Limousin (deel 8)


De ochtendstond heeft dan wel goud in de mond, als het erop aan komt om naar huis te gaan heb ik daar nooit echt veel zin in, zeker niet nu de herfstzon in een helder blauwe hemel staat en de wereld om ons heen baadt in een rust die we thuis zullen moeten missen. Maar het is zo en niet anders, vandaag gaan we terug naar huis maar om de pil enigszins te verzachten gaan we op onze terugweg eerst nog Turenne bezoeken. Het kleine stadje met zijn prachtig kasteel ligt langs onze route naar de snelweg en is een must indien je de Limousin bezoekt. Bepakt en bezakt sturen we de beide Versys motoren vanuit Domaine de Savignoux naar boven waar we op de openbare weg terechtkomen. Een laatste blik over het groene dal en dan de weg naar het westen ingeslagen. We volgen de D38 en passeren Saint-Julien-Moumont, Meyssac en Colonne la Rouge. Ik kan Bondgenote er nog net van overtuigen niet te veel te stoppen om beelden te maken; kwestie van ons al krappe reisschema niet te veel in de war te sturen.
Turenne duikt als een baken op boven de weg die we volgen. Reeds van ver krijgen we de steile, kegelvormige heuvel te zien waarop het kasteel troont en het gelijknamige dorp zich op de hellingen ophoudt. Zelfs nu nog, in de moderne tijden, is dat een indrukwekkend zicht, laat staan welk ontzag het in de middeleeuwen moet hebben opgewekt bij iedereen die in de buurt kwam.
Turenne was destijds een heel bekende plaats. In het jaar 823 is er voor het eerst sprake van adellijke bewoners. Na de kruistochten groeit het in de 14de eeuw uit tot een van de grootste domeinen van Frankrijk. Het was destijds een bruggraafschap dat het bestuur had over 1200 dorpen, 111 parochies en ongeveer 10.000 inwoners. De burggraven handelden echter als vorsten. Ze betaalden geen belastingen aan de Franse kroon, sloegen hun eigen munten en bestuurden geheel onafhankelijk van Frankrijk hun domein; een staat in een staat als het ware. Vier geslachten van burggraven leefden aldus door de eeuwen heen in het kasteel van Turenne. Aan deze levenswijze kwam echter op de 8ste mei van het jaar 1738 een einde. Charles-Godefroy, de laatste burggraaf van Turennes verkocht op die dag het goed aan Louis XV, de toenmalige koning van Frankrijk… om zijn speelschulden te betalen. Of hoe een enkele zwakkeling het erfdeel van honderden jaren kan verkwanselen! Dit feit luidde ook het einde van de burcht in; de koning liet de versterking grotendeels ontmantelen. Desondanks is er heel wat overgebleven van dit middeleeuwse bouwwerk. Het geheel is nu in privébezit en kan slechts gedeeltelijk bezocht worden.
We laten de motoren beneden aan de voet van de heuvel achter en danken het feit dat al onze bagage in afgesloten koffers zit. We kijken nog een laatste keer naar de toren boven ons en lopen dan door een wirwar van steil omhoog lopende straatjes naar boven. De zon schijnt onbarmhartig en toont dat alles hier netjes gerestaureerd en onderhouden is. Geen voor de hand liggend feit hier in Frankrijk maar het maakt dat men zich gemakkelijk terug in de tijd kan denken. Waarschijnlijk ging het er hier dan heel wat minder hygiënisch aan toe maar een tijdsreiziger besteedt nu eenmaal niet veel aandacht aan zo'n realistische gedachten. Als we uit de smalle straatjes komen staan we plots op een zonovergoten pleintje. Er is geen kat te zien en mochten er geen moderne verkeerstekens staan die het parkeren verbieden dan kon men zich zo in de middeleeuwen wanen.
Een bord tegen de gevel van een van de huizen laat een opmerkelijke link met Belgenland zien. Hier werd blijkbaar in 1615 Elénore Catherine Fébronie de Bergh geboren, die in 1634 te Brussel trouwde met Frédéric, de hertog van Boullion. Of hoe klein de wereld is als men over grenzen van de landen en de tijden heen reist….
We volgen de straatjes nu weer naar boven en komen zo aan de voet van een stenen trap uit. Er staat een primitief bouwsel dat als kassa fungeert en daar kopen we onze toegangskaartjes voor het kasteel. Vol goede moed bestijgen we de trappen en bedenken ondertussen dat wie hier ongenood naar binnen wilde wel heel wat van lijf en leden riskeerde.
Als we uiteindelijk in de versterking aankomen staat de loodzware eiken deur, beslagen met prachtig smeedwerk, wijd open. We gaan naar binnen en staan in een middeleeuws vertrek dat vroeger als wachtlokaal diende. Het vertrek is prachtig ingericht met oude meubels waardoor men de indruk krijgt dat zo meteen een schim uit lang vervlogen eeuwen je arm zal nemen en je verder door het kasteel zal leiden.
Een beetje teleurgesteld dat daar in werkelijkheid niets van in huis komt stappen we terug naar buiten en staan op de afgevlakte top van de heuvel die verrassend genoeg plusminus 1500 vierkante meter groot is. Even verrassend is hetgeen we er aan treffen. Naast enkele gebouwen waarin we blijkbaar niet welkom zijn nodigt een prachtige tuin ons uit om hem te verkennen. Een sprookjesachtige ronde toren staat aan het eind van de tuin over het omliggende landschap uit te kijken en nood ons uit om dat samen met hem te doen.
We slaan de uitnodiging van "la tour de César" niet in de wind en lopen de Franse tuin door, de wenteltrap van de toren op en staan dan verbluft om ons heen te kijken. Een lichte bries waait ons door de haren en de zon toont zich van haar mooiste kant maar beiden kunnen ze niet op tegen de aanblik die ons geboden wordt. De groene, beboste heuvels, het kleine stadje aan onze voeten, de strakke lijnen van de kasteeltuin, het idyllische adelaarsnest van de eigenaars van het kasteel… 't is bijna te veel om te bevatten, laat staan om het in woorden neer te zetten.
Mijmerend kijk ik over dat alles uit en prijs ons gelukkig dat we deze reis konden maken om al dat moois te zien. Ondertussen klikt de camera van Bondgenote, ijverig om vast te leggen wat je met het oog ziet. Ik heb nu al medelijden met haar want ik weet dat ze straks weer een beetje teleurgesteld zal zijn als ze ziet dat de beelden slechts een fractie van wat we gezien hebben kunnen weergeven. Hetgeen een camera kan vastleggen komt nu eenmaal nooit overeen met de indrukken die men ter plaatse opdoet…
Als ik de motoren in het oog krijg kom ik tot de werkelijkheid terug. We hebben nog een lange tocht voor de boeg en het middaguur is reeds in aantocht. Gelukkig tonen de Kawasaki's zich gewillig en leggen moeiteloos de 805 kilometer af. Bondgenote en ik komen minder ongeschonden uit de in strakke draf gereden rit; de volgende dag zijn we beiden een beetje stram in de knieën maar dat hebben we er graag voor over. Met de motor op reis in de Limousin, ons moeten ze van het genot daarvan niet meer overtuigen!
Lees ook: Limousin (deel 1)
Limousin (deel 2)
Limousin (deel 3)
Limousin (deel 4)
Limousin (deel 5)
Limousin (deel 6)
Limousin (deel 7)
Limousin (deel 8)
Nuttige links: Tourisme Frankrijk: rendezvousenfrance.com
Tourisme Limousin: www.tourismelimousin.com
Domaine de Vincent: www.domaine-vincent.fr
Aubusson: www.tourisme-aubusson.com
Felletin: www.felletin.fr/

Distillerie Denoix: www.denoix.com/