Isle of Wight (deel 2)
Nog voor ik mijn ogen open trek hoor ik vaag de wind ruisen in de struiken. Ik heb er totaal geen idee van hoe laat het is maar het licht dat door het raam naar binnen valt verraadt dat de zon al ruim boven de einder staat. Door het venster inspecteer ik de weersomstandigheden; een ijl blauwe lucht waarover witte wolken razen vertelt me genoeg: tijd om op pad te gaan zodra de ochtendrituelen achter de rug zijn. Met de smaak van gebakken spek, eieren, brood en Engelse ontbijtthee nog in de mond trekken we de deur van Old Coastguard's achter ons dicht en volgen het weggetje dat voor de deur passeert in westelijke richting. De GPS heeft ons verraden dat de Needles die we deze morgen willen bezoeken op wandelafstand liggen van onze thuisbasis, dus gaan we er te voet op uit gewapend met niet alleen onze opnameapparatuur maar ook met een blij gemoed. De zon schijnt, een fris briesje brengt ons het parfun van dit prachtige, rurale landschap. Mochten we haar in de verte nog niet zien, we zouden nooit geloven dat de zee hier zo dichtbij is.
Nog voor de kustlijn effectief in zicht komt verandert onze omgeving dramatisch. Het idyllisch ogende golvende landschap maakt na een bocht in de weg abrupt plaats voor een paar grote parkings die worden vergezeld door een soort permanente kermis. De stroom toeristen waarop men hier blijkbaar voorzien is is op dit vroege uur nog niet aangekomen en waarschijnlijk daardoor doet de aanblik van het geheel ietwat mistroostig aan. Eens we de parkings voorbij zijn herstelt het landschap zich echter van de bemoeinissen van de mensen. We lopen over een geasfalteerd, verkeersvrij wandelpad naar de plaats waar ogenschijnlijk de aarde ophoudt en de hemel en de zee beginnen. Het waait nu echt wel flink maar het uitzicht dat we krijgen na onze klim is prachtig. Staande op de rand van de hoge, krijtwitte klippen hebben we een wijds zicht over zowel het Kanaal als de Solent. De Engelse kust lijkt zo dichtbij dat we duidelijk de daar opgetrokken gebouwen kunnen onderscheiden. Voor dit schouwspel alleen, hoe mooi dan ook, zijn we echter niet naar hier gelopen; op dit uiterst westelijk gelegen punt van het Isle of Wight zijn namelijk zaken te zien die ons minstens even veel interesseren.
Vooreerst zijn er natuurlijk de wereldbekende Needles. Ze mogen gerust de boegbeelden van het eiland Wight genoemd worden want komt dat eiland ter sprake dan wordt er steenvast een beeld van hen getoond. De drie hagelwitte rotsen, die als vervaarlijk blinkende tanden uit de zee oprijzen, zijn dan ook optisch echt een plaatje. Gedoemd om uiteindelijk door erosie in zee te verdwijnen hebben ze, ondanks hun steeds veranderend uiterlijk, vele generaties tot de verbeelding gesproken. Vanaf ons standpunt is hun hoogte moeilijk te schatten maar een door mensen gemaakt huzarenstukje dient ons als maatstaf; voor de Needles staat een lichttoren en we weten dat die iets meer dan 33 meter hoog is waardoor we kunnen concluderen dat de krijtpunten geven en nemen een veertigtal meters boven de golven moeten uitsteken.. Zijn de Needles uit geologisch standpunt opmerkelijk, het feit dat de mens erin slaagde om uitgerekend op deze plaats een granieten toren neer te planten is dat evenzeer. Op een site die rechtstreeks en constant wordt blootgesteld aan zowel de zee als aan weer en wind een dergelijk bouwwerk verwezenlijken moet beslist geen sinecure zijn geweest. De tonnen graniet ter plaatse krijgen, het bouwwerk zelf, het uitrusten van de toren… begin er maar aan met de mogelijkheden die midden 1800 voorhanden waren! Toen de toren er eenmaal stond moest die natuurlijk nog bediend worden. Enkel de zon gaat geheel vanzelf elke dag op dus moesten er mensen zijn om de lichten van de vuurtoren te onderhouden. Een driekoppige bemanning zorgde ervoor dat de lamp bleef branden voor de Needles en dat deze op het eerste zicht geweldige job ook schaduwzijden had is duidelijk: men bleef twee maand lang 24 op 24 en 7 op 7 op de toren en kreeg daarna een maand verlof. 't Zal waarschijnlijk niet alleen het weer en de zee geweest zijn die voor spannende momenten zorgde in die toren… Vanaf 1859 heeft men op die manier de dienst verzekerd maar aan deze "romantische" tijden kwam in 1994 een einde toen automatisering een pemanente bemanning ter plaatse overbodig maakte. Nu vliegt men erheen met een helicopter als er onderhoud nodig is… of hoe de tijden veranderen!
Dat de militairen er een handje van weg hebben om zich prachtige locaties toe te eigenen is ook hier van toepassing. Met een schitterende zon in de ogen en een volwassen bries in het haar lopen we naar een toegangspoort die ons de weg naar de Needles verspert. Die poort was eens de ingang van een belangrijke militaire basis die de scheepvaart op de Solent controleerde. Eenmaal door de poort en de toegang betaald aan het loket staan we op een ruime binnenkoer vanwaar eens indrukwekkende kannonnen de zeeengte bestreken.
De Old Battery, zoals de basis genoemd wordt, werd er in de jaren 1861 tot '63 neergezet. De gehele installatie omvatte niet alleen een geschutsplatform met een zevental zeer zware kanonnen maar ook verblijfskwartieren voor de bemanning ervan, munitieopslagplaatsen, een uit de rotsen uitgehouwen uitkijkpunt en een op steenkool gestookte elektriciteitscentrale die een krachtig zoeklicht van stroom voorzag. Een en ander is onder de grond uitgevoerd waardoor de omvang van het geheel –zeker gezien vanaf zee- voor een buitenstaander niet of maar moeilijk te bevatten is.
Staande op de binnenkoer maak ik me de bedenking hoe het leven op deze batterij moet zijn geweest. Constant bloot gesteld aan weer en wind en dag en nacht operationeel moet het geen lachertje geweest zijn voor de soldaten die er wacht liepen. Zelfs nu de zon hoog aan de hemel staat en de zee kalm is voelt het hier op deze hoogte - meer dan 100 meter boven zeeniveau- winderig en frisjes aan. Kan je nagaan wat het moet betekend hebben om hier de nukken van het weer mee te maken gedurende de minder zomerse maanden… Een mangat midden in de binnenkoer trekt onze aandacht. Blijkt dat er een smalle wenteltrap in staat en dat dit de toegang is tot de dichts mogelijke plaats bij de Needles. We laten ons niet bidden en dalen de prachtige antieke gietijzeren wenteltrap af.
Enkele meters lager staan we in een smalle uit de rotsen gehakte gang die lichtjes naar omlaag loopt. Ik overwin mijn clautrofobie en volg Bondgenote, die inmiddels verder is gelopen in de gang, naar het ons onbekende einddoel. Enkele tientallen meters verder voeg ik me bij haar in de buitenlucht. We staan in een betonnen constructie met een breedte van naar schatting drie meter.
In het midden staat een knoert van een zoeklicht dat beslist betere tijden heeft gekend en we worden er getrakteerd op een uitzicht over de zee dat zo goed als onbelemmerd is. De reden waarom deze uitkijkpost nodig was word ons al snel duidelijk; als de wolken laag over de Solent hangen zie je vanaf het geschutsplatform het water niet meer waardoor een vijand onopgemerkt door de verdedigingslinies zou kunnen dringen. Kennis van het terrein is een must, dat heeft het leger met de jaren wel geleerd…
Ietwat opgelucht – ik hou écht niet van krappe ruimtes!- steek ik mijn hoofd boven de vloer van de binnenplaats. Even later lopen we de poort weer door en gaan op zoek naar twee andere sites die zich vlakbij moeten bevinden. De New Battery die we er aantreffen werd reeds in 1895 in gebruik genomen. Dit was noodzakelijk omdat het wapentuig zodanig geëvolueerd was dat het afschieten ervan de oude batterij zwaar zou beschadigd hebben. Kloeke betonnen strukturen hebben tot 1954 drie massieve kanonnen gedragen, maar dat wapentuig is nu in geen velden of wegen te bekennen. De tentoonstellingsruimte van de National Trust is nog gesloten dus hebben we het hier nu wel gezien.
Via een smal weggetje lopen we verder de klippen op en komen zo terecht op een plaats die jarenlang voor het publiek afgeschermd bleef. Hier, op High Down, heeft men namelijk tussen '56 en '71 de motoren van de Black Knight en de Red Arrow langeafstandraketten getest. Enkel de betonnen testfaciliteiten voor de raketten staan nog overeind, van de rest van de gebouwen van de basis, die op zijn hoogdagen 240 mensen tewerk stelde, is op het oog niets meer over. Met één oog op de prachtig ogende zee is het moeilijk zich voor te stellen dat hier de raketmotoren huilden en bulderden. 't Moet op grote afstand over zee te zien en te horen geweest zijn hoe deze moderne draken hun vurige adem braakten, maar nu horen we er –gelukkig maar!- alleen het huilen van de wind dat het beuken van de golven onder ons compleet overstemt.
Als we terug naar onze thuisbasis wandelen krijgen we al snel weer een zicht op een ander prachtig stuk kustlijn van het eiland. Daar waar de parkeerplaatsen liggen breekt het land abrupt af in de zee. De grond, die constant door de elementen wordt prijsgegeven, heeft er een waaier van verrassende kleuren. Aan de voet van dit schouwspel een smal strand, enkele steigers en kleine bewegende stipjes die mensen moeten zijn; je moet hier echt goed opletten wil je niet alle besef van maten en afstanden verliezen.
Een mens kan zich in dergelijke omstandigheden gemakkelijk klein en nietig gaan voelen en dat overkomt me dan ook. Ik hou me echter op de vlakte en maak Bondgenote attent op een groepje mensen die domweg van de weg zijn afgeweken en nu zo goed als op de rand van de vervaarlijk steile, hoge klippen staan. Als we dichter komen zien we dat het een treurend gezelschap is dat steun zoekt bij mekaar. Mijn kop af als dit geen familie en vrienden zijn die de as van een overledene hier komen uitstrooien. Wie van de zee houdt kan zich inderdaad moeilijk een mooiere plaats indenken om afscheid te nemen… De eerste vlaag toeristen die we op onze terugweg tegenkomen rukt me los uit mijn mijmeringen. Op de parkings zijn de bussen toegekomen en de geur van diesel en snacks slaat me om de oren. We stappen door en laten deze toeristenval snel achter ons. In de verte zien we de heuvel waarop Old Coastguard's ligt en dat geeft ons moed. Niet alleen het vooruitzicht op ons middagmaal geeft ons vleugels maar ook de wetenschap dat we deze middag nog duizenden en duizenden jaren terug in de tijd zullen gaan tijdens een geleide fossielentocht. Een teletijdmachine; mocht die er komen ik zou er me zeker voor in de schulden steken!
De bescherming van Old Coastguard's valt als een warme mantel om ons heen en als ik na het late middagmaal naar buiten kijk heb ik eerlijk gezegd weinig zin om op het strand naar fossielen te gaan jagen. De wind is in kracht toegenomen en de hemel heeft zijn blauwe kleur voor een universeel lichtgrijs ingeruild wat laat vermoeden dat het kwik een niet onbelangrijke duik naar beneden heeft genomen. Maar afspraak is afspraak, we worden om half vijf aan het strand verwacht en willen daar niet onvoorbereid aankomen. In paleontologie zijn we namelijk wel geinteresserd maar natuurlijk alles behalve specialisten ter zake. Als we op weg gaan naar het nabijgelegen Compon Bay nemen weten we dat het eiland Wight door sommige bronnen op paleontologisch vlak de beroemde Jurassic Coast van Dorset naar de kroon steekt. Naar verluidt zouden de sporen van dinosauriërs er zomaar op het strand te vinden zijn, samen met fossielen van zowel dieren als planten. Een beetje sceptisch daarover rijden we over de kustweg die van het uiterst westelijke punt van het eiland naar het oosten loopt.
Het decor is zelfs onder de weinig flatterende weersomstandigheden van het moment ronduit schitterend. Een glooiend landschap dat zich abrupt en overmoedig in de beukende golven van de zee werpt, schapen en koeien die tot op het randje van de tientallen meters hoge klippen grazen en een asfaltlint dat in zwierige halen over dat alles ligt geworpen. Bondgenote, verantwoordelijk voor de nodige beelden, schiet in actie; de camera klikt snel en efficient op diverse lokaties maar de tijd die nodig is om het beeldmateriaal te verzamelen zorgt ervoor dat we ietwat laat op onze afspraak verschijnen. Op de plaats van afspraak -Brook Chine carpark, een parking van de National Trust- staan een twintigtal mensen goed ingeduffeld tegen de razende wind naar een jonge vrouw te luisteren. Felicity, die de groep zal gidsen, is een jonge vrouw die aan een hels tempo haar informatie doorspeelt aan haar luisteraars. Zelfs de Engelsen in het groepje moeten duidelijk moeite doen om haar explicaties bij te blijven. Een deel van haar discours gaan bovendien verloren in de wind maar toch leidt ze de groep over het strand, toont fossiellen die ze opraapt en geeft uitleg. Al snel is iedereen bezig om in de stenen die op het strand liggen fossielen te zoeken. En dat lukt heel aardig eens men weet waar men moet op letten.
En dan houdt Felicity halt bij een steen die ruwweg een driehoek vormt met zijden van een kleine halve meter. Ze legt uit dat dit klei is die in de voetafdrukken van de dinosauriërs miljoenen jaren geleden is versteend. Dat de afgietsels wel enige verwantschap vertonen met de vorm van de afdruk die een kip nalaat - maar dan gigantisch veel groter- is niet meer dan normaal vertelt ze want kippen en dinausauriërs zijn volgens de wetenschappers verre verwanten. Zal ik aan denken de volgende keer als er kip op het menu staat, denk ik, terwijl ik haar volg naar een stuk van het strand dat enkel bij eb niet onder water staat. In de oeroude, versteende sliplagen toont ze ons enkele complete sets afdrukken van dino's… Pas dan beseffen we hoe groot die oerkippen destijds wel niet moeten geweest zijn!
Zo'n ontmoeting met sporen van een verleden dat minstens 66 miljoen jaar oud is zet me aan het denken. Het strand krijgt een geheel nieuwe dimentie en dat niet alleen door het groot aantal onderruggen die door de rest van de groep in de lucht worden gestoken in een poging om misschien wel een bot van een dino te vinden . Mijn sceptische geest heeft het enerzijds moeilijk om de verklaringen van de paleontologen klakkeloos aan te nemen maar anderzijds doet het me toch wat als ik me probeer in te leven hoe het er hier destijds moet hebben uitgezien, welk een oceaan aan eeuwen er sindsdien aan voorbij is gegaan. Als ik net voor we de parkeerplaats terug bereiken een joekel van een brok versteend hout opraap voelt het toch een beetje aan alsof ik een schat heb gevonden. Bondgenote voegt daar na een secuur uitgevoerde zoektocht nog minstens twee kilogram kleinere fossielen aan toe. 'k Voel het, we gaan moeten opletten met die fossielen want ze gaan op de duur wel wegen op onze bagage mogelijkheden.
De tijd gaat snel als men zich niet verveelt zegt men en als dat klopt moeten we het op onze zoektocht langs de waterlijn echt wel naar onze zin gehad hebben. Het water is sterk komen opzetten en het strand lijkt met de minuut smaller te worden. De avond zit in de lucht, dat voel ik ook zonder op mijn uurwerk te kijken, dus probeer ik Bondgenote van het strand te praten om naar huis te kunnen rijden. Alleen met de belofte dat we nog eens terugkomen lukt dat uiteindelijk en diezelfde avond bericht ze nog enthousiast op haar blog over haar nieuw ontdekte hobby terwijl ik me op ons volgende bezoek op het eiland voorbereid. Morgen gaan we met een échte, Victoriaanse stoomtrein over dit prachtige eiland rijden, en met die gedachte kruipen we in bed.
Interessante links: Isle of Wight: http://www.visitisleofwight.co.uk/
Zuidoost Engeland: http://www.visitsoutheastengland.com/
Old Coastgurad's cottage: http://www.aftonthatch.com/coastguards.html
New Forest: http://www.thenewforest.co.uk/
http://www.brandnewforest.com/twizy/
New Forest vakantieverblijven:
www.newforestholidaylets.co.uk
Visit Britain: http://www.visitbritain.com/nl/NL/
DFDS Seaways: http://www.dfdsseaways.nl/overtochten/
WightLink: http://www.wightlink.co.uk/