaard en dat scheelt een slok op een borrel voor de chauffeur, die niet af te rekenen heeft met paniekerig gedrag achter zijn rug. Voor de passagier gaat het niet altijd snel genoeg. Even uitleggen dus wat een roadbook is, het feit verklaren dat je af en toe moet stoppen om je te oriënteren en verduidelijken dat je met zijn tweetjes een stuk trager moet rijden om de toestand op het terrein goed in te schatten. Tegen de avond zijn de kneepjes van de nieuwe rijstijl onder de knie, maar de eerste vermoeidheid laat zich voelen wanneer we Matmata binnenrijden.
Herman en de steen…
Onder de deelnemers dit jaar heel wat Vlamingen uit de provincies Limburg en Antwerpen. Trouw op post is Jos Janssen en zijn team met de goed herkenbare assistentie vrachtwagen, die eerder al de pistes van Paris-Dakar teisterde. Een ander oriëntatiepunt op de pistes is de "Willy" jeep uit 1943 van voormalig Kawasaki-baas Pierre en zijn vrouw Denise of "Jansen en Janssen", zo weggereden uit een Kuifjes album. Een Kempische /Antwerpse/Limburgse en Gentse connectie rijd vaak samen, maar de toch wel zware TT 2007 zorgt voor barsten in de formatie. Stany, onze cameraman van dienst en met zijn 14 TT's een echte ancien, glijdt uit, breekt zijn duim en moet voortaan vanuit een jeep filmen.
Herman uit Antwerpen krijgt van een minder vriendelijke Tunesische knaap een kanjer van een steen tegen de voorarm gekeild en in geen tijd zwelt die op tot "Popey-iaanse" proporties. Herman zal de rit uitdoen in de jeep, moet zijn boezemvriend Karl laten gaan en wordt een dag later onze metgezel tijdens de rest van de TT. We komen heelhuids en zelfs aardig binnen de tijd in Kebili aan, maar we vinden er niet meteen ons hotel. Dat lukt ons pas na anderhalf uur rondrijden. Drie Tunsiërs aan wie we de weg hadden gevraagd, dachten blijkbaar dat we vooral tuk waren op een extra stukje sightseeing.
Geen chotts
Het slechte weer van de voorbije dagen blijft ons parten spelen. De prachtige chotts (lees uitgedroogde zoutmeren) bevatten water of zijn bijna niet berijdbaar, zodat we ze links moeten laten liggen. Enkele solo rijders spartelen er net doorheen, enkele anderen worden dankzij de assistentie weer vlot getrokken. Dag drie volgen we dan maar de bis route, die nochtans heel veel pistes bevat. Herman, die voor het eerst de reis meemaakt en dat doet na een korte terrein-initiatie, leert hier wat motorrijden is. Mijn passagier en ikzelf geraken beter op elkaar ingespeeld en dat is maar goed ook, want op dat ogenblik weten we nog niet wat ons een dag later te wachten staat. Genieten dus maar van de prachtige wegen, de leuke restaurantjes langs de kant van de weg en de enthousiaste menigte die ons begroet als waren we het koningspaar zelf. Wanneer we de Romeinse stad Sbeitla bereiken, zijn we lang niet de laatste van de karavaan. We kunnen dus rustig van de avond genieten en energie opdoen voor de laatste rit die ons naar het eindpunt Gammarth boven Tunis brengt.
Het spatbord Van een aartsmoeilijke rit gesproken. Meer dan 360 km lang, dus zeer snel na de briefing zijn we op pad. Met Herman in ons spoor, een man die me deze keer voor geen meter mag lossen, want hij heeft ons zijn roadbook uitgeleend. Het landschap wordt groener, maar erg slijkerig. Het wordt tijdens de voormiddag almaar moeilijker om met zijn tweetjes recht te blijven. Soms nemen we risico's, zoeken we naar het juiste evenwicht, rijden even met de ogen dicht wanneer we door oueds rijden die voor een keertje met veel water gevuld zijn, maar het blijft wonderwel lukken. Tot we Herman kwijt zijn, want die was even wat minder fortuinlijk dan wijzelf. Ik rijd solo op zoek naar de verloren metgezel. Het is de tweede keer dat ik vrouwlief even achterlaat – eerder werd ze kort verbannen tot 100 meter jeep meerijden toen ik een moeilijke zandstrook solo doorkliefde- maar vinden doe ik Herman niet. Dat gebeurt pas wanneer ik de pistes verlaat en hem doorgemoedereerd zie staan kletsen met mijn vrouw op een kruispunt. Dus toch "samen uit, samen thuis"; de bekende TT solidariteit ten top...
Na het eten begint dan onze "kalvarie". Enkele foutjes in het roadbook, meer en meer modder, regen en lage wolken zijn de spelbrekers. Het ergste is nog het kleine voorspatbord op de XT, dat zich onder de grote slijkweerder bevindt. In een mum van tijd zit het bordje vol modder en blokkeert het voorwiel. Met een stok verwijderen we de modder, maar een paar meter verder blokkeert het wiel opnieuw. We slagen er niet in het bordje te verwijderen, het is echt te taai. Noch Herman, noch wij beschikken over de juiste sleutel om de bouten los te maken. Het is wachten op de assistentie en die verwijdert binnen de kortste keren de boosdoener. Maar dan gaat het van kwaad naar erger. We kunnen nu wel rijden, maar we bevinden ons op een modderbaan die even glad is als een ijspiste. Het voorrem beroeren doen we niet, want dan vallen we gegarandeerd. Met veel moeite en zonder kleerscheuren verlaten we de pistes en we besluiten de zowat 100 km die ons resten tot het einddoel via het asfalt af te leggen. Maar ook deze wegen liggen er gevaarlijk glad bij, het blijft zaak om de concentratie tot het einde vast te houden. We zijn wat blij en opgelucht wanneer we de XT 's avonds laten afspuiten en hem zonder een schrammetje kunnen afleveren bij de vrachtwagen van Jos.
Betrouwbare XT
We zijn niet altijd lief geweest voor ons voertuig. De XT is echt niet gemaakt voor een gevecht met slijkerige Tunesische wegen. Zoals het een echte trail betaamt is deze ééncilinder veeleer bedacht voor een mix van asfalt en snellere pistes. Toch bewijst hij hier dat hij veel meer aankan. Met dank aan zijn speciale off road banden. De 660 cc-er heeft zich zeer vinnig getoond en hij was de enige motor van het hele pak die bruikbaar was voor het rijden met twee. Gezien de omstandigheden bood hij voldoende comfort en muntte hij uit door zijn wendbaarheid. Ook over zijn koeling hadden we geen klagen. In het begin wou het schakelen niet te best vlotten, tot de assistentie het schakelpedaal in zijn oorspronkelijke staat herstelde. De rubberen voetsteunbekledingen zijn ook niet aangepast voor het terrein, maar die zijn gemakkelijk te verwijderen. De XT heeft hoe dan ook zijn dubbele opdracht met verve volbracht. Ook een pluim voor onze terreinkledij, die ons voortreffelijk heeft beschermd, ook toen we even uitgleden en zonder erg met de Tunesische bodem mochten kennismaken. Al met al een -ondanks de harde omstandigheden- geslaagde TT en voor herhaling vatbaar. En wie weet zijn we samen met Luc, de organisator die ook duo reed, een volgende keer met veel meer duo rijders actief in het mooie Noord-Afrikaanse land!
Tevreden passagier
Ik reed al eerder mee als passagier, maar dan altijd op wegmotoren. Hier in Tunesië beleefde ik mijn doop op een terreinmotor. Toegegeven, ik had de opdracht een beetje onderschat. Van zodra ik de andere motorfietsen voorbij zag flitsen, sloeg me de schrik even om het hart. Bij het zien van een eerste grote steen, toen nog op het asfalt, verwittigde ik mijn piloot.
Een half uur later, toen we volop in de stenen reden, snapte ik waarom hij toen niet reageerde op mijn opmerking. Vanaf de eerste kilometers op het terrein werd ik volledig door mekaar geschud. Mijn motto om dit avontuur zonder kleerscheuren te overleven luidde : blindelings vertrouwen op mijn "driver".
Langzamerhand groeide ik in deze Trans Tunisia, en voelde me een echte TT-er. Ik ging me bemoeien met de navigatie, soms tot grote ergernis van mijn "gids". Toch had ik het gevoel op die manier ook echt mee te rijden. Ik ging er zowaar mijn blauwe plekken bij vergeten. Toen we een kleine uitschuiver maakten, gelukkig zonder erg, had ik echt geen schrik om verder te rijden.
Mijn duo-ervaring heeft zich vooral herleid tot eindeloos genieten. Ik heb dit land gezien zoals zelfs de piloten het niet zien. Je kunt je als duo beter concentreren op de mooie omgeving, zonder dat je de putten, de kloven en andere hindernissen uit het oog verliest. Af en toe had ik de handen vrij en dat kwam van pas om als een echte "star" de plaatselijke bevolking toe te wuiven. Maar misschien nog het meest heb ik genoten van de aankomst na iedere etappe, toen de andere deelnemers hun bewondering uitspraken. De pijn in mijn botten smolt als sneeuw voor de zon. Eén ding is duidelijk na deze Trans Tunisia: ik geef mijn zitje nooit meer af!!! Dit was gewoonweg en fantastische ervaring…
De Trans Tunisia is een organisatie van Club Moto 80. Bezoek hun website om er hun rijke aanbod aan reizen te ontdekken...