Siegerland & Rhon (deel 1)

Share

Tekst & beelden: Kris Van der Stockt
Vermoeiende aanlooproutes en verbindingsritten, wie reist met de motor krijgt ze vroeg of laat wel onder de wielen geschoven. Geen groter hart echter dan dat van een motard, die er zijn zadelpijn en ander ongemak in alle deemoed zo parkeert. Sterker nog, hoe meer kilometer op die teller, des te zwaarwichtiger de stem. Of hoe kwantiteit het volmondig haalt op kwaliteit, en dat heus niet alleen aan de toog. Akkoord, likkebaardend leesvoer als een Tour de Méditerranée of een Enfield-avontuur naar de andere kant van de wereld, eenmaal gebeten door het beestje gaat het erin als zoete broodjes. En als ik heel eerlijk mag zijn… zelf verkies ik ook wel chocomousse boven gortepap… Een vakantie naar je hart
Nochtans is de gemiddelde motorrijder de leer van Epicurus niet ongenegen. Je moet maar eens op een nazomerse zondagnamiddag het eerste het beste terrasje uitproberen. Niks heerlijker dan een koffietje na een geanimeerde rit over vertrouwde - lees flitsarme - binnenwegen of een heerlijk trappistenbiertje met vrienden na een bevlogen parcours bezuiden Samber en Maas. Tuurlijk mag het altijd iets meer zijn, graag zelfs. En als het even kan de grens over, want dan voelt een mens zich pas écht op vakantie, toch?
Na een bewogen Sint-Jacobspelgrimage naar het einde van de wereld en een even geestverruimende tocht naar het dak van Europa, was ik echt wel vastbesloten om het deze keer wat kalmer aan te doen. Terug naar de essentie van het motorrijden zeg maar, zonder al te veel poespas of plichtplegingen ter zake. Suzuki had alvast instemmend meegeknikt door me z'n speelse GSX650F ter beschikking te stellen. In complete toeroutfit dan nog wel, zodat die turf van een bestseller en extra zwembroek met gemak nog een plaatsje vonden in de ruime kofferset. Niet alleen de motor bleek een perfecte keuze voor dit doel, ook het reisformat paste mooi in het plaatje. Een vakantie naar je hart met andere woorden, zoals Thomas Cook dat zo goed omschreef. Geen wonder, motoren en toerisme zijn nu eenmaal als broer en zus en dat de grootste touroperator van ons land eindelijk wist uit te pakken met motorreizen, kwam dan ook geen seconde te vroeg. Voor het tweede jaar op rij bood zij haar klanten een actieve motorbelevenis en ook volgend seizoen legt ze mens en machine opnieuw in de watten (editie 2011 is zelfs uitgebreid met een aantal nieuwe bestemmingen en ligt half december bij je gespecialiseerde reisagent). Geen Route 66-toestanden dus - al kan dat ook - maar stuk voor stuk betaalbare en ongecompliceerde arrangementen. De formule is dan ook doodsimpel: in alle vrijheid genieten van het pure motorrijden. Hou je het liever dichtbij of zoek je het graag iets verder, verkies je eerder zuiderse warmte dan koele berglucht, geen nood, het aanbod is groot genoeg voor wie er graag eens voor enkele dagen of zelfs langer op uittrekt met de motor.
Een weekendje in eigen land bijvoorbeeld of een meerdaagse motorreis in één van onze buurlanden. Klassiekers als Frankrijk en Duitsland spannen hierbij natuurlijk de kroon qua toermogelijkheden, hoewel ook de bij motorrijders zeer gegeerde Alpenlanden niet ontbreken op de kaart. Net als de Vlaming zijn geliefde Toscaanse heuvels of de cosy countryside van het Britse Kent. Mocht je hierbij nog steeds je gading niet vinden, dan krijg je beslist een aantal wegen met karakter op een schoteltje aangeboden in de Schotse Hooglanden of in het groene Spanje. Een goede mix van natuur, cultuur en avontuur vind je trouwens ook in iets minder bekende landen als Tsjechië en Slovenië, die wel eens verrassend uit de hoek kunnen komen voor de motorrijder. Kiezen is verliezen, zoveel is zeker! Voor en door motorrijders
Naast een kwaliteitsverblijf in een motorvriendelijk hotel - had je iets anders verwacht? - biedt deze reisorganisator je elke dag een uitgestippeld programma met stevig stuurwerk, of je nu onderweg bent of ter plekke rondjes draait. Elke motortocht wordt immers duidelijk uitgeschreven in een roadbook en samen met de nodige reisdocumenten naar je opgestuurd. Wie dat wil, krijgt bovendien nog eens alles in gps-formaat (Garmin/Tomtom) doorgemaild. Organisatorisch is je bedje dus wel gespreid en zorgen hoef je je in de verste verte niet te maken. Per slot slot van rekening is net dit hun business, nietwaar? Ook inhoudelijk merk je dat men bij het uitwerken van het concept niet over één nacht ijs is gegaan (hun Nederlandse partner Vrij Uit organiseert al jaren gelijkaardige motorreizen). De honderden toerritten op de meer dan dertig bestemmingen zijn dan ook zorgvuldig uitgezocht, voor en door motorrijders. In de praktijk betekent dit een paradijs aan wegen, waarvan het wel lijkt of ze voor jou alleen zijn aangelegd.
Misschien nog het belangrijkste is dat je, in tegenstelling tot georganiseerde reizen, helemaal niet vast zit in het gedwongen keurslijf van een groep. Schuiven er al eens donkere wolken voor de zon of wil je wat langer slenteren door dat pittoreske dorp, dan laat je even de binnenwegen voor wat ze zijn en ga je gewoon recht op doel. Heb je zin om de ene toerrit te ruilen voor de andere of gun je het derriere van je passagier alsnog een dagje extra platte rust, niets houdt je tegen om het schema aan te passen. Alles kan en niets moet, tja, met de jaren begint een mens dat meer en meer te appreciëren, geloof me vrij. Praten vult de buik niet, zo zegt het spreekwoord wijs, en half werk is nooit echt mijn ding geweest. Hoog tijd anders gezegd om de proef op de som te nemen. Seeing is believing en voor iemand die graag zelf de touwtjes in handen neemt, was ik toch wel benieuwd hoe een en ander in de praktijk lopen zou. Hongerig als ik was, boekte ik maar liefst twee motortochten uit de brochure. Het bij onze noorderburen welbekende Siegerland, een agrarische streek die grenst aan de bossen en stuwmeren van de Eifel en het Sauerland, liet zich naadloos combineren met een vierdaagse uitstap naar het middelgebergte van de Rhön.
Hier, in het geografisch hart van onze eengemaakte oosterbuur en pal op de grens met het vroegere Oost-Duitsland, heten open ruimtes afgewisseld met groen glooiende heuvels en afgesleten bergtoppen (de bergen heten er allemaal Kuppe) de dun gezaaide toerist welkom. De Rhön behoort dan ook tot het selecte kransje van biosfeerreservaten die zorgvuldig door de Unesco in bescherming worden genomen omwille van hun uniek ecosysteem. De kleurige vakwerkdorpjes in het land van Roodkapje komen trouwens recht uit een sprookjesboek van de gebroeders Grimm, aldus de lieve dame achter de telefoon van de Duitse Nationale Dienst voor Toerisme. Veel meer had ik echt niet nodig om de zijstandaard te lichten...
Onthaasten? In de Limburg natuurlijk!
Van enige haast was nochtans geen sprake. Elke motortour start en eindigt sowieso op een goed gelegen locatie welke specifiek hiervoor wordt uitgekozen. Een eventuele overnachting op dit start- of eindpunt, op de vooravond van je vertrek, zorgt ervoor dat je de volgende ochtend kwiek en monter aan je toerkilometertjes kunt beginnen. In mijn geval betekende dit dat mijn passagier nog uitvoerig haar toilet kon maken, een telefoontje plegen en zelfs nog wat snoeiwerk in de tuin, vooraleer ze eindelijk met veel zwier haar been over het zadel sloeg. Onder een gesluierde hemel zetten we op een drafje koers naar het Genkse Molenvijver. Het ongenaakbaar geachte vakantieweer van de voorbije weken leek dan toch van zijn sokkel te tuimelen. De eerste symptomen van een naderende depressie tekenden zich al af aan de einder en een tropische temperatuuropstoot liet vermoeden dat de zomer koortsig het bed zou moeten houden. De ervaring heeft me echter geleerd dat weersvoorspellingen eerder een vloek dan een zegen zijn en ook deze keer ontsnapten we gelukkigerwijze aan het beloofde klank- en lichtspel. Behalve de Soes had iedereen last van de warmte zo te zien, want bepaald vooruit gingen we niet. Geduld is een mooie gave die ik spijtig genoeg niet heb. Een utopie zelfs, net zoals een Brusselse Ring zonder file… Veel meer dan wat gramschap en stoom - dat luchtig zomerjasje had de topkoffer nét niet gehaald - viel er bijgevolg niet te rapen op onze opgelapte en dichtgeslibde wegen. Niks nieuws onder de zon zul je zeggen, hoewel ik het, in het licht van de slingerwegen die me nog te wachten stonden, niet echt aan mijn hart liet komen. Inchecken in Hotel Molenvijver, mooi gelegen tussen het stadspark en het kleine stadscentrum, was zo gepiept. Wat Thomas Cook bedoelt met "motorvriendelijke" hotels, werd me meteen duidelijk. Zonder dat ik had staan zwaaien met ketting en schijfremslot stelde de vriendelijke hotelreceptionist zelf voor om de motor veilig en wel in de hotelgarage te stallen. Kleine attenties, ze maken wel degelijk het verschil! De avond was nog jong, het gezelschap babbelziek en de terrasjes dichtbij, redenen genoeg om de volgende ochtend niet als eerste te moeten verschijnen aan de ontbijttafel.
Dubbel zo lang deden we over dat ontbijt, luilekker in de buitenlucht, met zicht op het park. De ochtendzuurstof deed me goed en de koffie nog beter. Een tafeltje verderop werd er druk met zuiderse handjes gepalaverd. Driekwart Italiaans en een flinke scheut Limburgs, meer moest dat niet zijn om wat sfeermuziek te brengen. Limburgers zijn altijd een open en gastvrij volkje geweest, dacht ik bij mezelf. Een verschil met de kleiige geslotenheid van zijn Vlaamse buur. Deze karaktertrek zou ze trouwens goed van pas komen na die donkere periode in mineur. De zwarte terrilheuvels van weleer hebben ondertussen één voor één een groene bestemming gekregen en onthaasten doe je nu als de beste in wat de groenste provincie van onze noordelijke landshelft heet te zijn. Niet verstoken van enig zuiders vakantiegevoel propte ik nog gauw een knapperige croissant in mijn mond. La vita è bella… Alsof ik was betoverd door de melodie van een Sirenenzang kostte me het heel wat moeite om dit zalig plekje te verlaten. Halftien en ik had nog geen meter verreden van de 327 km die me tot in Bad Laasphe moesten brengen. Een temperatuurmetertje zou wel niet misstaan op het verder nochtans behoorlijk complete instrumentenbord van de GSX650F, maar dat het opnieuw ondraaglijk warm zou worden, kon ik zo ook wel bevroeden. Veel verkoeling was er echter niet te vinden op de trage wegen van het groene Limburg. De Suzuki reed nochtans als een trein, mooi in het spoor van wat het roadbook in het kaartvak van de tanktas ons voor ogen hield.
Durh die Eifel, ohne zweifel!
Al van bij de eerste kilometer had ik een goed gevoel bij het volgen van de routebeschrijving. Een beetje onverwacht toch wel, ook al viel er niet direct een papyrusrol vol bolletjes en pijltjes te ontcijferen. Verkeerd rijden zit nu eenmaal in mijn bloed… en in mijn oren, want zelfs met gps rijd ik meer dan eens verloren. Enige skepsis en voorbehoud was met andere woorden niet geheel overbodig. Prestaties worden bij mijn weten nog steeds gewikt en gewogen aan de eindstreep en wat dat betreft mocht ik de bende van Thomas Cook gerust een welverdiende negen geven. Wat je vanop je motor te zien krijgt aan wegmarkering en signalisatie strookt wel degelijk met de gegevens op je routeblad. Wel is het opletten geblazen bij de enkele plaatsaanduidingen met een of meerdere uitroeptekens. In de helft van de gevallen ging ik hier dan ook effectief de mist in… Na het groen van de Limburg volgde snel dat van de Voerstreek. Met de B266 zaten we voor we het goed en wel beseften op bekend terrein bij onze oosterbuur. Wie graag bochtjes draait in de Ardennen, belandt zonder twijfel in de Eifel. Bikers worden er, net zoals in de rest van Duitsland, goed ontvangen, zeker door de horeca. Een sliert aan kronkels, blinkend van Teutoonse degelijkheid, ligt er tussen menig bos en veld zo maar voor het rapen.
Bij mooi weer kan het hier dan ook bijzonder druk zijn in het weekend. Vooral om en rond de Rursee, één van de grootste stuwmeren van Duitsland in het noordelijk deel van de Nordeifel, wordt er zo te horen flink wat afgeracet. Overdaad schaadt en ik kan begrijpen dat wie eens gezellig wil barbecuen in z'n zomerhuisje aan het waterfront niet direct zit te wachten op het constant gehuil van hoogtoerige sportmotoren boven z'n hoofd. Meer en meer wegen worden in het weekend dan ook verboden voor motorrijders. Worden de Groenen hier misschien wel au sérieux genomen of, erger zelfs, heeft onze ontslagnemend staatssecretaris voor mobiliteit er een dubbelganger van zichzelf rondlopen? Hoogstwaarschijnlijk tellen de motorclubs er gewoon enkele leden minder dan de ADAC, met voorsprong de machtigste lobbyclub in het land van Merkel. Feit is dat de Porsche's en Audi's lekker verder "rasen" aan ramsnelheid. De macht van het getal, zeker dat op de bankrekening, is nu eenmaal niet te onderschatten.
Ik moet toegeven, de vierpitter had inmiddels ook wel zin gekregen om z'n 85 paardjes dartelend de wei op te sturen. Gretig en zelfverzekerd als een grote jongen reageerde het blokje op de minste rechterpolsbeweging. De breed uitgesmeerde powerband liet me in rechte lijn zonder enige dip in het middengebied mooi op snelheid komen. Vlot opschakelend tussen de 4 à 8000 toeren ging het trouwens flink vooruit. Zo bedaard en kalm dat ik daareven had gereden, zo spitant en speels sneed ik nu door de bochtjes. En met recht en rede durf ik boud te stellen dat het kwaad kersen eten ware geweest had een supersport mijn pad gekruist in dit bochtenparadijs.
Niet dat ik uit het soepelste leder ben gesneden, verre van. Het gemak en de vanzelfsprekendheid waarmee de Suzuki zich laat sturen, is immers een troef in handen van elke piloot. Natuurlijk leg je afgetekend de duimen op die rechte asfaltstrook, maar elke gespierde belager die zich laat strikken in dit web van ragfijne wegen, zal zijn huid duur moeten verkopen, zeker weten. Snel of traag, veel deed het er niet toe. Een mens zou begot blijven rijden met deze sportief en toervriendelijk aangeklede Bandit. Iets wat me in dit geval bijzonder goed uitkwam, want de klok tikte ongenadig verder. Gelukkig kende ik de streek haast op mijn duimpje, en dat niet alleen vanwege de talloze motorische omzwervingen die ik er in de loop der jaren 's zomers had bijeengesprokkeld. Vlammende herfstbossen of glinsterende sneeuwvelden, ze maken van de Eifel ook een geliefde bestemming eenmaal de dagen korter worden.
Torte mit kaffee
Met Bad Munstereifel lieten we de Eifel achter ons en op hetzelfde elan gingen we onverminderd door richting Ahrtal, meteen het meest noordelijke wijngebied van Duitsland. Dat dit vriendelijke valleitje gekenmerkt wordt door een micro-klimaat dat heel wat zonne-uren klopt, scheen inderdaad geen zoveelste slagzin uit een foldertje te zijn. Onze tocht leidde er dwars door het gezellige Altenahr, waar we met veel geluk nog een terrasje vonden. Torte mit Kaffee leek ons geen slecht idee - beter zelfs dan een glaasje edel druivennat - om een korte wandeling in schoonheid af te sluiten.
In tegenstelling tot zijn grote Moezelbuur worden er hoofdzakelijk rode druiven verbouwd, die volgens kenners - dankzij het bijzondere klimaat en de specifieke bodemgesteldheid - de beste rode wijnen (Spätburgunder) van het land leveren. Met name het steile middendal van de rivier staat helemaal in het teken van Bacchus, zo leerde een kort maar schilderachtig ritje langs de Ahr. Het van stevige muren voorziene Ahrweiler lieten we deze keer links liggen, evenals die andere bontgekleurde stad iets verderop aan de overkant van de Rijn. De tijd om Europa's tweede langste rivier met het veer over te steken naar Linz, "die bunte Stadt am Rhein", was net voldoende voor een korte babbel met een energieke Amerikaan op z'n BMW. Zo te horen was diens Europese toer gestart in Portugal en leidde de tocht hem helemaal noordwaarts tot in Noorwegen. Een mooi verhaal van een sympathieke kerel die zo te zien al een tijdje onderweg was. Ach, wachtte er ons dan geen decor van glinsterende fjorden en sneeuwbedekte fjells, het rijplezier mocht er best wel wezen tot hiertoe. Bossen en landerijen met hier en daar een sporadisch boerenerf, het verschil was groot met de drukte beneden aan de Rijn. Het Westerwald mag dan wel een schitterend wandelgebied zijn, de streek is niet direct bedeeld met 's lands meeste bezienswaardigheden. Geen erg, zo kon ik zonder enige verleiding in één ruk doorfietsen naar Siegerland. Hotel Lahnblick bleek bij aankomst een goede keuze te zijn, enkel en alleen al omwille van het panoramisch zicht op het stadje Bad Laasphe beneden. Een mening waarmee ik niet alleen stond, te oordelen naar de overvolle parking. Nauwelijks had ik een gaatje gevonden of daar kreeg ik al het volledig toerrelaas te horen van een Limburgs koppel dat hun motor stond te inspecteren. Goed hotel, knap uitgezette wegen, maar te lange rondritten, zo luidde hun verdict. Nu is het ene achterwerk het andere niet - zeker dat van mij niet! - maar urenlang in een chopperzadel op kleine binnenwegen is mijns inziens net zo moordend efficiënt als één van de vele geraffineerde Inquisitietechnieken van de Spaanse Kerk.
Wat er ook van weze, de rondrit langs de Lahn telde om te beginnen vijftig kilometertjes minder. Zeg nu zelf, kan men zich überhaupt een betere start voor morgen wensen…? Wordt vervolgd! Met dank aan: Thomas Cook Motorreizen
Suzuki Belgium
Duitse Dienst voor Toerisme, Gulledelle 92, 1200 Brussel
Olympus Belgium