Limousin (deel 7)


De tijd vliegt als je het naar je zin hebt. 't Is dan ook geen verrassing dat onze tijd in de Limousin op zijn einde loopt; morgen willen we nog een plaats bezoeken en daarna moeten we in één ruk terug naar Vlaanderen. Maar voor het zover is hebben we hier nog veel te doen. Puy D'Arnac ontdekken bijvoorbeeld, het dorpje dat op een boogscheut van ons verblijf de tijd trotseert.
We laten de motoren staan aan de eerste huizen en lopen te voet naar de bewoonde kom. Die boogscheut blijkt al snel ietwat spreekwoordelijk te zijn, ook al omdat de weg bij wijlen bergop loopt. Het uitzicht dat we voorgeschoteld krijgen is echter meer dan de moeite waard.
Een golvend, bijna voor de volle honderd procent natuurlijk landschap, gestoken in de rijke kleuren van de herfst, laat zich door laag hangende mistflarden in zijn plooien strelen. De zon schildert steeds weer veranderende schaduwen op de grond en ijle wolken doen tevergeefs moeite om haar uit de verder staalblauwe wolken te weren. Hoe ver we kunnen zien kunnen we enkel maar raden, maar dat dit vergezicht schitterend is staat als een paal boven water. Grote drukte kom je in Puy D'Arnac niet tegen. De leefgemeenschap telt geven en nemen 250 zielen waardoor de bevolkingsdichtheid nog geen 20 personen per vierkante kilometer bedraagt. Ter vergelijking; in Belgenland moet je gemiddeld dezelfde oppervlakte met 354 andere landgenoten delen. De rust is er dan ook zo goed als voelbaar en geluiden dragen ver in dit stille landschap.
We klimmen naar het hoogste punt van de heuvel waarop Puy D'Arnac zich sinds de donkere tijden van de vroege middeleeuwen heeft neergeplant. De oude kerk en de stevige gebouwen die er over het landschap uitkijken zijn netjes verzorgd maar er is geen kat op straat te zien. We nemen wat beelden, snuiven de herfstlucht op en willen terug naar beneden lopen als we plots schuifelende schreden gemengd met zware stappen en een diep geblaas horen. We kunnen niet meteen vaststellen uit welke hoek die geluiden komen, het zwelt aan en plots zien we een bruine koe de bocht omkomen… en nog een… en nog een… en nog een?!
Een kudde Limousin koeien, op elkaar lijkend als twee druppels water, schrijdt traag maar zeker in ganzenpas het weggetje op. Net als ik me afvraag of we niet beter om kunnen keren slaat de koe die op kop loopt een aardeweggetje in dat naar een boerderij leidt. 't Is blijkbaar het uur dat ze gemolken moeten worden want hun uiers staan zowat op springen. Als de laatste koe van de stoet van pakweg drie dozijn dieren in het zicht komt merken we een vrouw op die in een kiel en rubberen laarzen gestoken achter de beesten stapt.
In haar hand draagt ze een lange stok maar die heeft ze blijkbaar niet echt nodig. Met haar stem dirigeert ze af en toe een achterblijfster in de juiste richting. Zonder op te kijken loopt ze achter de beesten het erf op en verdwijnt met de stoet in de donkerte van een open staldeur. En dan is het weer stil… enkele kippen scharrelen rond de opslag van ontelbare maïskolven. En zo gaat het leven verder in Puy D'Arnac.
De gebouwen zijn oud en hetgeen we van de leefwereld van de inwoners te zien krijgen heeft duidelijk ook al heel wat jaren trouwe dienst bewezen. Hier worden blijkbaar nog dagelijks houten emmers gebruikt, klimt de klimop traag maar zeker en ongestoord naar het licht in de kruin van een boom en… heeft men blijkbaar een hekel aan schilderen.
De smeedijzeren dubbele poort van een prachtig huis draagt een kleurig kleed van meerdere lang geleden aangebrachte verflagen. Neen, hier doet men beslist geen moeite om de natuur de loef af te steken, zoveel is zeker!
We laten het schilderachtige dorp, dat ooit bekend stond als een plaats waar fantastische wijnen werden gemaakt, achter ons en gaan de motoren ophalen. Het plan is om een eind de boorden van de rivier Dordogne te volgen in noordelijke richting om ons daarna door de loop van de Maronne te laten leiden tot Saint-Geniez-O-Merle.
Het landschap dat we doorkruisen is zo liefelijk dat onszelf moeten aanzetten het tempo niet te laten zakken. Wie ooit het geluk heeft net als wij de D12 te volgen zal dat volmondig beamen. Keer op keer verliezen we de mooie rivier uit het oog maar even veel keer verrast die ons na een bocht met een onverwacht zicht op zijn schitterend water en rijke oevers. We komen op onze tocht amper een auto tegen waardoor we ondanks ons toeristische tempo toch mooi opschieten.
Als we in de buurt van Monceaux sur Dordogne Bistro De Pays 'Chez Maryse' in het oog krijgen voelen we ons verplicht om er te stoppen. De sfeer die er heerst is zo authentiek en uniek dat zelfs de best geënsceneerde reclamespot er nog niet kan aan tippen. Je kan er eten en drinken maar een blik op de klok leert ons dat we maar beter voortmaken; in de herfst is het voor je het weet donker en we oordelen gezamenlijk dat we voor deze reis al genoeg bijna op de tast gereden hebben.
Als we in Argentat aankomen dirigeert de GPS ons naar de oostelijke oever van de Dordogne en voor we het weten rijden we over steeds maar smaller wordende wegen door alsmaar dichter wordende bossen. De kers op de taart is dat de kloven en heuvels hier een veel meer uitgesproken karakter hebben.
Dat die kers niet altijd genoegen verschaft ondervind ik als we op een ezelspaadje verzeild geraken en ik in een enorm krappe haarspeldbocht er niet in slaag om de Versys 1000 in één keer deze hindernis te laten nemen. Bondgenote rijdt me zwijgend en moeiteloos met haar Versys 650 voorbij; 't is niet de eerste keer dat iemand met een zware motor het onder moeilijke omstandigheden moet afleggen tegen de hanteerbaarheid van een goed uitgebalanceerde middenklasser…
Als we kort na deze moeilijke doorgang een bordje langs de weg zien staan met daarop het opschrift "Tours de Merle" kijken we verrast op. Nergens is in deze beboste heuvels ook maar een spoor te ontdekken van de fascinerende ruïne die Merle naar verluidt moet zijn. Het is maar eerst als we de motoren op een kleine parking hebben gestald dat we tussen het loof van het bladerdak enkele onduidelijke, grijs-witte figuren zien uitsteken. We vinden een wegwijzer en een paadje en volgen dat terwijl het steil naar beneden loopt.
Zie je de meeste burchten al van ver omdat ze op een hoogte staan, de torens van de citadel van Merle staan lager dan de omliggende heuveltoppen waardoor je pas laat merkt dat je er vlak bij bent. De gebouwen staan als het ware in een keteldal dat gevormd wordt door een lus in de loop van de Maronne. In de vroege middeleeuwen – de eerste gebouwen dateren van de 12de eeuw- was dat waarschijnlijk een groot voordeel. Wie het terrein niet kende zou lang mogen zoeken in de plooien van het sterk beboste heuvellandschap. Dat alles zo zijn voor- en nadelen heeft geldt echter ook voor de gedachtengang van de oorspronkelijke bouwers van de torens van Merle. Toen de kanonnen op het strijdtoneel verschenen was de versterking aan hun genade overgeleverd.
Merle kende in zijn meer dan 800 jaar geschiedenis zijn hoogdagen in de 14de eeuw. Het geheel telde toen zeven kastelen, twee kapellen en een dorp en was eigendom van zeven edelen van Merle. Ook Merle zag echter zijn deel van de actie in de 100 jarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland. In 1371 namen de Engelsen een kasteel in maar konden het niet behouden onder de druk van de Fransen. 200 jaar later namen de Calvinisten de citadel in maar ook die konden tegen de druk van de Roomsgezinde Fransen niet op en moesten Merle verlaten. Ze werden gevolgd door de laatste bewoners van Merle die naar gemakkelijker te bereiken plaatsen verhuisden.
Dat alles gaat door ons hoofd als we in het doolhof van ruïnes rondlopen. De strijd tussen de natuur en de door de mens gemaakte constructies is ronduit fascinerend. Terwijl men stukken van de gebouwen tracht te conserveren en renoveren rukken de struiken, de bomen en de klimplanten onvermoeibaar op. Het lijkt er sterk op dat, als er binnenkort geen grote middels ingezet worden, de natuur de overhand zal halen.
Deze geruisloze strijd tussen de mens en de elementen zorgt natuurlijk voor een schitterende sfeer die veel romantici aan het dromen zet; we vragen ons stilzwijgend af hoe het leven hier moet geweest zijn, wie hier is geboren, wie hier is gestorven… als deze muren konden spreken vertelden ze ons vast eindeloze verhalen over de gebeurtenissen van de voorbije eeuwen. Maar hoe goed ik ook luister, ik hoor in plaats van de stemmen van de muren enkel het geritsel van een grote hagedis die tegen de warme muren opklimt. Vanop de hoogste toren krijgen we een adembenemend zicht op de bossen en de Maronne. Wie hier zat kon zonder moeite het gehele keteldal overzien.
En dan wordt er plots een aanslag gepleegd op de serene sfeer die er in deze ruïnes heerst. Er is een bende schoolkinderen gearriveerd –blijkbaar bakvissen van het bovenste water- want al snel kunnen we onszelf amper horen denken, laat staan dat we van ons bezoek van deze sfeervolle plaats kunnen genieten. We duiken even onder in het ontvangstlokaal waar we een voorstelling van Merle in zijn gloriejaren vinden maar kiezen al snel het hazenpad voor de schreeuwende, joelende deernen.
Enigszins naar adem happend – 't is een verassend mooie septemberdag- komen we uit de steile klim die we dienen te maken om de motoren terug te vinden. Ze staan er gelukkig nog, in de schaduw van de tourbus die daarnet zijn vrachtje heeft afgeleverd. De bestuurder geniet in het zonnetje van zijn verdiende rust; hoe zou je zelfs zijn… wie weet hoe lang hij met zijn lading zat opgescheept!
Als we bij valavond aankomen in ons verblijf moeten we onszelf geweld aandoen om met het pakken te beginnen. De zon giet een warme gloed over de heuvels als we uiteindelijk oordelen dat we alles gedaan hebben wat we konden om morgen een vlotte aftocht mogelijk te maken. Moe maar voldaan gaan we naar bed wetende dat buiten, onder een met sterren bezaaide hemel, de twee Kawasaki's op ons staan te wachten.
Wordt vervolgd. Lees ook: Limousin (deel 1)
Limousin (deel 2)
Limousin (deel 3)
Limousin (deel 4)
Limousin (deel 5)
Limousin (deel 6)
Limousin (deel 7)
Limousin (deel 8)
Nuttige links: Tourisme Frankrijk: rendezvousenfrance.com
Tourisme Limousin: www.tourismelimousin.com
Domaine de Vincent: www.domaine-vincent.fr
Aubusson: www.tourisme-aubusson.com
Felletin: www.felletin.fr/

Distillerie Denoix: www.denoix.com/