PGO Bug Racer 500i 2007 testverslag
Met het begin van dit jaar kwam er een einde aan een tijdperk. Off road buggy's waren tot dan toe voertuigen met een relatief kleine cilinderinhoud en compacte afmetingen, maar daar is met de komst van de PGO Bug Racer 500 een einde aan gekomen. Deze buggy heeft namelijk, zoals de naam al laat vermoeden, een motorblok met een longinhoud van om en bij de 500 cc en een lengte van zo maar eventjes ei zo na 3 meter. Inderdaad, ook in de buggywereld zijn de kleintjes groot geworden…Op het motorsalon van Brussel werd de PGO Bug Racer 500 voor het eerst aan het Belgische publiek voorgesteld. Dat deze buggy meteen voor heel wat beroering zorgde onder het publiek hebben we ter plaatse kunnen vaststellen. Mensen van allerlei ras, sekse, ouderdom en sociale status stonden met opengevallen monden zonder het te beseffen in hun eigenste kwijl gaar te stoven bij het zien van de Bug Racer 500. Ongelijk konden we hen niet geven, want deze bolide straalde ontegensprekelijk zowel avontuur, jeugd als passie uit en daar is het in deze wereld tenslotte allemaal om te doen… Ook wij hadden de kriebels te pakken en gingen ons terstond informeren over de mogelijkheid om met de Bug Racer 500 een proefrit te maken. Begin maart zouden we daar de kans toe krijgen, was het antwoord van de zegsman van de importeur. Zo gezegd, zo gedaan en met een rode potlood streepten we deze periode in onze agenda aan. En de PGO importeur hield zijn woord. We schreven amper begin maart toen we met de hulp van AT Quads in de gelegenheid werden gesteld om met de Bug Racer aan het werk te gaan.
De Bug Racer 500 is een verschijning die je niet licht zult vergeten. Leek deze buggy onder de spotlights van het motorsalon reeds een verleidelijke speelkameraad, eens je hem in zijn natuurlijke biotoop ziet wordt dat voorkomen nog verder benadrukt. Met een lengte van 2.920 millimeter een breedte van 1.620 millimeter en een hoogte van 1.515 millimeter toont de Bug Racer 500 meteen dat hij geen speeltuig is dat gemaakt is om de kinderen mee te plezieren. Twee volwassenen, zelfs ronduit uit de kluiten gewassen exemplaren, kunnen gemakkelijk plaatsnemen in zijn geriefelijke kuipzetels. Beenlengte vinden ze er meer dan genoeg en wie wat kort van stuk is zal de verstelbare zetels zeker weten te waarderen. Het stuurtje is –zoals het hoort- klein wat betreft zijn doormeter maar is verder perfect vormgegeven. Het past je als gegoten in de hand en maakt meteen de "piloot" (of het kind?) in je los. Het compacte, elektronische dashboard versterkt dat gevoel en voor je het goed en wel beseft reik je naar de contactsleutel die verleidelijk in het dashboard steekt. Rijden wil je met dit "ding" en liefst zo snel mogelijk… De motor starten gaat gemakkelijk. Met je linkervoet de rem bedienen en vervolgens de contactsleutel omdraaien, meer is er niet aan om de zaak op gang te brengen. De 460 cc metende ééncilinder viertakt die de Bug Racer aandrijft laat er van bij zijn eerste toeren geen twijfel over bestaan dat hij vol enthousiasme op je aanwijzingen ligt te wachten. De motor hangt alert aan het gas, klinkt sportief en heeft een vermogen van 28,5 kilowatt tussen de ribben. Zeg maar een slordige 38 pk bij 7.250 toeren per minuut. Minstens even belangrijk zijn de 40 Newtonmeter die bij 6.000 omwentelingen uit deze vloeistofgekoelde ééncilinder ontsnappen. Dat één en ander zowel ecologisch als prestatietechnisch verantwoord gebeurt dankt dit motorblok aan zijn elektronisch geregelde brandstofinspuiting. Met andere woorden, het motorblok is eigentijds en prestatievol… kan ook niet anders want het is immers van Piaggio afkomstig en wordt ook gebruikt in een motorscooter van dat merk.
De transmissie wordt waargenomen door een automatische CVT versnellingsbak, beter bekend in de wandelgangen als een "variomatic". Verder heeft de Bug Racer 500 een "Low" en een "High" overbrenging aan boord die met de hand bediend worden en een vergrendelbaar differentieel. Via een kort versnellingspookje kan je bij stilstand de transmissie in zijn neutraal zetten, de door jou gekozen overbrenging selecteren of de bak in achteruit zetten. Poepsimpel te bedienen dus voor iedereen en niet in het minst omdat deze bediening erg veel wegheeft van die die je terugvindt in een wagen met een automatische versnellingsbak. Het differentieel kan je eveneens vanuit de bestuurderszetel bedienen. Ja, het is duidelijk dat ze daar bij PGO perfect weten wat een off road rijder van een dergelijk voertuig verlangt. Met een streepje gas erop laat de bak zich gemakkelijk schakelen. Rest je op dat moment alleen nog de rem los te laten en gas te geven en je gaat van start. Beter is het voor je dat doet nog even alles door te slikken, zeker als het de eerste keer is dat je met de Bug Racer een ritje maakt. Waarom? Wel, simpelweg omdat het rijden met deze bolide een hele ervaring is. Met de bak in "Low" accelereert de Bug Racer in no-time naar een snelheid van iets meer dan 80 kilometer per uur om vervolgens zachtjesaan op zijn toerenbegrenzer te lopen. Gebruik je de hoogste overbrenging dan loopt de kilometerteller door tot plus 110 kilometer per uur. Doe je dat op geasfalteerde of betonwegen dan is die sensatie al héél bevredigend… op een off road parcours lijkt echter alles nog eens zo snel te gaan, dus daar krijg je met zekerheid prompt een niet te verwaarlozen hoeveelheid adrenaline in je bloed.
En daar gaan we dan; met het kleine stuurtje stevig in de handen stuiven we over de kleine verharde wegen. Opvallend stabiel en comfortabel raast de Bug Racer over het asfalt en geeft ons het gevoel alles perfect onder controle te hebben. Scherp en alert reageert de Bug Racer op onze stuurimpulsen, ondanks de terreinbanden die op dit preproductie model zijn gemonteerd. Op de exemplaren die voor de verkoop bestemd zijn zullen er trouwens mixt banden liggen waardoor de wegligging op verhard waarschijnlijk nog aan precisie zal winnen, heeft de importeur ons verklapt, en daar zijn we het helemaal mee eens. Toch laat de Bug Racer zich nu al neutraal en haarscherp de bocht insturen en volgt perfect de rijlijnen die we voor hem hebben uitgezet. Tenminste nadat we het differentieel hebben ingeschakeld want anders was er een duidelijk onderstuur merkbaar. Met een beetje handigheid kan je de achterwielen prachtig gecontroleerd over het asfalt laten schuiven bij het uitkomen –of het insteken- van een bocht. Even een rukje aan het stuur en het gaspedaal vol indrukken volstaat om als een volleerde rallypiloot de bocht te ronden. Bij de pinken zijn op die momenten is natuurlijk aan te raden. Wat te enthousiast te werk gaan –of niet genoeg ervaring bezitten- volstaat om de controle over de zaak te verliezen. En dat zou jammer zijn!
Gelukkig kan je je stuurmanscapaciteiten met de Bug Racer aanscherpen onder veilige, gemakkelijk te beheersen omstandigheden. Een veld met iets of wat respectabele afmetingen is daarvoor alles wat je nodig hebt. Op onverhard kan je namelijk heerlijk leren driften, corrigeren, slalommen… kortom, de beest uithangen in alle veiligheid. En dat deden we natuurlijk ook met de Bug Racer. Op een geschoren maïsveld ontbonden we onze duivels en vierden de teugels van de Bug Racer volledig. Al snel kwamen we daarbij tot de vaststelling dat deze bolide enorm stabiel blijft onder alle omstandigheden. Zelfs in geploegde velden haalden we moeiteloos snelheden van om en bij de 80 kilometer per uur en dat zonder dat we de controle over het stuur dreigden te verliezen. Bruusk het stuur omgooien resulteerde niet in onstabiliteit noch in een achterwieltje lichten. De chassis van de Bug Racer gaf geen krimp, de vering verwerkte moeiteloos de oneffenheden en hevig driftend op de vier wielen zetten we een schier eindeloos lijkende bocht in, gooiden het stuur naar de andere kant, probeerden letterlijk alles… maar steeds bleef de Bug Racer perfect de situatie meester. Wat een ervaring! Wat een sensatie! En dat bij een snelheid van amper 80 kilometer per uur… én in alle veiligheid!
Natuurlijk zou het zonde zijn om de Bug Racer te degraderen tot een voertuig waarmee je enkel en alleen de boeren hun velden omploegt. Off road rijden doe je grotendeels over paden, over boerenslagen en karrensporen… En die zochten we dan ook op na ons stoeikwartiertje in de velden. Welk terrein we daarbij aantroffen is op de beelden goed te zien. Door de regen half weggespoelde aardewegen, vol van modder, diepe plassen en andere lekkernijen. Hier zouden we de échte capaciteiten van de Bug Racer aan het licht kunnen brengen, waren we van oordeel, en met de zweep in aanslag gingen we er eens goed voor zitten. Met het gas er stevig op stoven we over de modderbaantjes, doken met doodsverachting in ongekend diepe plassen van slijk en onwelriekend water, reden met het mes tussen de tanden over karrensporen en… kwamen tot de vaststelling dat het lang geleden was dat we ons zo goed geamuseerd hadden. Dat de modder en het slijkwater tot ver boven het dak van de Bug Racer opspatten maakte ons niets uit en ook niet dat onze kleding daarbij een beetje in de brokken deelde… Juist, het kind in ons is nog niet dood, en daaruit blijkt dat we nog altijd –zei het dan natuurlijk relatief- mentaal gezond zijn. Vol vertrouwen werkten we enkele keren dit echt wel tot de verbeelding sprekende parcours af. Dat kon omdat de Bug Rider steeds stabiel en voorspelbaar op de baan bleef en nooit dreigde de handdoek in de ring te werpen. Met deze buggy mogen ze ons op een tankpiste steken en we zijn er zeker van dat we zonder problemen de eindstreep zullen halen. Vierwielaandrijving heeft deze bolide blijkbaar niet nodig om zich overal door te kunnen trekken. De punch van de viertakt ééncilinder, de alerte transmissie en het lage gewicht –gecombineerd met de grote spoorbreedte en de volwassen wielbasis- zijn blijkbaar genoeg om zelfs de zwaarste terreinen te kunnen overwinnen. Grondspeling heb je altijd en overal genoeg, daarvoor staat de Bug Racer hoog genoeg op zijn poten. Aan alles komt een eind en dus ook aan een testrit. Met heel veel tegenzin brachten we de PGO Bug Racer 500 naar de gebouwen van AT-Quads die er in samenwerking met de importeur voor gezorgd had dat we in primeur, én op een degelijke manier, met deze fraaie buggy hadden mogen kennismaken. Beslijkt en bijna onherkenbaar stalden we de Bug Racer voor het laatste deel van deze testsessie naast de hoge druk reiniger. Toen al het vuil in de riool was verdwenen draaiden we de contactsleutel om en met een streepje gas erop kwam de krachtbron terug tot leven. Het bewijs leverend dat aan de bedrijfszekerheid van de Bug Racer niet getwijfeld hoeft te worden.
Speelgoed voor volwassenen, dat is de Bug Racer zeker en vast. Dat dit speelgoed technisch goed in elkaar steekt en optisch heel wat hoofden zal doen draaien staat als een paal boven water. We mogen ons echt niet voorstellen wat er allemaal zou kunnen gebeuren mochten we bijvoorbeeld met de Bug Racer naar Knokke rijden op een zonovergoten dag… Als pick-up hulp kent deze vierwieler zo goed als geen concurrentie in het off road segment, zoveel is zeker. Vast staat echter dat deze bolide ook perfect in staat is om zonder meer aan het dagdagelijkse verkeer deel te nemen en daarbij genoeg comfort biedt om zelfs je schoonmoeder het zwijgen op te leggen. Over de kostprijs van de Bug Racer 500 bestaat geen twijfel meer. Die gaat de deur uit voor de som van 9.899 euro. Toegegeven, 't is geen habbekrats, maar wat je ervoor terugkrijgt is dan ook heel wat. Twee comfortabele zitplaatsen in een voertuig waarmee je alle wegen de baas kunt, waarmee je duizend en één keer pure fun kunt beleven én dat terwijl je jezelf de geschiedenis in schrijft als iemand die niet vies is van een alternatieve manier om zich te amuseren en zich in stijl van punt A naar punt B te begeven. Voeg daarbij het feit dat je ermee mag rijden met een gewoon autorijbewijs, de verzekeringspremie laag is, de wegentaks idem dito én het feit dat je niet verplicht bent een helm te dragen… en je weet waar de lamp brandt!